Two Night Stand (2014)

Ondanks het behoorlijk voorspelbare verhaal is dit regiedebuut van Max – zoon van Mike – Nichols een heerlijke komedie geworden. Misschien wel omdat de film zo’n pretentieloze en ontwapenende onschuld bevat die debuten wel vaker kenmerken. Het recentelijk overlijden van pa Nichols lag vrij ruim voor de Amerikaanse release van deze film, dus mogelijk heeft pa nog wel de tijd gehad om trots te zijn op z’n zoons debuut. Een debuut dat overigens vooral zo heerlijk is vanwege de aanwezigheid van twee soms ietwat onopvallend goede acteurs…

Het verhaal
Megan (Analeigh Tipton) is nogal stevig gedumpt en loopt nu al een tijdje wat aan te lanterfanten. Een baan zoeken doet ze niet al te graag, mede ook omdat de reden voor het volgen van haar (inmiddels afgeronde) studie lag in het volgen van haar vriendje naar New York, niet omdat haar passie daar echt lag. Haar beste vriendin en huisgenote Faiza (Jessica Szohr) koppelt haar graag aan iemand, mede ook omdat haar drang om samen te gaan wonen met haar eigen vriendje Cedric (Scott Mescudi) nogal aan het groeien is. Na een volledig ongeloofwaardige zoektocht op één of andere seksdatingsite komt Megan terecht bij Alec (Miles Teller), en na een schijnbaar heftige nacht tracht ze de volgende ochtend weg te sluipen. Dat mislukt wat, en als even later blijkt dat ze ook nog eens terecht zijn gekomen in de heftigste sneeuwstorm in tijden en dus letterlijk met z’n tweeën ingesloten zitten, betekent dat dat ze met elkaar opgescheept zitten…

Niet bijster origineel, maar wel leuk
Wat er dan gebeurt is – ondanks enkele kleine verrassingen – op geen enkel moment echt origineel, en zelfs de dialogen hoorde ik mezelf meerdere keren al invullen voordat ze uitgesproken werden. En daar zat ik verdomd weinig naast, wat meestal geen goed teken is. Maar toch deerde me dat niet echt bij deze film, waarschijnlijk omdat het spel tussen Teller en Tipton best herkenbaar en gewoon ‘menselijk’ was. Daarnaast is vooral Miles – Whiplash, The Spectacular Now – Teller zo’n acteur is met een relatable hoofd. Als man voel je je niet geïntimideerd door hem, terwijl vrouwen mogelijk iets denken als “Ja, eindelijk eens een normale vent in een Hollywoodfilm waar ik écht iets mee zou kunnen/willen.” Dat Analeigh – Lucy – Tipton wel iets té perfect is neergezet komt natuurlijk doordat de eveneens debuterend scenarist Mark Hammer daar waarschijnlijk zijn meidenfantasie op losgelaten heeft. Maar gelukkig (?) heeft Nichols haar goofiness wat weten te onderdrukken (of mogelijk is ze zelf wat ‘volwassener’ aan het worden?), waardoor ze wat universeler is geworden in haar onweerstaanbaarheid. In eerdere films als Warm BodiesCrazy, Stupid, Love. en The Green Hornet was ze voor velen mogelijk wat té ‘raar’.

Final credits
Eigenlijk hoef ik helemaal niet veel meer woorden te wijden aan deze film. Ik heb lekker ongegeneerd genoten van een makkelijke film die je ook zo weer mag vergeten. Meestal irriteren zulke films me dan wel op bepaalde vlakken, maar buiten de nogal opzichtige fouten in de ondertiteling (hoe kan een vertaler/ondertitelaar niet weten dat Rosetta Stone ook de naam van de bekendste taaleducatie-software ter wereld is?) gebeurde dat hier geen enkele keer. Complimenten voor vooral Teller en Tipton, maar dus zeker ook voor Max Nichols. Om hem nu te vergelijken met z’n vader is wat lullig, want die debuteerde in 1966 met Who’s Afraid of Virginia Woolf en won voor z’n tweede film – The Graduate – al de Oscar voor Beste Regie. Dat zie ik Max nog niet overkomen, maar moeten we allemaal winnaars zijn..?
En oh ja, dat was inderdaad Chasing Amy’s Joey Lauren Adams in een zeer kleine bijrol…

IMDb: http://www.imdb.com/title/tt2140619

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *