Monkey Man (2024)
Door z’n première op SXSW had ik lichtelijk al wat goede hoop. En deze werd vrijdagavond voor mij waarheid : Dev Patels regiedebuut Monkey Man was niet alleen heel vet, doordat hij hiermee z’n voorouders’ cultuur in een John Wick–Oldboy-achtig vechtersjasje kon gieten (en daarmee een supercoole film kon maken), maar ook lekker surrealistisch (en persoonlijk), waardoor je continu voelt dat hij deze film ‘moest’ maken. Al zal ook deze voor sommigen wel weer té progressief zijn – ik schreef “waarschijnlijk too woke voor de goegemeente” direct na afloop – maar ik had ook verwacht dat diezelfde goegemeente deze ‘Indiaas gesproken’ film sowieso al zou vermijden. Illustratief was dan ook dat luidruchtige stelletje achter ons tijdens de 23:15u vertoning van deze film, dat de lege akoestiek iets te invasief gebruikte voor hun saaie gesprek (en nog nuttelozer commentaar), en dat halverwege de film de zaal alsnog verliet. Precies op het punt dat ik me juist zat te verlekkeren op een behoorlijk groots opgezette maar ook duidelijke ontknoping…
Het verhaal
De jonge ‘Kid’ hoort in flashbacks van z’n moeder het verhaal van de half aap-half mens-god Hanuman. Trouw reciteert hij een gebedje, maar al snel zien we de volwassen Kid (Patel zelf) die met een apenmasker ogenschijnlijk illegale gevechten doet, onder de cynische leiding van Tiger (Sharlto – District 9, Chappie, The A-Team – Copley). Veel lijkt hij niet te lijden onder de vele rake klappen, maar aan de hele opzet van de film weten we ook al: Kid heeft een duidelijk doel, en dat is het aanpakken van eenieder in de organisatie van Queenie (Ashwini Kalsekar), die overduidelijke zetbaas van de stad én een paar corrupte politici/goeroes.
Samen met de hulp van politiechef Rana (Sikandar Kher) probeert Queenie namelijk een nieuwe premier aan de macht te kunnen krijgen, niet geheel belangeloos geholpen door goeroe Baba Shakti (Makrand Deshpande). Als kijkers zijn wij er dan al bijna 100% achter dat deze personen allemaal iets te maken hebben met die steeds duidelijker wordende herinnering-flashbacks van Kid, dus dat hij zo snel mogelijk wil opklimmen in Queenies horeca-vastgoed-imperium, dat lijkt wel duidelijk. Als hij na een gevecht echter voor halfdood wordt achtergelaten, heeft ie de hulp van een groep verstoten trans-personen nodig, die hem onder leiding van Alpha (Vipin – Hotel Mumbai – Sharma) weer op weet te lappen. En toen in die scènes – met Bloodsport-achtige montage!!! – een godsbeeld wel erg veel overeenkomsten met Kids enige kompaan op het werk bleek te vertonen, toen wist ik het: al die symboliek die overal doorheen verweven zit, die gaat dit verhaal best groots tot een conclusie laten komen…
“John Wicky“- & reli-origin overflowing story…
Ja, in een foute bui zou “John Wicky” – als lompe mix van “John Wick” en “curry” – een manier zijn om deze fim in een soort oneliner te ‘vangen’. Nu ben ik niet zo van het bewust beledigen, dus als Indiase mensen zich met die ‘curry-vergelijking’ onheus bejegend voelen: excuses. Maar dat de stuntman-van-Keanu-turned-regisseur-van-de-John-Wick-franchise Chad Stahelski op de aftiteling bedankt wordt, dat is dan allang geen verrassing mee. Dat Jordan – Us, Nope – Peele als producent volgens Patel degene was die de film redde, dat toont vooral het immens persoonlijke doorzettingsvermogen van de maker zelf. Want dat hij deze film móest maken, dat voel je aan alles. Daarom zit de film ook zo enorm vol met metaforen en verwijzingen naar zowel het klassieke Indiase verhaal over die half-aap-half-mens-god Hanuman als naar tal van films waar Patel zeer zeker inspiratie uit gehaald heeft. Waardoor alle vechtscènes ook heerlijk top gechoreografeerd bleken. Het viel me namelijk geen enkele keer op dat ook maar iemand van de bad guys even op z’n beurt moest wachten (wat je ook in de beste vechtfilms wel eens ziet hoor, dat ze wel allemaal in volgorde de aanval moeten kiezen, waardoor er soms wel eens één of twee in moeten houden). Dat kan overigens ook in de montage gered worden, maar de vechtscènes bestaan ook uit opvallend lange shots, dus zeker ook veel credits voor de stuntchoreografie.
Terwijl de film dus eigenlijk is opgezet als een soort origin story voor een wel erg coole Indiase superheld. En of dat nu wel of niet een god is, dat wordt gelukkig nergens zwart-wit uitgelegd…
Cast & crew
Patel viel mij logischerwijs ook als eerste op in Danny Boyle’s Slumdog Millionaire, maar ik was vooral blij dat ik hem zoveel kon zien in het onvolprezen The Newsroom (tv). Daarna ging het even vrij snel met z’n carrière, met rollen in The Best Exotic Marigold Hotel, Chappie, The Man Who Knew Infinity, Lion, Hotel Mumbai en The Personal History of David Copperfield, maar daarna leek het – mede door de coronapandemie – wat rustiger te zijn geworden. Totdat hij me dus geweldig verraste met The Green Knight in 2021. Maar wat bleek: het was zeker niet alleen de coronapandemie die z’n acteercarrière wat leek te onderbreken: hij was druk bezig met zijn eigen regiedebuut. Een project dat zonder Patels passie waarschijnlijk wel tien keer gestopt was. En die passie voel je overal doorheen.
En mogelijk dus ook wel iets teveel, want hij wil er ook echt ontzettend veel in stoppen. Corruptie in de Indiase politiek, de onderdrukking van ‘de ander’, religie & mythologie, en dat allemaal verwerkt in een wraakverhaal dat misschien iets te vaak teruggrijpt naar flashbacks om echt IEDEREEN die motivatie te laten begrijpen. En dat dan dus afgewisseld met behoorlijke in-your-face-brekende-botten en bloederigheid die je van zo’n ‘grote’ film niet altijd verwacht. Vandaar ook dat Oldboy wel even voorbij kwam in m’n hoofd, al heeft Patel zeker ook The Raid wel gezien, verwacht ik…
Final credits
In de handen van velen was dit een behoorlijk standaard formulefilm geworden, maar Patel heeft niet enkel het geluk dat hij dit verhaal té belangrijk vond om het simpel te maken, hij durft ook gewoon voor ‘groots’ te gaan. Dat daarin niet alles perfect werkt, en dat hij daarnaast ook een groot deel van het publiek (dat liever naar de Hollywoodstandaard kijkt) ook wat wegjaagt, dat maakt Monkey Man voor mij vooral vetter, en zeker interessanter.
Een origin story die van mij zelfs wel tot franchise uit zou mogen groeien, zeker als regisseur Patel nog wat meer op de acteur Patel durft te vertrouwen. Die overdaad aan flashbacks maakte het namelijk ook onmogelijk (lees: “té risicomijdend?”) om níet te begrijpen wat z’n bedoeling was. Terwijl hij als acteur over meer dan genoeg mimiek beschikt om dit niet allemaal ook nog in een zo overduidelijk plot te moeten verankeren. Had ie dat gedurfd, dan was er wat ‘ruimte’ overgebleven, en had er wat mij betreft nog wel wat meer over die mysterieuze godheid in gemogen…