Love Lies Bleeding (2024)
Nu kan ik wel heel makkelijk “Thelma & Louise on steroids” typen, maar ergens ‘mag’ ik dat niet, want moet eerlijk toegeven dat ik die Susan Sarandon-Geena Davis roadmovie nooit gezien heb (omdat het einde mij toen direct verklapt werd)..!! Maar Love Lies Bleeding lijkt zeker wel een soortgelijke opzet en/of thematiek te hebben ja, maar dan met een bodybuilder in één van de hoofdrollen. Waardoor ik deze film beter in een oneliner als “a surreal steroid trip gone pretty wrong” kan vangen. Maar dan wel gemaakt door een filmmaker met een visie en een flinke dosis lef. Wat ook de reden zal zijn dat wat tere zieltjes deze mogelijk niet kunnen waarderen. Maar ja, zonder lef geen kunst hè…
Het verhaal
Gezet in 1989 werkt Lou (Kristen Stewart) in een sportschool ergens in New Mexico. Overduidelijk een tijd waarin haar queerness nog minder gewaardeerd wordt, maar Lou is het type dat geen gezeik accepteert. Langzaam komen we er ook wel achter waarom de stoere mannen in de gym het sowieso nooit in hun blote bolleke zullen halen om hier iets te lomp over te doen, want ondanks dat Lou niks met haar vader Lou Sr. (Ed Harris met het meest lachwekkend coole kapsel ooit!!) te maken wil hebben, blijkt hij als schietbaaneigenaar ook de lokale crimelord, so to speak.
Lou’s leven verandert volledig als de megastoere en sexy Jackie (Katy – The Mandalorian (tv) – O’Brian) ineens in haar gym verschijnt. Op doorreis naar een bodybuild-wedstrijd in Las Vegas neemt Jackie maar wat graag Lou’s hulp (en steroïde-injecties) aan, want dat slapen onder een brug is ook niet alles.
De vrouwen raken al snel knetterverliefd op elkaar, al blijkt Jackie wel spreekwoordelijk van beide walletjes te eten. Zo is ze ook aan een baan op Lou Sr.’s schietbaan gekomen, gekregen na een avontuurtje met Lou’s ‘vies-gematte’ zwager J.J. (Dave Franco). Dat Lou J.J. niet mag wordt vrij snel duidelijk, zeker als we voor het eerst het initieel licht gehavende gezicht van Lou’s zus Beth (Jena Malone) zien. Wat volgt is een steeds hoger oplopende spanning in relaties tussen mensen die overduidelijk beschadigd zijn, en zich naast met liefde ook deels met steroïden laten injecteren. En iedereen die Rundskop heeft gezien weet dat dat niet zonder gevolgen kán zijn…
Obsessief en overweldigend
Knap hoe de makers wat twijfel over Jackie’s motieven in het verhaal hebben verweven. Want dat voelt namelijk best herkenbaar/menselijk aan: dat je zó bezig bent met je eigen wensen en dromen, dat zelfs een verliefdheid wel even moet duren voordat je dat eigenbelang ‘vergeet’. En in die tijd ontstaan er dus situaties die misschien alleen met een overweldigende hoeveelheid liefde (en/of wanhoop?) zijn te handlen? Waarbij ‘obsessie’ zeker ook een thema is in de film; een obsessie met kracht en macht, waarbij liefde en wapens misschien wel worden gebruikt als metaforen voor vrouwelijk versus mannelijk? Precies het schemergebied waarin Lou zich bevindt, terwijl haar vriendin en pa juist die tegenpolen lijken te vormen. Maar om Lou dan als ‘lijm’ daartussen te zien, dat is voor een film als deze veel te ‘makkelijk’. Zoals weinig makkelijk is in het leven van mensen die zo overduidelijk ook beschadigd zijn door dat leven. En is de keuze voor dat surrealisme richting het einde de ‘juiste’, of is dat grotendeels smaak? Ik vond het initieel wel goed in de verwarring die het bij mij opriep. En als je het dan als metafoor voor de kracht van allesoverweldigende liefde ziet, dan voelt dat toch steeds meer als een juiste keuze. Al kan ik dan niet zomaar meer “Rundskop meets Bonnie and Clyde vs Thelma & Louise met een vleugje S. Craig – Bone Tomahawk – Zahler” als samenvatting typen, want dan moet daar zeker nog wat surrealisme doorheen gemixt worden…
