The Water Diviner (2014)
Ondanks dat er zeker wel wat aan te merken is op dit regiedebuut (!) van Russell Crowe – die zelf ook de hoofdrol voor z’n rekening nam – was ik ook aardig onder de indruk. Niet alleen vanwege de hoge production value, maar ook omdat Crowe gewoon vakkundig een vrij ‘klein’ verhaal vertelt, gezet tegen de nasleep van een epische (in heftige flashbacks getoonde) veldslag uit de Eerste Wereldoorlog. Dat z’n portrettering van voormalige vijanden lichtjes corny en mogelijk te makkelijk ‘positief’ aanvoelt stoorde me helemaal niet, juist omdat dat ook in dienst staat van het eerdergenoemde kleine verhaal. Plus dat vooral de montage ervoor zorgt dat dit ogenschijnlijk rustige verhaal continu blijft boeien, ondanks de wat vergezochte titelverklaring…
Het verhaal
Crowe speelt namelijk Joshua Connor, een Australische boer die z’n drie zoons verloor in de Slag om Gallipoli, een vooral voor Australiërs en Nieuw Zeelanders heftig historische veldslag aan de Turkse kust. Maar de film opent met hoe hij als water diviner – oftewel wichelaar – op z’n enorme land zoekt naar een nieuwe waterbron. Direct wordt z’n doorzettingsvermogen én vindingrijkheid getoond, iets wat hij zeker nodig zal gaan hebben als hij na de dood van z’n vrouw een belofte doet bij haar graf: hij zal de lichamen van hun zonen in het verre Turkije ophalen en hen naast haar begraven.
Klinkt mogelijk wat vergezocht, maar juist dát zijn de waargebeurde feiten waarop het verhaal gebaseerd is, want er was rond 1919 een Australische vader die het lichaam van z’n zoon kwam zoeken in Channakale, wat in de westerse wereld bekender staat onder de Griekse naam Gallipoli. Daarbij lijkt hier dus een soort Saving Private Ryan-achtige laag te zijn toegevoegd, want Connor is op zoek naar drie zoons. Tijdens z’n zoektocht komt hij in aanraking met de Turkse hoteleigenaresse Ayshe (Olga Kurylenko) en haar zoontje (Dylan Georgiades), maar ook met de Britse officier Hughes (Jai Courtney), die samen met een tweetal hoge Turkse militairen het voormalige slagveld onderzoekt, op zoek naar lichamen van geallieerde soldaten. En vooral met majoor Hasan (Yilmaz Erdogan) bouwt Connor langzaam een band op, ondanks het feit dat deze majoor vier jaar eerder dus letterlijk tegenover z’n zoons op het slagveld stond…
Rijk maar klein, én vakkundig
En zo vertelt Crowe dus over een vrij epische veldslag, maar volledig in dienst van het ‘kleine’ gegeven, dat hij z’n gestorven vrouw belooft om haar te herenigen met haar zoons. Daarbij wordt het wichelen bijna surrealistisch neergezet, wat één wat rare scène oplevert, waarin hij op het voormalige slagveld dus bijna bovennatuurlijk aan lijkt te voelen wat er daar exact is gebeurd. Natuurlijk kan hij zich baseren op een gevonden dagboek van één van z’n zoons, maar z’n visualisatie daarvan is wel opmerkelijk accuraat, wat de geloofwaardigheid wel wat onderuit haalt. En ook al zat dat mij geen moment in de weg, ik begrijp het als mensen daarover vallen. Zo zitten er nog wel wat meer ’toevalligheden’ en/of simplificeringen in het verhaal, maar bij mij werkte de film dus wel. Zeker ook vanwege een paar zeer mooie emotionele scènes, naast een paar zeer intense oorlogsscènes, die ik qua heftigheid totaal niet verwacht had. En dat is allemaal erg goed gemonteerd. Ik verwachtte vooraf namelijk een wat langer durende en mogelijk té rustige film, maar zeker doordat de tijdlijnen goed door elkaar heen zijn geknipt én het verhaal verrassende tijdsprongen neemt loopt de film qua tempo erg lekker. Wat vooral voor een regiedebuut erg knap is…
Crew & cast
Crowe heeft zich op meerdere vlakken weten te omringen met vakkennis. Zo won director of photograhpy Andrew Lesnie al ooit een Oscar voor z’n camerawerk voor de eerste Lord of the Rings-film, waarna hij Peter Jacksons vaste LOTR-/Hobbit-cameraman is gebleven. In het eerste shot zie je al een grootsheid die de hele film door voelbaar blijft, mooi symbolisch contrasterend met die ‘kleine’ menselijke zoektocht van één man in een wereld die boven eenieders pet gaat.
De (onvermijdelijke?) chemie tussen Crowe en Kurylenko is aardig voelbaar en mooi ‘klein’ gehouden, al voelt die verhaallijn af en toe ook lichtjes aan als een wat clichématige en/of onnodige toevoeging aan het al zo rijke verhaal. Crowe past overigens geweldig in die rol van beschadigde, liefhebbende vader met een missie, al kan ik moeilijk inschatten hoe de Oekraïense Kurylenko het doet als Turkse vrouw. Verder kun je Erdogan herkennen uit Once Upon a Time in Anatolia, terwijl Jay Courtney nu wat ingetogener mag spelen dan in bijvoorbeeld A Good Day to Die Hard of Divergent. Want dat hij wel degelijk kan acteren toonde hij eerder al in Jack Reacher en Unbroken.
Final credits
Waar de rare begincredits even een sprookje deden vermoeden – het gebruikte lettertype is waarschijnlijk ontleend aan Arabian Nights, een boek dat een nogal belangrijke plek had in de band tussen vader en zoons – daar zat ik er eigenlijk direct al heerlijk in. Ik weet niet hoe mijn Griekse familie dit stuk geschiedenis zal waarderen, aangezien de Turks-Griekse verhoudingen meer vanuit een verzoenend Turks perspectief worden getoond, maar ik vond het een interessant en tot voor kort mij onbekende historie. In Australië en Nieuw Zeeland is de eerste dag van de Slag om Gallipoli – waar naast enorm veel Turkse slachtoffers ook aardig wat Engelse en Australische soldaten sneuvelden, dat laatste in de ogen van Australiërs door incompetente Engelse leiding – nog altijd een herdenkingsdag.
Dit jaar is het op 25 april (een dag na de Amerikaanse release!) overigens exact 100 jaar geleden dat het zaadje voor deze film geplant werd…