Moana 2 (2024)
Door m’n bijna volledige onbekendheid met Hawaiiaanse (ontstaans)mythes was de eerste Moana een heerlijk, visueel overweldigend spektakel mét interessante coming-of-girlpower-age thematiek. Maar door diezelfde onbekendheid vroeg ik me bij deze sequel wel af of dit ‘way more out there‘-verhaal een respectvolle vertelling van zo’n onbekende mythe was, of vooral een poging om in hetzelfde realm gewoon een verhaal te creëren waar de animatoren en liedjesschrijvers hun talenten omheen mochten vouwen, met vooral het doel om te cashen op het doorlopende succes van het origineel…
Met andere woorden: op deze manier lijken er wel duizenden verhalen te verzinnen. Maar waar het eerste deel een met Whale Rider vergelijkbare thematiek had, daar moet Moana 2 ons overtuigen van iets ‘grootsers’, en dat werkt(e voor mij althans) niet zo goed als bij de eerste. Mogelijk niet zo opmerkelijk, als je weet dat het driekoppige regieteam hier of hun debuut maakt in de regiestoel, of vanuit een andere afdeling – animatie, productie, scenario – binnenstapt…
Het verhaal
We zijn inmiddels drie jaar verder en Moana (Auli’i Cravalho) exploreert als ‘wayfinder‘ de wateren rondom haar thuiseiland. Haar droom: andere mensen/stammen vinden, want ze kunnen toch niet alleen zijn? In een (handig) visioen ontmoet ze de legendarische wayfinder Tautai Vasa, die vertelt over hoe ooit alle volkeren verbonden waren via een magisch eiland. Maar dit eiland, Motufetu genoemd, is door de boze stormgod Nalo tot zinken gebracht (nee, laat die natuurwetten-fetisj los ;)), juist om de mensheid te verzwakken. Rest onze heldin niets anders dan een ‘team of misfits‘ te verzamelen en op queeste te gaan.
Natuurlijk gaan ze nooit tot succes komen zonder de hulp van halfgod Maui (Dwayne Johnson), maar die is door dezelfde Nalo – en diens hulpje Matangi – gevangen gezet in een gigantische mossel. Om hem dus eerst te bevrijden moeten ze vrede sluiten met die agressieve Kakamora-kokosnoot-‘dieren’, en wat blijkt: ook zij zijn door Nalo’s actie ooit afgesloten van hun thuiseiland, en hun agressie blijkt vanuit een ander perspectief ook gewoon een streven om weer ooit thuis te komen. Met andere woorden: de perfecte medestanders om het team te helpen.
Zo gezegd, en bijna zo gedaan weten ze de mossel te verdoven, Maui te bevrijden en hun finale meesterplan te smeden, waarbij je wederom al je kennis over natuurwetten volledig aan de kant moet schuiven, om mee te kunnen gaan in iets wat mogelijk een interessant diep ‘wederopstanding’-verhaal zou kunnen zijn, als je (nog) meer moeite doet om diepgang te vinden, dan dat ik normaliter (en vaak ook onbevredigend/nutteloos?) al doe…
Disney-vehikel
“Niet zeuren Filmofiel, dit is een animatie en dus voor kinderen!“, zou je nu mogelijk kunnen denken. Maar waarom zou je bij een animatie moeten kiezen voor één doelgroep. Je kunt ‘makkelijk’ een verhaal schrijven dat voor volwassenen interessant is en dat voor kids genoeg visueel spektakel heeft om ze anderhalf uur geboeid te houden. Maar daar lijken ze hier toch niet al teveel extra moeite in gestoken te hebben. Ja, er gebeurt visueel ontzettend veel, en ik vond de manier waarop ze via musicalnummers best wat (makkelijk) achtergrondverhalen en -gevoelens brachten best goed geschreven. Al zette ik die “(makkelijk)” ertussen, omdat het natuurlijk ook altijd een soort van cop out is, als je je karakters letterlijk laat zeggen/zingen wat ze voelen (in plaats van dat je dat zelf afleidt uit wat ze doen). Maar de makers tonen hiermee in elk geval wel aan dat ze weten wat de motivaties van die zingende karakters moeten zijn…
En ja, dit lijkt dus eerder een animatie die zich op een wat jongere (, minder kritische?) doelgroep richt. Mogelijk dat ze daarom ook dat superschattige TOP-Disney zusje (zie still hierboven) vrij schaamteloos jouw betrokkenheid laten vergroten..?
Crew
Waardoor dit deel in de franchise dus niet zo ‘authentiek’ of zo aanvoelt. Ik ga overigens heel hard “SORRY” zeggen als blijkt dat ik vanuit m’n westerse blik niet door had dat dit wel degelijk een belangrijk onderdeel van de (Hawaiiaanse) mythologie is (en daardoor dus foutief concludeerde dat je zo nog wel 100 vervolgen kunt maken, als je er van alles bij mag verzinnen), maar ik kreeg vooral een “hey, die commerciële boys bij Disney weten wel hoe ze risicovermijdend toch wel wat geld kunnen verdienen!“-gevoel, wat ook wel past bij de makers van dit tweede deel. Nu was één van de schrijvers (Jared Bush) wel betrokken bij het origineel, maar de rest lijkt vooral gekozen om uit te voeren wat productiemaatschappij Disney wilde: het commerciële succes van deel 1 valoriseren, vermarkten, uitbuiten, neoliberaliseren en/of prrrrrrttttttttt…
Final credits
Sorry, zo cynisch wil ik helemaal niet eindigen (hoe groot m’n weerstand tegen onmenselijke winstmaximalisatie ook is), want voor een zaterdagavond waarop ik me niet helemaal fit voelde, was dit een aardige vlucht uit de cynischer makende nieuwsprogramma’s op la television…
Maar als je het tijdens de film helemaal niet zo erg vind om wat van de film te gaan missen omdat je aan een call of nature (lees: toiletbehoefte) moet voldoen, dan is dat nooit een teken dat je megadiep in een verhaal zit. En nogmaals: dat was in het eerste deel wél het geval…