San Andreas (2015)
Als je de filmografieën van de makers nader bestudeerd, dan getuigt het van een goede dosis zelfkennis dat ze gewoon heel strikt de ‘regels’ van de rampenfilm volgen in San Andreas. En dat doen ze eigenlijk zo ‘goed’ dat ik dit misschien wel de beste rampenfilm sinds Independence Day vind. Natuurlijk zet je bij zo’n film alle logica overboord en dien je jezelf over te leveren aan het shock & awe-entertainment, maar juist door het verhaal eigenlijk volledig op één (gebroken) gezin te focussen werkte het exact zoals ik hoopte. Misschien wel de perfecte film om te kijken voordat je op stap gaat, want ik voelde de energie naderhand nog vrij lang…
Het verhaal
Reddingspiloot Ray (Dwayne ‘The Rock’ Johnson) staat op het punt te scheiden van z’n vrouw Emma (Carla Gugino), waarbij hij het ouderschap mogelijk moet gaan delen met Emma’s nieuwe vriend Daniel (Ioan Gruffudd). Dochter Blake (Alexandra Daddario) staat op het punt om te gaan studeren, en eigenlijk worden alle volwassenen initieel neergezet als perfecte mensen die het beste met Blake voor hebben. Dingen veranderen echter als de aarde ineens begint te schudden. Eerst bij de Hoover Dam, waar seismoloog Lawrence (Paul Giamatti) net een doorbraak ontdekt om aardbevingen te kunnen voorspellen, maar voordat hij dit wereldkundig kan maken begint ook Rays woonplaats Los Angeles flink te schudden. Het ideale moment om z’n heldhaftigheid te tonen aan de vrouw die van hem wil gaan scheiden. Maar dan blijkt dat de ‘zwerm aardbevingen’ zich naar het noorden verspreidt, langs de volledige San Andreas-breuklijn. En laat dochter Blake nou net met Daniel in San Francisco zijn aangekomen, waar de allergrootste klap dus nog moet komen. Alle reden voor Ray om z’n helikopter in noordelijke richting te sturen en samen met z’n vrouw te trachten hun dochter te redden van de grootste aardbeving ooit. En natuurlijk hebben ze dan onderweg wel even de tijd om hun huwelijksproblemen te ‘bespreken’…
Makkelijk afzeikbaar
Ik glimlach momenteel bij de gedachte hoe enthousiast ik over deze film ben, zeker omdat ie ook ontzettend makkelijk keihard af te zeiken is, als je er niet in komt. De poging van Johnson om in bovengenoemde ‘huwelijksprobleembespreekscène’ emotioneel te acteren is namelijk iets waar je hem best voor kunt uitlachen, want daar staat hij natuurlijk niet om bekend. Ik vond het echter bijna ‘schattig’ om te zien hoe hij z’n best doet daar. Daarnaast zit de film qua technische en soms ook chronologische logica vol met gaten, maar door zo te focussen op de drie leden van dat gebroken gezin ergerde ik me geen moment. Iets wat ik bij een rampenfilm als Ronald Emmerichs 2012 vrijwel continu wél zat te doen. En mogelijk zit de kracht van San Andreas niet alleen in het zeer klassiek toepassen van alle juiste elementen, maar ook in het feit dat de film zichzelf ook nergens serieuzer lijkt te nemen dan wat ie wil zijn, en dat is een vermakelijke adrenaline-boostende zomerblockbuster. Bij Emmerich zat bijvoorbeeld z’n eigen ego nogal in de weg, maar daar lijkt regisseur Brad Peyton weinig last van te hebben.
