Sing Sing (2023)
Vooraf wist ik enkel dat Colman – Candyman, Rustin – Domingo een schijnbaar Oscarnominatie-waardige performance afleverde in deze film. En door de titel wist ik dat het een gevangenisfilm was. Maar wat ik niet wist, was dat de film een waargebeurd verhaal vertelt, waarin buiten Domingo en een niet-te-‘voorkomen’-acteur-in-zulke-verhalen enkel (ex-)gevangenen voornamelijk zichzelf spelen. Waarbij de persoon die Domingo speelt in de film zelf (als cameo-karakter) een handtekening komt vragen aan ‘zichzelf’.
Sing Sing biedt een prachtig menselijke inkijk in die wereldberoemde en/of -beruchte titulaire gevangenis (waar ikzelf ooit met de trein langs kwam) en is daarnaast de beste promotiefilm voor het Amerikaanse Rehabilitation Through the Arts-programma, a.k.a. RTA.
Het verhaal
John Divine G Whitfield (Domingo) zit al jaren waarschijnlijk onschuldig in de gevangenis. Maar je ziet ook direct dat het al zo lang is, dat Divine G’s motivatie om z’n onschuld alsnog te bewijzen nogal verdoofd is door de constante afwijzingen. De film doet het zelf nergens, maar als je ziet hoe groot het percentage zwarte personen in die gevangenis is, dan voel je overal het systemische racisme doorheen. Maar daarover gaat Sing Sing (helemaal) niet. En voor mensen die de titel niet direct als gevangenisnaam herkennen: het is ook geen musical met veel gezang.
Het is echter wél een film over een andere kunstvorm: theater. Divine G is namelijk één van de voortrekkers van de toneelgroep in de gevangenis, die door het spelen van Shakespeare (maar ook zelfgeschreven stukken van o.a. G zelf) stiekem natuurlijk ook best wel wat onverwerkte zaken verwerken. Een soort van rehabilitatie door je bezig te houden met kunst ja…
Als voor een nieuw stuk de mannen de nogal gevaarlijk (willen) uitziende Divine Eye (Clarence ‘Divine Eye’ Maclin) vragen, weten ze dan ook wel dat er mogelijk wat spanning op komt te staan. Zeker als Divine Eye de Hamlet-hoofdrol in het nieuwe sci-fi-tijdreis-historische-epos wil spelen; een rol die normaliter automatisch naar Divine G zou gaan. Maar aan zo’n beetje ‘alles’ in de film voelen we dat alle mannen wel ergens doorheen moeten, en mogelijk dat Divine G zelf ook nog niet zo ‘ver’ is als hij zelf zou willen…
A recipe for disa… drama!
Ja, de spanning zit er goed in, omdat je weet dat de mannen die zichzelf bijna vrijwillig onder emotionele spanning zetten (doordat ze echt wel naar hun emoties ’toe’ moeten), allemaal ook veroordeelde criminelen/moordenaars zijn. Dus de dreiging van zwaar geweld loert overal doorheen. En zeker Divine Eye’s ogen spuwen eerder kogels dan liefde aan het begin van de film. Maar de filmmakers weten redelijk goed wat ze doen, want hoe ‘simpel’ het in m’n hoofd ook klinkt als ik zo terugdenk aan de film, zo indrukwekkend vond ik het eindresultaat. Niet dat Sing Sing in m’n top 10 van dit jaar komt, maar de film past ook wel ergens halverwege tussen Oscarwinnaars CODA en The Shawshank Redemption, om effe wat ‘grootsheid’ te taggen. En ik noem CODA niet alleen omdat de ingehuurde theaterregisseur in de film wordt gespeeld door misschien wel Hollywoods beroemdste child of deaf adults (oftewel C.O.D.A.), maar ook omdat de film door z’n waargebeurde basis een vergelijkbare ‘gunfactor’ meekrijgt (al viel die gunfactor inzake CODA bij mij grotendeels weg toen ik ontdekte dat het ‘slechts’ een remake van een Franse film was). Als in: je wilt op een gegeven moment ook dat de film gaat slagen, omdat je gaat rooten voor de karakters. En dan verdwijnt ook mijn kritische houding wel wat…
Cast & crew
Dat beroemde kind van dove ouders is naast Domingo ogenschijnlijk de enige andere professionele acteur in de film: Paul Raci. En die herken jij waarschijnlijk ook direct van z’n Oscargenomineerde bijrol in Sound of Metal, die best vergelijkbaar is met z’n rol hier. Daarnaast wordt Domingo dus ‘overal’ genoemd in Oscarvoorspellingslijstjes, en hij begint zó goed te worden, dat het qua waardering misschien zelfs een beetje tricky wordt: ik verwacht inmiddels altijd direct met het mee te kunnen gaan. Nu ken ik ‘m niet van z’n rol in meer dan 100 Fear the Walking Dead-afleveringen (of die acht afleveringen van Euphoria), maar wel van Candyman én z’n vorige film, waarvoor hij ook al genomineerd werd voor dat gouden beeldje (voor z’n rol als mensenrechtenactivist (en ‘verborgen’ homoseksueel) Bayard Rustin in de tijd van Martin Luther King)). De rest van de cast bestaat dus vrijwel volledig uit daadwerkelijke gevangenen, dus dat zij geloofwaardig overkomen, dat lijkt best wel logisch.
Toch gaat het casten van ‘echte mensen’ veel vaker mis dan hoe goed het hier gaat. Vooral Clarence Maclin was dus bijna té goed, want zijn fierceness was aardig overweldigend. Maclin, die dus Divine Eye speelt in de film, wordt overigens ook gecredit als één van de scenaristen. Samen met de ook in een cameo verschijnende Divine G en ene Brent Buell, die in de film dan/dus weer wordt gespeeld door Raci. Weet niet of je het nog snapt, maar de film geeft dus zeker ook de credits aan echte gevangenen, die ook nog eens – soms als zichzelf, soms als een ander karakter – in de film spelen. Dus dat mijn eerste opmerking na afloop “Damn, wat een eerlijke kijk in de gevangenis” was, dat is misschien best wel logisch..?
Final credits
Yes, Sing Sing is net zo goed een belangrijke film die het fantastische ‘werk’ van het RTA-programma toont (lijkt me echt iets voor Donny T. om dat af te gaan schaffen, omdat ie zo graag domme dingen lijkt te willen doen om z’n achterban het gevoel van macht/doortastendheid te geven), als dat het een intens beeld geeft van het leven in een Amerikaanse gevangenis. Waarbij de omslag in heftigheid van Divine Eye één van de meest indrukwekkende elementen van de film is. Al is Divine G’s ontwikkeling ook ‘mooi’. Zeker omdat de film nergens voor ’t makkelijke aanzetten van contrast en dergelijke gaat, voelde ik me als kijker gewoon volledig serieus genomen. Het is raar om zoiets ogenschijnlijk banaals als compliment op te voeren, maar het is er wel één. En daardoor ging ik redelijk soepel mee met het verhaal, wat misschien ook wel een reden is dat ik af en toe bijna ‘bang’ was dat één van de karakters in de film terug zou vallen (in geweld, afstand nemen, …).