The Campaign (2012)
Waarschijnlijk is The Campaign regisseur Jay Roach’ humoristische uitlaatklep voor het maken van wel degelijk serieuze politieke films. Want waar The Campaign veel meer met heerlijk lompe Will Ferrell-humor dan met serieuze politiek te maken heeft, daar won zijn Game Change (over de aanstelling van Sarah Palin als running mate van John Cain bij de verkiezingen van vier jaar geleden) onlangs nog vier Emmy’s, waaronder die voor beste regie en beste TV-film/miniserie. Wat lijkt het me heerlijk om als filmmaker zoveel leverage te hebben dat je in één jaar dus zowel ’n serieuze als ’n quatschfilm over ’n soortgelijk onderwerp kunt maken…
Het verhaal
Maar The Campaign is dus de quatsch-variant. Will Ferrell speelt het zittende congreslid Cam Brady, die op het punt staat om z’n vijfde termijn in te gaan, simpelweg omdat er geen concurrenten zijn. Enter de Motch-broers (John Lithgow en Dan Aykroyd), die via slinkse manieren Brady’s district aan China willen verkopen en dan ook nog goedkope Chinese arbeiders naar Amerika willen halen om op transportkosten te kunnen bezuinigen. Als Brady echter iets te indiscreet z’n seksuele escapades openbaar maakt daalt z’n houdbaarheid als politicus aanzienlijk en besluiten de Motch-broers om zelf ’n andere kandidaat naar voren te schuiven. Gelukkig is de zoon van ’n bevriende miljonair heerlijk dom, maar maatschappelijk gezien net genoeg geëngageerd, en daarmee dus exact de juiste kandidaat. Natuurlijk blijkt deze Marty Huggins (Zach Galifianakis) toch wat minder dom dan de broers dachten, en als ze hem dan initieel ook nog eens klaar hebben laten stomen door de beste spindoctor van ’t land (Dylan McDermott), blijkt hij uiteindelijk ’n gedegen tegenstander van al dit gelobby…
Maar laat ik daar ophouden, voordat je gaat denken dat The Campaign wél scherpe kritiek heeft op ’t Amerikaanse kiesstelsel. Natuurlijk zit dat er wel achter, maar de situaties zijn zó over-the-top dat er van enige serieuze kritiek weinig over blijft. De focus ligt hier op Ferrells bekende en herkenbare ‘guy next door‘ met flink wat anger management issues. Hij is de bekende sukkel, die per ongeluk bijvoorbeeld met volle vuist de fopspeen uit de mond van ’n baby slaat (zie hierboven). Daarnaast weet je dat het moment waarop hij écht z’n geduld of zelfcontrole verliest zeker komt, waarmee hij zich nóg meer in de nesten werkt. En ook nu wordt hij (en de film) dan onverwacht LOMP, zeker als Huggins ‘m wat extra uitdaagt. Ik vind z’n leeuw-tonijn-tirade tegen Mark Wahlberg in The Other Guys nog altijd z’n beste scène op dit vlak, maar hoe hij Marty’s vrouw in deze film aanpakt is ook hilarisch…
Motch vs. Koch
Yes, voor fans van Ferrell (zoals ik) is het zeker genieten. Ook Galifianakis’ karakter is allereerst herkenbaar, want hij begint als ‘n uitvergroting van z’n The Hangover-typetje. Daarna wordt hij onder invloed van de spindoctor dus wel steeds cooler, maar heel diep heeft Galifianakis niet hoeven te graven volgens mij. Maar eigenlijk vind ik dat bij deze film helemaal niet erg, zeker omdat ik weet dat de makers dus wel degelijk ook serieus met dit onderwerp om gaan, al is dat dan in ’n andere film.
Al bevat de film dus genoeg onderliggende links naar hoe het er ‘echt’ aan toe gaat in Washington. Zo zijn de Motch-broers zeer duidelijk gebaseerd op de Koch-broers, twee olie-miljardairs die nogal stevig lobbyen om de wetgeving inzake donaties aan politici in Amerika te versimpelen, zodat rijke mensen makkelijker meer macht kunnen uitoefenen. In feite dus tegenstanders van onze vorm van democratie.
On-Hollywoods?
Maar zoals ik al zei: serieus wordt de kritiek nooit. Wat ook opvalt is dat waar normaliter Hollywood nogal richting democraten neigt, daar wordt hier geen partij gekozen. Waarschijnlijk weet Cam Brady zelf trouwens ook helemaal niet dat hij voor de democraten mee doet (’n leuke onverwachte keuze), zolang hij maar mee kan blijven doen. En bij de idealistische Huggins gaat het uiteindelijk ook om de inhoud en niet dat hij dit in de vorm van de republikeinse tegenkandidaat doet.
Ja, The Campaign is ’n makkelijk en af en toe hilarisch tussendoortje; een film met zeer veel leuke, lompe en erg ‘laag-bij-de-grondse’ grappen, maar ook een film waarbij het niet zoveel uit maakt of je tussendoor even koffie gaat halen of naar ’t toilet moet. Al zullen fans van Ferrell en/of Galifianakis dat natuurlijk nooit doen.
En ik? Ik ga nu heel snel Game Change kijken…