The Man with the Iron Fists (2012)
Nee, The Man with the Iron Fists is géén goede film. Eigenlijk ’n behoorlijk slechte. Wu-Tang Clans mede-oprichter RZA maakt dan wel heel enthousiast z’n schrijf- en regiedebuut met deze over-the-top kung fu extravaganza, en ik vind het ook best knap dat hij met behoorlijk wat doorzettingsvermogen zoiets ‘groots’ heeft weten te maken, maar als je kritisch naar deze film kijkt en ‘m serieus neemt, dan heb je zeer veel te zeiken.
Als het je echter lukt om je over heel wat overduidelijke ‘slechtheid’ heen te zetten, vooral in het eerste half uur, dan word jij misschien ook wel besmet met het campy enthousiasme van RZA. Want als ik eerlijk ben: ergens vond ik al die quatsch toch ook wel weer leuk…
Het verhaal
De plot is natuurlijk gruwelijk simpel, al doet RZA er in dat eerste half uur wel alles aan om het groots en episch te doen lijken. En dat maakt het verhaal onnodig onoverzichtelijk. Waarschijnlijk omdat hij z’n initiële ruwe montage van vier uur terug moest brengen naar 105 minuten. En het feit dat de eerste versie vier uur duurde toont natuurlijk ook direct dat RZA weinig ervaring heeft als scenarist. De dialogen en one-liners getuigen van weinig diepgang (om effe ’n eufemisme te gebruiken), want de film bevat bijvoorbeeld ’n coole oneliner als “These motherfuckers had a Gatling gun and more bullets than China has rice.“. Daarnaast wil RZA’s karakter Blacksmith via een voice-over ook flink wat boeddhistische wijsheden erin vermengen, en dat komt bijna schattig over. Maar het toont in elk geval wat er vooral mis is met deze film: de film vliegt qua toon alle kanten op…
Maar het verhaal…
Blacksmith is, zoals z’n naam al doet vermoeden, een smid. Via ’n wat rare weg is hij in Jungle Village, China terechtgekomen, een smeltkroes van criminele bendes en clans. Gelukkig spreekt iedereen Amerikaans-Engels, en langzaam wordt duidelijk dat de leeuwenclan de meest te vrezen clan is. Blacksmith is echter verliefd op ’n hoertje uit het plaatselijke bordeel, en om genoeg geld te verdienen om haar mee te nemen, neemt hij van alle partijen geld aan om wapens te maken. Iets wat hem natuurlijk duur komt te staan, ook al weet je de hele film door dat hij op één of andere manier bij het eindgevecht betrokken zal gaan raken…
En inderdaad, toen dat eindgevecht eenmaal begon had ik er eigenlijk best wel zin in. Deels omdat ik me over al die politieke incorrectheid, overdreven bloederigheid, af en toe wat crappy CGI en vooral dat zware Amerikaanse accent van alle Chinese karakters heen had moeten zetten en ik daarvoor wel ’n soort van ‘beloning’ verdiende, vond ik zelf. Maar eerlijkheid gebiedt me ook te zeggen dat ik dus toch wel ietwat besmet raakte, ook al vind ik dat bijna beschamend om toe te geven ;).
Hommage?
Waar Kill Bill door veel Aziaten al als beledigend voor de Chinese én Japanse cinema werd gezien, daar gaat The Man with the Iron Fists zó over die grens van belediging dat het bijna ’n hommage aan oude foute Amerikaans-Engels nagesynchroniseerde kung fu-films wordt. Maar helaas moest ik “bijna” typen, want RZA breekt daar helaas ineens mee door ’n wat oudere en wijze Chinees “Yeaaaahhh..!!” te laten uitroepen, met bijbehorende Westerse mimiek en motoriek. En dat ondermijnde helaas de cult-hommage die hier mogelijk was geweest.
Het niet vinden van de juiste toon wordt ook duidelijk als je naar de soundtrack kijkt. Natuurlijk best verrassend dat ’n martial-arts film hiphopnummers bevat (o.a. van Wu-Tang Clan, maar ook van Kanye West, Isaas Hayes en Wiz Khalifa, to name a few), en ook daar geldt weer voor: zet je over je weerstand heen en ’t werkt wel aardig. Maar ook hier: net als je eraan gewend bent gooit ie er ineens wél ’n mooi traditioneel Chinees nummer doorheen, en dat past gewoon niet.
Flink wat hulp…
Niet alleen op muzikaal vlak heeft RZA flink wat mensen weten te strikken. Zo schreef Eli – Hostel – Roth mee aan ’t scenario en was Quentin Tarantino ’n soort van mentor voor hem op de set. Greg Nicotero mag als special fx make-up man lekker los gaan met de blood & gore, maar dat maakt het wel jammer dat er ook overduidelijk CGI is gebruikt, want Nicotero is natuurlijk de beste in de business. Maar bereid je dus voor op veel opengereten buiken, doorgebroken botten, gepiercte nekken, et cetera…
Waarschijnlijk zul jij je net zo hard als ik afvragen waarom Russell Crowe besloot om z’n medewerking aan deze film te geven, maar als ik ’t lekker oppervlakkig bekijk, dan verwacht ik dat Crowe het helemaal niet erg vond dat hij in de tweede scène waarin hij zit zich al uit mag leven op ’n flinke groep erg mooie Chinese hoertjes (zie foto hierboven). En de mogelijke politieke incorrectheid van mijn oppervlakkigheid is niks vergeleken bij wat je in de film te zien krijgt…
Conclusie
Ja, The Man with the Iron Fists is bijna zó fout dat ie weer campy wordt. Het is RZA zeker niet gelukt de epische film te maken die hij voor ogen had, en als hommage werkt ie eigenlijk ook niet, vooral door het disrespect waarmee hij de Chinese cultuur heeft neergezet. Daarbij zit het eerste half uur van de film zo vol met verhaallijntjes dat het onoverzichtelijk wordt, terwijl de achterliggende plot flinterdun is. Ik denk dat RZA er in de montage ook pas achter is gekomen dat hij bepaalde kwaliteiten (nog?) mist. Daarom is het toch knap dat hij heeft doorgezet en de film heeft afgerond, want ook in de film kwam er voor mij ’n moment dat z’n enthousiasme toch wel ietwat aanstekelijk werd. Dus toen ik op ’n gegeven moment al m’n kritiek maar los liet werd de film bijna ’n soort van guilty pleasure…
Bijna…