The Imitation Game (2014)
Waar ik gisteren nog dacht dat de strijd voor de Oscar voor Beste Acteur tussen Eddie Redmayne (The Theory of Everything) en Jake Gyllenhaal (Nightcrawler) zou gaan, daar weet ik nu dat ze geduchte tegenstand gaan krijgen van Benedict Cumberbatch in The Imitation Game (en hopelijk ook nog van Macon Blair in Blue Ruin, btw). Cumberbatch houdt zich namelijk mooi kwetsbaar staande in dit intrigerende verhaal over paranoia, hoogverraad, hoog-intellectueel spel, spionage én een meeslepende zoektocht naar identiteit. En juist vanwege de invoelbaarheid van die ‘kleine’ menselijke zoektocht vond ik deze film over een Brits genie wel wat beter dan die over dat andere genie, die prof. dr. Hawking…
Het verhaal
Lang bleef het allemaal top secret, maar nog helemaal niet zo lang geleden heeft de Britse regering toegegeven dat men tijdens de oorlog in het diepste geheim werkte aan het decoderen van de Enigma-machine. Deze machine was hét coderingsapparaat van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog, en het breken van de code zou de oorlog aanzienlijk verkorten. Maar hoe ga je daarin te werk? Inderdaad: je huurt de slimste wiskundigen, schaakkampioenen en linguïsten in om de puzzel te kraken. Zet dat dan in een tijd waarin vrouwen echt nog als minderwaardig werden gezien op de werkvloer en waarin bepaalde voorkeuren nog strafbaar waren, en je hebt voldoende ingrediënten voor een mooi drama.
Maar The Imitation Game is meer dan dat. Het is namelijk ook een spannende thriller en een race tegen de klok, maar bovenal het verhaal van een wiskundig genie – Alan Turing (Cumberbatch) – waarvan niemand verwachte dat hij onverwachte zou kunnen bewerkstelligen. Maar wel allemaal gezet in een overkoepelend verhaal over iemand die z’n hele leven al zoekende is naar een identiteit, mede ook omdat hij een seksuele voorkeur had die hem gevangenisstraf op zou kunnen leveren. Koppel dat aan waarschijnlijk een autistische Asperger-diagnose, en je hebt een interessant karakter, dat ondanks z’n zeer a-sociale voorkomen, continu op zoek is naar iets van bevestiging…
Kracht
Want dát maakt de film zo goed, dat het historische belang van z’n werk en de spanning van de race tegen de klok past binnen het raamwerk van een klein en simpel verhaaltje over iemand die graag gezien wil worden en continu zoekende is naar een identiteit, juist omdat zijn ware aard dus niet geaccepteerd werd. Daarnaast is deze Turing dus pas in 2013 postuum geëerd door koningin Elizabeth, want hij heeft waarschijnlijk wel de allergrootste bijdrage aan de ontwikkeling van computers geleverd van iedereen op deze aardkloot. En een reden dat ik deze film beter vond dan The Theory of Everything ligt in het feit dat dit verhaal – mogelijk ook vanwege het vertrouwelijke en daarmee meer mysterieuze onderwerp – wat beter gedramatiseerd kon worden voor het witte doek. Waarbij alles nog eens extra kracht krijgt door de acteerkwaliteiten van Benedict Cumberbatch.
Cast & crew
Regisseur Morten Tyldum brak een paar jaar geleden door met Hodejegerne (a.k.a. Headhunters), die Noorse thriller over headhunters en kunstrovers. Goede thriller was dat, al zag ik ‘m ongepast tijdens een Pathé Alternative Cinema-festival, waar die helemaal niet hoorde. Maar hij toont hier dat Headhunters zeker geen lucky shot was. Scenarist Graham Moore maakt hier z’n debuut (!), en daarin slaagt hij dus uitmuntend. Niet alleen weet ie hoe belangrijke onthullingen op de juiste manier aan te licht te laten komen, hij verweeft – zeker aan het begin van de film – met gemak drie tijdlijnen door elkaar. Waar in het begin nog wat titels nodig waren om te duiden of het nu om Turings jeugd, oorlogsjaren of na-oorlogse jaren gaat, tijdens het verloop van de film voelen die tijd-switches zo natuurlijk aan dat die titels niet meer nodig waren.
Naast de uitstekende Cumberbatch toont Keira Knightley wederom een zeer getalenteerd actrice te zijn, al is haar rol niet al te diep uitgewerkt. Eigenlijk net zoals de andere rollen, buiten die van Turing om. Matthew Goode herken je van o.a. Watchmen en Stoker, en hier speelt ie een losbandige schaakkampioen en qua hoofdrekenen goede ’tegenstander’ van Turing. Rory Kinnear, hier in de rol van een politieagent die Turings geheime leven tijdens de oorlog verkeerd interpreteert, is bij menigeen waarschijnlijk bekend als Tanner in de laatste twee Bond-films (en hij zal ook z’n opwachting maken in de nieuwe Spectre). Verder vallen Charles – Game of Thrones – Dance en Mark – Zero Dark Thirty, Tinker Tailor Soldier Spy – Strong nog op, waarbij ik vooral dien op te merken dat er op de acteursregie eigenlijk helemaal niks aan te merken valt. Ook dát heeft Tyldum dus goed onder de knie.
Final credits
Vergelijken met een andere film is natuurlijk helemaal niet nodig, maar als ik twee films achter elkaar zie over Britse genieën (beetje jaloersmakend overigens), gebaseerd op waargebeurde verhalen/personen, dan is dat mogelijk wat lastig te vermijden. Zeker omdat The Imitation Game mijn (lichte) kritiek op The Theory of Everything dus juist weet te vermijden. De reden: dat eigenlijk vrij simpele raamwerk van het kleine persoonlijke verhaaltje over Turing maakt alles menselijker en invoelbaarder. Maar laat dat jou niet denken dat er binnen dat raamwerk niet een zeer rijk en spannend verhaal plaatsvindt over genialiteit, doorzettingsvermogen en de omgang met mensen die net wat minder begrijpen dan jij.
En dat is ook de reden dat mijn lichte weerzin tegen (wederom) een film over de Tweede Wereldoorlog, 70 jaar na dato, direct na de begintitels wegviel…
mooi dan gaan we daar eens vanavond naar toe.