The Hobbit: The Battle of the Five Armies (2014)
Ik weet niet zeker of het iets van opluchting was dat deze zeer populaire Tolkien-trilogieën nu eindelijk afgerond zijn (want heb op beide trilogieën toch wel wat kritiek), of dat het juist heerlijk meeslepend escapisme was, maar ik liep met een glimlach op m’n gezicht de bioscoop uit na het zien van The Hobbit: The Battle of the Five Armies. Het viel me op dat ik meerdere keren mee zat te bewegen, plus dat ik het best wel voelde toen één van de belangrijkste karakters uit deze prequel-trilogie het leven liet. Maar ik vind het jammer dat Peter Jackson zich vooral heeft gefocust op het prachtig in beeld brengen van Tolkiens fantasiewereld, maar volgens mij weinig energie heeft gestoken in het vertalen van de essentie van Tolkiens boeken naar het witte doek…
Het verhaal
Hier kan ik vrij kort over zijn, want van de drie Hobbit-films had eigenlijk alleen het tweede deel voldoende inhoud voor een hele film. Eigenlijk gaat het nu enkel om één veldslag. Een vrij vette en spectaculaire, dat wel, maar qua verhaal hoef je hier niet al te lang bij stil te staan. De film begint met de aanval van Smaug op dat stadje op het water, als vergelding voor het feit dat hij is gewekt en gepest door Bilbo en z’n trawanten in het tweede deel. Daarna zijn de Meer-mensen ontheemd en denken ze onderdak te vinden in de voormalige woonberg van Smaug. Maar daar is Bilbo met z’n dwergvrienden achtergebleven, waar Thorin toont dat hij wel ontvankelijk is voor de zogenaamde drakenziekte, oftewel hebzucht. Hij lijdt er zelfs zó aan, dat hij niet alleen de Meer-mensen de toegang (en hun beloofde deel van de grote schat) weigert, maar ook het aangestormde elfenleger. En als blijkt dat er ook nog eens een paar flinke Ork-legers die kant op komen, plus een heel leger dwergen van Thorins neef, dan zit je al snel aan die vijf legers uit de titel. Wat volgt is een heftig gevecht, een soort openbaring van Thorin, en dan nóg een heftig gevecht, eindigend met wat duidelijke links naar het eerste deel uit de Lord of the Rings-trilogie, waarop moet deze film natuurlijk naadloos dient aan te sluiten…
Meeslepend
En over die afronding zal iedereen wel tevreden zijn. Het is allemaal degelijk in elkaar gepuzzeld, en het laatste shot van de film zou best wel eens één van de eerste shots van The Lord of the Rings: The Fellowship of the Ring uit 2001 kunnen zijn. Zo goed zit die film niet meer in m’n geheugen, om eerlijk te zijn. Maar één van de grootste pluspunten van The Battle of the Five Armies illustreer ik mogelijk het beste door te melden dat ik merkte dat m’n benen meerdere keren mee bewogen met de actie. Precies zoals dat lang geleden ooit gebeurde toen ik op een Atari 8-bit-spelcomputer veel te sterk ‘in’ het spelletje Quasimodo werd getrokken. Productietechnisch heeft Jackson (met o.a. z’n WETA Workshop in Nieuw Zeeland) dat digitale toch wel voor 99,9% onder de knie. Enige minpunt is en blijft de manier waarop hij mensen, dieren, orks of anderssoortigen in wijde shots over een te duidelijk digitale ondergrond laat voortbewegen. Dat zal dan toch wel zó lastig zijn, dat dat in anderhalf decennium eigenlijk niet is verbeterd.
Maar naast het goed in elkaar laten vallen van alle puzzelstukjes, waarschijnlijk ook het primaire doel van deze film, moet ik – SPOILER ALERT – ook toegeven dat ik het wel even voelde toen Thorin aan het eind stierf. Ondanks dat z’n ‘openbaring’ hetzelfde gevoel opriep dat Frodo’s twijfel aan het eind van Return of the King opriep – dat Peter Jackson dit soort menselijke twijfel maar niet goed geregisseerd krijgt – snapte ik wel waarom al die dwergen én Bilbo zo treurden aan het eind van de film. – EINDE SPOILER ALERT – Dus die korte opleving van Jackson op regievlak in The Desolation of Smaug krijgt hier helaas geen vervolg, waardoor ik nu kan concluderen dat ik de vorig film dus beste van de zes films vond.
Kritiek
M’n grootste kritiek op al deze films is echter dat Jackson zich eigenlijk enkel gefocust heeft op geweldige sound & fury; op het bieden van megaspektakel. Dat zal voor vrijwel iedereen ook voldoende zijn, maar was Tolkiens diepere boodschap in de LOTR-boeken niet het tonen van wat hij zag als de grote gevaren van de industriële revolutie? Ik moet toegeven dat ik al die boeken nooit gelezen heb, maar neem aan dat de ‘kale boodschap’ van het Hobbit-boek, waarop deze prequel-trilogie is gebaseerd, iets te maken heeft met het idee dat de natuur (en de liefde?) uiteindelijk overwint. In m’n tienerjaren had ik al een vergelijkbare cynische gedachte achter de groeiende milieuproblematiek, dat ‘wij’ het never nooit niet gaan ‘winnen’ van de natuur en onze planeet. En daar kan ik nu nog altijd wel achter staan, dus ik had graag een film gezien waarin deze thematiek als basis had gediend. Maar helaas, op ‘dieper vlak’ blijkt ook deze Hobbit-trilogie niet echt iets essentieels bij te dragen. Ik verwacht dat Jackson bij het maken van deze films nooit echt is gemotiveerd door het voelen van iets van deze ‘urgentie’, die Tolkien zelf volgens mij wél voelde. Maar ja, hier al teveel over zeuren zal waarschijnlijk aan dovemansoren gericht zijn, want het ziet er toch gewoon megavet uit? Misschien wel vetter dan hoe 99% van de lezers van de boeken het zich in hun hoofd voorstelden…
Final credits
Maar ja, dat is dus wel de reden dat deze Tolkien-verfilmingen nooit in m’n top 25-jaarlijstjes zijn gekomen. Het is enkel shock & awe-entertainment, hoe visueel gezien geweldig goed gemaakt ook. Film is voor mij in de basis echter een kunstvorm waarin een maker een bepaalde visie of essentie wil uiten. En dat kan ook gewoon het bieden van puur vermaak zijn hoor. Ik vrees echter dat Jackson niet meer wilde maken dan visueel zo bevredigend mogelijke boekverfilmingen en geweldige VVV-video’s voor Nieuw Zeeland. Ik had echter graag gehad dat ie zich af had gevraagd waarom deze verhalen verteld dienden te worden.
Dus terugkomend op m’n eerste zin: ik denk dat het dus toch opluchting was dat ik voelde…