Bescheiden crew
Peyton werkte eerder al samen met Johnson in Journey 2: The Mysterious Island, en mogelijk dat hij zo (dus via Johnson) dus voor deze film gevraagd is. Een echte hoogvlieger is Peyton dus (nog) niet, en misschien weet hij dat zelf ook wel. Net zoals scenarist Carlton Cuse, die wel aardig wat ervaring heeft met TV-series, maar op filmvlak waarschijnlijk gewoon bescheiden is. En die bescheidenheid is dus positief voor de film. Overigens is Cuse’ TV-ervaring vooral handig in het duidelijk structureren, waarin meerdere lijntjes vrij soepel naast elkaar lopen, maar waarbij het mij vooral opviel hoe ‘fijn’ het was dat zo’n beetje elk object dat in de eerste helft van de film benoemd en/of getoond wordt, verderop in de film dan weer een rol krijgt. Heel simpel allemaal hoor, maar doordat dat allemaal gewoon ‘klopt’, klopt de film ook. Vergelijk het met het verschil tussen een voetbalelftal waarin iedereen z’n eigen individuele actie wil maken en beslissend wil zijn, en een elftal waarin eerst gewoon de organisatie goed neergezet wordt en met duidelijke strakke passjes het spel heel simpel wordt gehouden. Iets wat uiteindelijk veel effectiever kan zijn…
Cast
Over Johnson heb ik mogelijk al genoeg gezegd, behalve dan hoe zijn fysiek natuurlijk blijft imponeren. Hier heeft ie het ook een paar keer hard nodig, en eigenlijk passen al die spierbundels thematisch gezien ook gewoon goed. Iemand die ooit al iemand verloor, ondanks zijn grote kracht, en die ook z’n eigen onkunde moet accepteren voordat hij die kracht 100% bevredigend in kan zetten. Natuurlijk zoek ik zo teveel naar iets diepers, maar ik zou niet ‘liegen’ als ik z’n rol zo zou analyseren. Carla Gugino is bijna 45 en nog altijd één van de meest sexy vrouwen in haar leeftijdscategorie. Robert Rodriguez castte haar natuurlijk niet voor niets ooit in Sin City, maar ook in Sucker Punch was ze best ‘fijn’ aanwezig. En ik begrijp dat ik me met bovenstaande al wat op het seksistische vlak begeef, dus mogelijk moet ik m’n opmerking, dat zij samen met Daddario (haar dochter in de film) aardig vooraan stond toen één of ander opperwezen BH-maten aan het verdelen was, maar achterwege laten. Maar ik zou liegen als ik zou ontkennen dat ik daar niet extra vrolijk van werd. Opmerkelijk feit is dat Daddario in de film dan wel een 18-jarige dochter speelt, maar in het echte leven inmiddels al 29 is. En naast de hoofdrolspelers, waaronder ik karakteracteur Giamatti eigenlijk ook zou moeten rekenen, zijn er opvallende rollen voor Archie – I Origins, A Mighty Heart, Bend it Like Beckham – Panjabi, Art – Rickon Stark in Game of Thrones – Parkinson, Will – True Blood – Yun Lee, Colton – Arrow – Haynes én Kylie Minogue in een rol die je bijna een cameo zou mogen noemen…
Final credits
Ja, ik liep lekker ‘opgepompt’ de bioscoop uit gisteravond, verrast doordat ik zo genoten had van deze ogenschijnlijke simpele film. Maar daar zit dus mogelijk ook z’n grootste ‘kracht’, dat ondanks het heftige onderwerp het verhaaltje gewoon klein is gehouden. Ik herinner me nog dat ik een paar keer het woord “klassiek” in m’n hoofd voorbij hoorde komen tijdens de film. Natuurlijk zal het verhaal qua seismologische geloofwaardigheid belachelijk zijn als je het wetenschappelijk bekijkt, maar het scenario zit wel goed dichtgeknutseld in elkaar, waarbij alle klassieke elementen op de juiste manier worden gebruikt. Maar ook de bredere opzet van het verhaal – hoe de held en z’n motivatie geïntroduceerd worden, hoe de wetenschapper tracht te waarschuwen, et cetera – volgt vertrouwde paden. En als je dat gewoon goed en zelfbewust doet, dan kun je dus schijnbaar een zeer effectief resultaat behalen…