Cast & crew
Kristen Stewart speelde ooit Jodie Fosters dochtertje in David Finchers Panic Room, maar haar lef viel mij voor het eerst pas op toen ze haar seksualiteit net wat te vroeg leek te voelen en uiten (naar politiek correcte maatstaven) in Sean Penns Into the Wild. Waarschijnlijk was ze ook indrukwekkend in David Gordon Greens Undertow (zo’n film die nog altijd op m’n watchlist staat). Bij mij viel ze imago-technisch wat door de mand doordat ze ‘koos’ (?) voor de Twilight-franchise (al mag ze natuurlijk doen wat ze zelf wil, don’t get me wrong), alhoewel ze ook tijdens die commerciële rollercoaster tussendoor in opvallende films en/of ‘pareltjes’ als What Just Happened, Adventureland, Welcome to the Rileys en The Runaways te zien was. Langzaam maar zeker leek haar zelfvertrouwen om wél voor haar eigen (al dan niet queer-minded) rollen te kiezen steeds groter te worden, waardoor ze dus ook steeds interessanter lijkt te worden. Ook al zitten daar soms ook nog missers als Charlie’s Angels en Underwater tussen. Maar ook interessante rollen/films als (in) Spencer en Crimes of the Future. En hoe meer ik nu typ, hoe meer ik mezelf heimelijk wat uitlach, want het zal haar geen bal interesseren wat ík van haar carrière vind, denk ik. En dat zelfvertrouwen vind ik dan wel weer cool…
O’Brian herkende ik – met wat hulp overigens – wel uit The Mandalorian, maar hoe ze daar vrij ‘seksloos’ in een uniform gekastijd leek, daar knalt hier de buff sexiness van het scherm. Iets dat de makers overigens initieel ook van beide hoofd-seksen laten zien: close-ups van bankdrukkende mannentepels zie je niet zo vaak in stoeremannenfilms (terwijl ik bij de sportschool vrij veel jongens/mannen zichzelf vaak licht vergelijkbaar en onbeschaamd enorm verlekkerend zie bewonderen in de kleedkamerspiegels), en dat zorgt ook wel voor wat goed ongemak. Waardoor ik dus steeds meer zie hoe duidelijk Rose Glass haar visie heeft weten vast te houden in de film. Ondanks dat het verhaal best wel wat grootste uitspattingen (ver)toont, het is wel met een goede mix van zelfvertrouwen en lef naar het grote scherm gebracht. Overigens goed ondersteund door Clint Mansells score, wat niet de enige reden was dat ook Drive wel zeker even voorbijkwam in m’n hoofd. Maar doordat Love Lies Bleeding ook een stuk rauwer bleek, moest ik ook een paar keer aan S. Craig Zahlers films denken (naast eerdergenoemde Bone T. ook Brawl in Cell Block 99). Maar dan op een feministisch-assertieve manier, waardoor nu ook Baisse Moi door het hoofd van deze cisgender heteroseksuele mannelijke recensent schiet…
Final credits
Yes, interessante film die aardig stevig door talloze bochten scheurt, er voor sommigen mogelijk al direct uitvliegt, maar die uiteindelijk met flink wat zelfvertrouwen richting aftiteling knalt. En dat er onderweg een hoop mensen continu op de rem hebben willen stampen, dat doet me nu denken aan één van Phil Stutz’ grootste ‘waarheden’: het leven is continu in beweging. En dan kun je je hakken wel in het zand willen steken, maar dan wordt de druk op je benen vooral groter met het verstrijken van tijd, waardoor het op een gegeven moment lijkt als “je ook niks meer mag zeggen tegenwoordig!” (en meer van dat soort uitspraken van mensen die graag meer ‘rust’ conserveren in hun leven). Terwijl je dus ook mee kunt bewegen en dan meer ‘in de flow’ van het leven kunt geraken…
Al dwaal ik nu alweer een hele alinea behoorlijk af ja. Terwijl jij waarschijnlijk allang weet of deze tough ladies-film iets voor jou is…