Johnny English Reborn (2011)
Na een dag behoorlijk hard werken was ik gisteravond dermate moe dat ik ’n lekkere simpele komedie wilde zien, en ondanks dat ik het eerste deel slechts ‘aardig’ vond, besloot ik Johnny English Reborn te kijken. Ik ben overigens enkel een ‘gemiddeld’ fan van Rowan Atkinsons strapatsen, maar moet toegeven dat dit tweede deel in z’n James Bond-spoof-serie mij gaf waar ik zin in had: gemakkelijk vermaak…
Vijf jaar geleden is English, door een mislukte missie in Mozambique, ontslagen als agent van MI7 en slijt hij z’n dagen op zoek naar innerlijke rust in de Tibetaanse bergen. Ik vroeg me kort af waar de Chinese bezetters waren, maar zo’n film is het niet natuurlijk. Nadat een rogue CIA-agent te kennen heeft laten weten enkel met English te willen praten (waarom?) wordt Johnny teruggeroepen en niet veel later moet hij een plot om de Chinese premier te vermoorden zien te voorkomen, terwijl hij natuurlijk geen flauw benul heeft wat ie aan ’t doen is…
Ik merk nu al dat ik niet al te veel moet schrijven over deze film, want ik voel dat m’n ironie ‘eruit’ wil. Waarschijnlijk ook de reden dat deze film bij z’n release nogal negatieve recensies kreeg. Want neem de film en z’n erg cliché verhaal serieus en je hebt genoeg te bekritiseren. Kijk ‘m als een flauw tussendoortje, met een opvallend hoge production value (de camera werd bediend door Danny – The King’s Speech – Cohen, terwijl de production design in handen was van Jim – Children of Men, Love Actually – Clay), en het is een meer dan vermakelijk geheel. Ook al zie je vrijwel alle grappen van heel ver aankomen en velde ik m’n tenen ook een keer krommen bij het zien van wéér zo’n über-domme actie van Engelands rijkste TV-ster aller tijden…