Warfare (2025)

WarfareWil je erachter komen hoe mega-heftig oorlog is, dan is Warfare dé film voor jou. Niet normaal hoe intens de beleving tijdens deze film is, zeker als na de titel het waargebeurde verhaal in real time verteld wordt. Niet voor tere zieltjes dus, maar eigenlijk toont de film – naast de enorm strak geregisseerde professionaliteit van zo’n NAVY Seals-team – hoe volkomen nutteloos oorlog eigenlijk is, en dan met name de Irak-oorlog.
Geregisseerd door Ray Mendoza, één van de voormalige NAVY Seals zelf, bijgestaan door topregisseur (en scenarist) Alex – Ex Machina, Devs (tv), Annihilation – Garland, die Mendoza eerder inzette als militair adviseur bij Civil War

Het verhaal
Het is 2006, ten tijde van de Slag om Ramadi, als we bij de begintitels al lezen dat de hele film enkel is gebaseerd op de herinneringen van de aanwezige soldaten zelf. Soldaten van een NAVY Seals-team, dat als sluipschutter-eenheid een ander team moet ondersteunen. Na een geweldige openingsscène op muziek van Erik Prydz zien we hoe het team ’s nachts een huis uitkiest (terwijl er in die beginscène eigenlijk niks gebeurt, is het echt ín het team meelopen van de camera al superspannend), van waaruit ze goed zicht op de omgeving hebben. Dat er in dat huis twee gezinnen wonen, dat is dan jammer voor hen: zij worden bij elkaar in één kamer gezet en onder schot gehouden.

Nadat we dus in die real time-vertelling zijn aangekomen, blijkt direct hoe enorm strak zo’n team te werk gaat. Ray Mendoza (gespeeld door D’Pharaoh – Reservation Dogs (tv) – Woon-A-Tai) is de zogenaamde communicatieofficier die minutieus alles wat er vanuit overhead drones en door sluipschutter Elliot (Cosmo – Shogun (tv), Raised by Wolves (tv), The Alto Knights – Jarvis) wordt gadegeslagen interpreteert en doorgeeft, en daarin zit een meticulousness die mij deed denken dat het Amerikaanse leger best wel eens blij zou kunnen zijn met deze film (al lijken ze niet expliciet meegewerkt te hebben, als ik de aftiteling goed genoeg bekeken heb…).
Het lijkt echter dat het team toch is opgemerkt door Iraakse strijders, want er vinden steeds meer activiteiten plaats rondom het huis. Maar zelfs als er een granaat naar binnen wordt gegooid en Elliot lichtgewond raakt, blijft iedereen echt ijzig kalm. Wel vragen ze direct een evacuatie-tank aan, zodat Elliot in veiligheid kan worden gebracht. Als die aankomt gaat het echter nogal mis, en zitten we ineens middenin de HEL die oorlog voor iedereen is. Het geschreeuw van één van de gewonden gaat echt door merg en been, en teamleider Erik (Will – We’re the Millers, Death of a Unicorn, Midsommar – Poulter) heeft ook zo’n klap gehad, dat hij blij is dat hij nog op tijd een ander team, onder leiding van Jake (Charles – Bad Boys for Life, May December – Melton), kan oproepen om de uiteindelijke evacuatie te leiden…

Warfare-recensie: kijkje in de HEL die oorlog heet, zonder enige verheerlijking, en ogenschijnlijk als oorlog ook nutteloos..?

