The Do-Deca-Pentathlon (2012)
Dat ik fan ben van de Duplass-broers zal niet als ’n verrassing komen. Na The Puffy Chair, Cyrus en Jeff, Who Lives at Home (en ’n flink aantal films waarin Mark Duplass acteert, als Humpday, Your Sister’s Sister en Safety Not Guaranteed) zag ik afgelopen weekend The Do-Deca-Pentathlon, niet alleen ’n behoorlijk lastige naam om te onthouden en ’n film die de broers al vóór Cyrus schoten en nu pas uitbrengen, maar wederom ’n fijne (en lichtelijk jaloersmakende) aanvulling op hun oeuvre. En qua mumblecore-/toegankelijkheid past ie ook perfect tussen The Puffy Chair en Cyrus in. Dus niet voor iedereen, maar voor fans onmisbaar…
Het verhaal
Mark en Jeremy zijn uit elkaar gegroeid als broers, en één van de redenen hiervoor is de onbesliste strijd die ze als tieners ooit uitvochten. Om erachter te komen wie de beste van de twee was verzonnen ze namelijk ooit ’n tweestrijd waarin ze in 25 ‘sporten’ zouden strijden. En omdat het twee hele gewone kerels (en jongens) zijn, zijn dat meer sporten in de categorie darten, dan in de categorie tennis, als in: je hoeft geen echte sportman te zijn om ’n potje armpje drukken te winnen, of ping-pong, of beenworstelen, et cetera…
Omdat deze strijdbijl dus nooit begraven kon worden hebben beide broers ’n aardige aversie jegens elkander opgebouwd, deels gebaseerd op jaloezie op het leven van de ander. Mark is namelijk gelukkig getrouwd, heeft ’n puberende zoon en ’n behoorlijke ‘straight‘-baan. Natuurlijk loopt hij bij ’n psychiater en heeft ie wat last van hartkloppingen, maar daar lijkt hij wel mee te kunnen leven.
Jeremy is ’n succesvol professioneel pokerspeler die ’t vrije leven leidt zonder vrouw/vriendin en met ’n snelle Chrysler 300. Hij is echter ook wat asociaal, en dat zal ook de reden zijn dat hun moeder hem niet uitgenodigd heeft voor Marks verjaardagsfeest in het ouderlijk huis. En als hij dan echter wél op komt dagen weet je als kijker al lang dat die oude strijd opnieuw gestreden moet gaan worden, of de omgeving het daar nou mee eens is of niet…
Makkelijke identificatie
Als je het nog niet had gezien aan de af en toe onnodig lijkende zooms, de zeer naturelle (en daardoor minder ‘mooie’) dialogen en het af en toe geïmproviseerde acteerwerk, dan zal bovenstaande alinea wel duidelijk maken dat ook deze film het ‘bekende’ Duplass-stempel bevat. Denk aan thema’s als de portrettering van de gewone man met al z’n begrijpelijke fouten, ’n lichte maar onderbouwde afkeer tegen standaard levens, ’n inzicht in de complexiteit van relaties en ’n begripvol oog voor de underdog. En daarin weten ze ’n realisme te creëren waardoor je de karakters vrij snel als echte mensen gaat zien. Hierbij geholpen door ’n goede casting, btw, en dat levert daarom ook een makkelijke identificatie op.
Zooms: storend of juist functioneel..?
Maar toch lijken de Duplass-broers te willen dat je niet vergeet dat je naar ’n film zit te kijken, want die schijnbaar onnodige korte zooms trekken je wel af en toe uit de illusie die film heet. Aan de andere kant: doordat deze zooms (bijna) gepaard gaan met vierde muur-breuken krijg je ineens ’n ander realisme, ’n beetje alsof jij de camera bedient en/of als ’n soort voyeur op het punt staat om betrapt te worden. En op één of andere manier werkt dat bij mij positief, maar ik ken ook genoeg mensen die dit te storend vinden…
Ik vind het erg knap hoe de onderlinge strijd tussen de broers bijna wordt neergezet als iets metafysisch, of in elk geval als iets dat van ’n totaal ander belang is dan hun ‘normale’ dagelijkse levens: de (onbesliste) strijd hangt daar ergens boven en heeft veel meer invloed op hun normale levens dan ze zelf toe kunnen geven. Daarbij wordt het belang van deze broederstrijd helemaal niet gezien door Marks vrouw en hun moeder. Zij zien er zelfs ’n gevaar in – zoals moeders dat soms beter zien, maar soms vanwege (over-)bezorgdheid ook te groot zien? – terwijl ’n afgeronde strijd voor de broers juist wel eens ’n oplossing kan bieden voor de vele problemen die zich in de afgelopen jaren opgebouwd hebben. En dat geldt zeker voor Mark, die ogenschijnlijk toch de wat meer gesettelde van de twee is.
Conclusie
Door de Duplass-broers ook nergens voor extra uitleg of zo kiezen kan ik me voorstellen dat sommige mensen moeite hebben om in het verhaal mee te gaan, juist vanwege ’n mogelijke bepaalde (Hollywood-)conditionering. The Do-Deca-Pentathlon is ’n echte mumblecore-film. Als je weet wat dat betekent, dan weet je ook of je deze film gaaf gaat vinden. Maar mocht je mumblecore níet kennen en wat ‘makkelijker’ geïntroduceerd worden in dit genre en in het werk van twee zeer interessante nieuwe filmmakers, dan is Jeff, Who Lives at Home ’n toegankelijkere ‘instapper’. Dat is namelijk de nieuwste film die de Duplass-broers hebben gemaakt, met duidelijk hun stempel, maar wel gericht op ’n groter publiek…