Tyrannosaur (2011)
Acteur Paddy – In America, Dead Man’s Shoes – Considine’s regiedebuut Tyrannosaur veelbelovend noemen is ongeveer net zo’n understatement als zeggen dat hoofdrolspeler Joseph een behoorlijk kort lontje heeft. Want boy, wat zie je hem worstelen met z’n opgekropte woede en onvermogen om daar ‘normaal’ mee om te gaan.
En hoe knap is het van een debuterend regisseur (en van acteur Peter Mullan) om je hoofdrolspeler in de eerste scène z’n hond dood te laten trappen en je het dan toch voor elkaar krijgt dat we met hem mee gaan leven gedurende de film..?
Okay, Tyrannosaur is een zwaar sociaal Brits drama. Ik kijk niet veel Ken Loach- of Mike Leigh-films, mede vanwege ’t feit dat ik gewoon niet altijd zin heb in zoiets rauws en realistisch. Aan de andere kant blijven de films die ik dan van hen gezien heb wel hangen en zijn ze zeker erg goed gemaakt. Maar: ik heb niet altijd zin om naar andermans misère te kijken. Mogelijk ben ik daarvoor nog altijd wat teveel door Hollywood geconditioneerd, of misschien verblijf ik toch nog altijd best graag in m’n eigen veilige en fijne ‘omgeving’.
Gelukkig kan ik die (beperkende) drang naar die ‘veiligheid’ steeds vaker loslaten, want anders had ik een film als Tyrannosaur nooit gekeken en was ik er zeker nooit zo van onder de indruk geweest. Niet dat ik het de beste film van het jaar vind, maar ik denk wel dat deze film nog lang ergens in m’n achterhoofd zal blijven hangen en ik verwacht ook wel dat ie in een “top 25”-lijstje gaat komen. Ben ook benieuwd of de film z’n ‘price winning streak’ door kan trekken richting de Oscars, alhoewel ik verwacht dat ie daarvoor iets té rauw zal zijn. Wel won de film al (debuut)prijzen op Sundance en in Zweden, Rusland en Frankrijk, to name a few.
Okay, kort iets over het verhaal. Peter Mullan, zelf regisseur van o.a. Neds en The Magdalene Sisters, speelt weduwnaar Joseph. Hij is werkloos en zuipt zich elke dag compleet van de wereld. Dat resulteert er nogal eens in dat hij de enorme woede in hem niet meer in kan houden, en in de eerste scène is z’n hond daar de dupe van. Toch zien we ook direct z’n hulpeloosheid, want hij weet zelf ook wel dat hij een cunt is. Dat was hij al toen z’n vrouw nog leefde (daaruit volgt ook de ‘directe’ titelverklaring), en gelukkig wordt de reden hiervoor nergens conventioneel uitgelegd. Waarschijnlijk was z’n pa ook zo’n alcoholist en werd hij vroeger zelf geslagen, maar zoals ik al zei: daarvoor wordt (gelukkig) geen duidelijke reden gegeven.
Als hij op ’n dag weer een uitbarsting voelt opkomen ‘vlucht’ hij in de liefdadigheidswinkel van Hannah (Olivia Colman) en verschuilt zich tussen haar kleding. Klinkt mogelijk raar, maar die scène toont z’n kwetsbaarheid, en daarmee z’n menselijkheid en misschien wel onze hoop tot iets van verlossing voor deze kerel. Hannah is een goed-gelovige vrouw, en dat geloof blijkt ze maar al te hard nodig te hebben in haar schijnbaar goede huwelijk met James (Eddie – Happy-Go-Lucky – Marsan). Ze wordt zwaar geterroriseerd en al snel hoopte ik ergens dat Joseph James eens goed op z’n plek zou gaan zetten. Maar dat zou mogelijk weer wat té conventioneel zijn, en daarvoor blijft Considine waken.
Natuurlijk kon je in films als In America, Submarine, maar zeker in Dead Man’s Shoes al zien dat Considine niet zomaar een acteur is die z’n werk komt doen. Okay, mogelijk dat hij dat in Blitz wel deed als homofiele internal affairs-cop, maar zijn intelligentie zie je in de meeste van z’n rollen wél terug. In combinatie met zijn ervaring als acteur zorgt dat ervoor dat hij Mullan en Colman de juiste ruimte geeft om hun karakters zo goed mogelijk neer te zetten. En dat draagt deze film grotendeels.
Ik moest bij Joseph denken aan mijn buurman, die ik lang als chagrijnige zeikerd zag, totdat ik erachter kwam wat voor ellende hij in z’n leven heeft meegemaakt. Dan kan ik heel niet-sociaal (lees “onervaren”) zeggen dat hij mij niet ‘lastig’ moet vallen met z’n gezeik en negativiteit, maar ik kan m’n ogen ook openen voor nuance en de pijn van anderen. En dat doet Paddy Considine dus ook erg goed in Tyrannosaur. Of je daar nou zin in hebt of niet, dat is jouw zaak.
Zoals een user comment op IMDb meldt: “Very tough viewing, but worth it“.
Heb 'm zojuist gezien. Wow… erg mooi, en inderdaad mijn straatje. Wat dan wel gebeurt bij mij is dat ik – juist wanneer een film zo dichtbij komt – de gebreken nog duidelijker voel. Als in, hij raakte me niet tot op het bot; hij bleef iets teveel op afstand. Ik voelde een diepe heftigheid aankomen die uiteindelijk net niet doeltreffend genoeg verwezenlijkt werd. Is wel 's vaker bij Britse films, voor mij. Hij is echt heel mooi en kostbaar, maar een net tikkeltje off. Dat kwam dus paradoxaal omdat hij zo mooi was. Get it.
-Fabe
Dat is dus precies hoe ik over Melancholia denk.
Om maar een zijstraat in te slaan ;p
Yep, ik had het bij Melancholia ook een beetje, maar die kwam wel een stuk dichter in de buurt voor mij – qua verwachting/hoop en uiteindelijke film. Film over de relatie tussen 'waarheid' (Justine) en 'illusie' (Claire) tijdens de confronterende eindklap. Mooi hoor.
Wat het des te jammerder maakte dat ik Lars von Trier zijn verbitterde arrogantie er doorheen proefde. Maar zoals gezegd, nog steeds erg mooi.
Tja, qua persoonlijkheid is von Trier nooit een 'maatje' van me geweest. Ik mag hem eigenlijk gewoon niet. Maar, hij weet wel waar hij mee bezig is. Ik vind de meeste von Trier films erg mooi. Fascinerend hoe dat werkt…
Jij voelt het ook, net als hij – net als ik – maar waar hij erin zwelgt, verzet jij je.
Ja, dat klopt wel. Maar… dat heb ik ook moeten leren; er naar groeien; het volbrengen. Mijn eerste (korte) films zijn allemaal ultiem zwelgen. Omdat ik het toen zo zag, en nog niet was waar ik later wel was. Da's het mooie aan het leven: alle tijd om te leven.