Intense kijk IN oorlogshel
Ja, vanaf het moment dat die bijna té sexy clip in de film overgaat in het plot van de film, klapte ook de muziekmix snoeihard in je hoofd. Met andere woorden: kijk deze film in een zaal met zo goed mogelijk geluid, want dat maakt alles nóg intenser. Niet dat de beelden niet al een blijvende impact zullen hebben hoor, want de beklemmende paniek en heftigheid zie je niet zo vaak op film. Ja, Sam Mendes lukte dat ook met 1917, maar dat was vooral zo intens omdat die film ogenschijnlijk in één shot was gefilmd (wat overigens niet zo is, maar de 35 ‘losse’ shots zijn wel zó goed aan elkaar geplakt, dat de illusie volkomen werkt). Hier lijkt de camera gewoon één van de karakters in de film, waarbij je best af en toe weg wilt kunnen duiken. Misschien dat het daarom ook wel zoveel indruk maakte, dat het leek alsof vooral de leidinggevende zó enorm in control waren, tot dat dus ineens niet meer het geval was, en het eigenlijk één grote chaos is, waarin je amper tijd hebt om adem te halen, want wie weet mis je dan net die ene aanvaller, of handgranaat…

Cast & crew
Ja, ik heb dus zo’n beetje iedereen die in de film te zien is ook getagt hieronder. Misschien wel omdat eigenlijk iedereen zulke intense dingen meemaakt, dat ik ze ook allemaal beter herinner? De bekendste koppen zijn natuurlijk die van Jarvis (die ik in Shogun helemaal niet zo goed vond, wat deels kan komen door m’n vaker beschreven oosters-vs-westers-acteer/regie-‘moeilijkheid’, maar daardoor irriteerde hij me wat in die veelgeprezen serie), Poulter, Melton en Quinn. Het contrast tussen Quinns kortgeschoren koppie en hoe hij er op promotiefoto’s voor de film (en z’n rol in Gladiator II) uit ziet, dat is best groot. Michael Gandolfini is inderdaad de zoon van, en Mendoza laat zichzelf wel spelen door waarschijnlijk de initieel coolste gast in het team; een taak die Woon-A-Tai met verve op zich neemt. Officieel heet deze Emmy-winnaar (voor die serie over Native American-jeugd) D’Pharaoh Miskwaatez Loescher McKay Woon-A-Tai. Hij is lid van de First Nation Anisininew-stam, maar speelt hier ook vrij overtuigend Ray Mendoza zelf.
En deze Mendoza werd dus bijgestaan door Garland, die eerder helaas heeft aangegeven dat Civil War z’n laatste regieklus was. Hij wil zich nu vooral toeleggen op het schrijven (waarmee hij ook ooit doorbrak; nadat zijn roman The Beach door Danny Boyle werd verfilmd, schreef hij ook Boyle’s 28 Days Later en Sunshine), maar hij maakte dus enkele van de interessantste én vette films en series van de laatste decennia.

Final credits
WarfareWeet je, normaal ben ik nogal kritisch op Amerikaanse-oorlogsverheerlijkingsfilms, dus bij Warfare voelde ik vooraf ook wel wat ‘wrijving’. En ja: de professionaliteit van zo’n Seals-team heb ik hierboven meermaals terecht moeten ‘prijzen’, maar als film is Warfare zeker geen oorlogsverheerlijking. Het lijkt vooral bijna een embedded verslag van een mij eerder totaal onbekende slag in een oorlog die in totaal zo’n acht jaar heeft geduurd, en waar historici later over mogen beslissen of deze nog mislukter was dan de Vietnamoorlog of niet.
Wat wel blijft staan, is dat ik het toch wel voelde, toen tijdens de aftiteling een deel van de echte hoofdrolspelers op de set de acteurs schijnbaar ontmoette, en een daar genomen foto toont dat de onderlinge kameraadschap die binnen zo’n team heerst niet ‘weggeschoten’ kan worden. Al vrees ik wel voor de gruwelijke psychische schade die zo’n oorlog ook degenen berokkent die vechten voor de agressor (de Amerikanen zelf in dezen). Waarbij ik nu ineens terug moet denken aan een Vietnamveteraan die ik twee jaar geleden in Texas ontmoette (een goede vriend van familie daar), die vijftig jaar ná die oorlog toch nog uit het leven stapte. En nu weet ik niet van de hoed en de rand (dus of z’n traumatische ervaring in Vietnam dé reden was), maar ik voel nu toch een aardige brok in m’n keel…

IMDb: https://www.imdb.com/title/tt31434639