De rouille et d’os (2012)
Ik denk dat ik er goed aan doe om zo snel mogelijk deze recensie te schrijven, want hoe langer ik wacht, des te groter de kans dat m’n praise voor deze film ongeloofwaardige vormen aan gaat nemen, want wát een prachtige, menselijke, pijnlijke maar ook o zo mooie film is dit zeg. En dan begint en eindigt de film ook nog met een nummer van Bon Iver.
Ja, deze gaat erg lang blijven hangen…
De rouille et d’os vertelt het juist niet-geromantiseerde liefdesverhaal tussen Alain/Ali (Matthias – Rundskop – Schoenaerts) en Stéphanie (Marion – La vie en rose, Midnight in Paris – Cotillard). Hij is een ex-bokser die met z’n zoontje vanuit België naar z’n zus in Zuid-Frankrijk vertrekt, en onderweg zien we hoe moeilijk ze ’t hebben en hoe hard ze een ’thuis’ nodig hebben. Zij is een orkatrainer in een Sea World-achtig park in Antibes (Zuid-Frankrijk). Beiden zijn getekend door ’t leven, maar die ’tekening’ wordt gedurende de film nog wel wat harder. Zo komt hij via allerlei baantjes uiteindelijk in het illegale knokcircuit terecht, terwijl zij een gruwelijk ongeluk op haar werk te verwerken krijgt. Veel meer ga ik daar niet over zeggen, maar de kwaliteit van de gebruikte CGI wordt enkel overtroffen door de subtiliteit hiervan, wat ook nog eens functioneel is in ’t verhaal…
Ik wil nu typen hoe prachtig origineel ’t liefdesverhaal is (in tegenstelling tot cliché-filmromances), maar ik wil niet dat je hier tijdens het kijken teveel op gaat focussen doordat ik hier de aandacht teveel op vestig. Daarvoor is de film ook te rijk, want het is net zo goed een bijna Dardenne-achtig sociaal drama (de twee Dardenne-broers traden ’toevallig’ ook op als producenten) van mensen die een ontzettende hoeveelheid pech moeten zien te overwinnen om enkel te kunnen overleven. En waarschijnlijk voelt eigenlijk alles in de film zo ‘goed’ aan doordat het zo realistisch wordt gebracht. Mensen die ondanks hun gebreken met elkaar omgaan. Gebreken, waar menigeen aan onderdoor zouden gaan, maar waar bekrompen mensen ook over zouden zeggen dat het hun eigen schuld is. Eén van regisseur Jacques – Un Prophète – Audiards grootse kwaliteiten in deze is hoe hij toont dat ‘mens zijn’ juist bestaat uit het maken van fouten en hiermee leren te leven.
En dit is overigens wel mijn interpretatie, want Audiard is veel te subtiel om dat te ‘zeggen’.
Voor sommige zal de combinatie Stéphanie-Ali wat ongeloofwaardig over komen, maar dat komt waarschijnlijk doordat we van Cotillard niet zo’n rauwe rol gewend zijn en je mogelijk niet wílt dat ze valt op een ‘beest’ als Ali. Waar Cotillards mimiek je zo meetrekt in haar pijn en onvermogen, daar is Schoenaerts – net als in Rundskop, maar op een andere en net zo functionele manier – een stuk beestachtiger, waardoor hij je wat meer op afstand houdt. Tot die scène waarin het juist dit beestachtige oerinstinct is dat voorkomt dat de film vrijwel ondraaglijk zou zijn geworden.
En nu voel ik inderdaad weer wat koude rillingen over m’n rug lopen…
Weet je, het enige dat me ietsjes in de weg stond, was dat ik Schoenaerts’ rol wat teveel vergeleek met die in Rundskop. Hij is wederom flink ‘opgeblazen’ qua spieren, alhoewel hij hier de ‘uitgezaktheid’ van een ex-bokser toont, niet de anabolenbody zoals in Rundskop. Maar ik kon die andere rol dus moeilijk loslaten. Maar gelukkig gebruikt hij z’n oerkracht in deze film op vele vlakken, en wat komen die knokscènes ook ontzettend goed over. Natuurlijk komen deze nóg beter aan doordat ’t verhaal me zo greep, maar dat is zeker ook de verdienste van Schoenaerts. Het is dan ook niet raar dat Hollywood al keihard op z’n deur staat te bonken. Hij kreeg de hoofdrol in de remake van RoboCop al aangeboden, maar die wees hij om begrijpelijke redenen af (nu wordt de rol gespeeld door Joel – Snabba Cash – Kinnaman, btw). Gelukkig laat hij z’n hoofd dus niet op hol brengen, maar dat hij internationaal op doorbreken staat is wel duidelijk.
Dat Marion Cotillard zo goed kon acteren wisten we natuurlijk al, maar de rauwe kwetsbaarheid die ze in deze film toont had ik nog niet van haar gezien. En leuk dat Bouli – Eldorado – Lanners ook nog even voorbijkomt…
Ja, zet deze maar vast op de shortlist voor de Oscar voor Best Foreign Language Film.