Pixels (2015)
Ondanks alle eerste negatieve reacties was ik gisteravond toch aardig benieuwd of ze van het best leuke idee achter Pixels toch nog iets van een leuke film gemaakt zouden hebben, en ik moet eerlijk zeggen: toen ik me over de domheid van het scenario heen gezet had, werd ik mild vermaakt zonder échte irritaties. Natuurlijk geen echt positief begin van m’n recensie, maar het grootste probleem met deze film – naast de (te?) grote willing suspension of disbelief die nodig is om mee te kunnen gaan met het verhaal – is dat het eigenlijk vooral op idee-niveau interessant is, ondanks dat mega-nostalgische gevoel dat ook de trailer best leuk maakte. Maar waar in een korte film karakterontwikkeling een stuk minder belangrijk is (of mag zijn) dan het idee, daar is dat voor een lange speelfilm voor een zeer groot deel toch omgekeerd het geval. En dat is waar het vooral mis is gegaan met deze film…
Het verhaal
Pixels is namelijk gebaseerd op een korte film van 2 minuten, uit 2010. Waarschijnlijk zegt het IMDb-cijfer genoeg, want die korte film staat twee punten hoger dan de bioscoopfilm, op een 8-.
Maar de film vertelt over een oude strijd tussen een paar videogame-nerds en hoe ze terecht zijn gekomen als volwassenen. Want waar Sam Brenner als jochie maar nét verslagen werd door Eddie ‘Fireblaster’ Plant bij de wereldkampioenschappen arcadespelletjes en z’n beste vriend Cooper er wat sukkelig bij hing, daar is deze Cooper uiteindelijk in de persoon van Kevin James uitgegroeid tot president van Amerika (!), terwijl Sam in het lichaam van Adam Sandler een nerd van de “Nerd Brigade” is geworden die zich bezighoudt met het installeren van computers, 7.1 geluidssystemen, et cetera. En in die hoedanigheid komt hij Violet Van Patten (Michelle Monaghan) tegen, die net verlaten is door haar man en nu haar zoontje extra verwend met spelcomputers, luxe 3D-tv’s, et cetera.
Parallel daaraan zien we hoe uit het niets de Amerikaanse militaire basis in Guam wordt aangevallen door iets wat op Galaga lijkt, een arcadespel uit beginjaren 80. Als je nog niets van deze film weet zul je nu waarschijnlijk heel hard “WTF!” roepen. En inderdaad: om van deze film te genieten moet je allereerst geheel vrijwillig je ongeloof aardig opzij zetten. De aarde wordt namelijk aangevallen door videospelletjes, omdat intelligent buitenaards leven een satelliet van NASA heeft onderschept waarin ‘culturele’ items uit de jaren 80 zijn meegezonden, waaronder dus een VHS-tape met daarop arcade spelletjes, maar wat door de aliens is geïnterpreteerd als een oorlogsuitdaging. Flink wat ‘makkelijke’ stappen verder blijkt het natuurlijk Sam te zijn die z’n president, land én wereld te hulp moet komen, samen met voormalig wonderkind Ludlow (Josh Gad) en z’n levenslange nemesis Eddie (Peter Dinklage), met wie hij nog een Donkey Kong-vete heeft. En oh ja, die Violet Van Patten blijkt een kolonel in het Amerikaanse leger te zijn en dus ook de ideale love interest van Sam te kunnen worden. Want natuurlijk gaat het ‘kleine verhaaltje’ erover dat Sam nu dus eindelijk een functie heeft gevonden voor z’n game-talent, en kan hij dan tóch belangrijk worden en zo z’n leven toch nog iets van glans geven..?
Ouwelulliger…
Ik hoop dat je de aan sarcasme-grenzende-ironie van die laatste zin voelt, want waar ik vaak pleit voor een ‘klein menselijk’ verhaaltje waaraan een grote blockbuster opgehangen moet worden om het gehele verhaal invoelbaar te maken, daar is dat hier dan wel gedaan, maar wel gruwelijk simpel. Veel te simpel zelfs, vooral dus in de geloofwaardigheid van de karakters. Natuurlijk is de film grote quatsch, wat vaak ontzettend leuk is, maar ondanks die quatsch moeten de karakters wel logische beslissingen nemen (in de gecreëerde filmwereld). Dat gebeurt hier echter niet echt, waardoor alles nogal dom en ongemotiveerd aanvoelt. Zoekende naar een vergelijking kwam ik bij het SBS6-programma De Bus aan: zo’n ramptoerisme-achtig programma waar sommigen schijnbaar voldoening uithaalden (door te ontdekken dat er nóg dommere mensen bestaan?). Maar inderdaad: daar is publiek voor…
Het werd overigens een beetje interessant toen Sam tegen het zoontje van Violet het verschil uitlegde tussen klassieke arcadespelletjes en hedendaagse (vooral) shoot-em-up-games. Helaas had dat een stuk sterker en zelfs ‘ouwelulliger’ gemogen, als in: in de begintijd van videogames was de commercie nog niet hard toegetreden, waardoor spelletjes zo ontwikkeld werden dat je op een gegeven moment gewoon af ging, omdat het te moeilijk werd. Dat betekende echter dat je één spel maar door kon blijven spelen, terwijl er natuurlijk meer geld te verdienen is als je aan de lopende band semi-moeilijke games uitbrengt die men uit kan spelen, waarna men dus weer een nieuwe game moet kopen om de gameverslaving te bedienen. Maar ja: de film is uitgebracht door Sony, die veel van hun geld verdienen aan precies zulke commerciële games, dus scherpte inzake dit verschil mag je mogelijk ook niet verwachten. “Niet-onafhankelijk filmmaken” noemen ze dat…
Cast & crew
Eigenlijk zegt de combinatie Adam Sandler-Kevin James natuurlijk al genoeg. Sandler was ooit een veelbelovend Saturday Night Live-castlid (één van de schrijvers van deze film is overigens een oud-SNL-schrijver en al geruime tijd vaste schrijver van de mindere Sandler-films) en heeft ook een paar goede films gemaakt, maar de laatste jaren lijkt hij vooral Razzie-nominaties te verzamelen. Kevin James kan eigenlijk maar één rol spelen (die van de dikke echtgenoot met iets te grote mond (en soms een klein hartje)), dus dat hij niet past in z’n rol als president is door de schrijvers dan maar opgelost door hem nog dommer te maken dan George W. Bush. En op een ander vlak gaat het eigenlijk ook mis met Peter Dinklage’ over the top-rol. Ondanks dat het duidelijk is wat ie probeert neer te zetten komt dat ook niet echt uit de verf, maar mogelijk zit ’t mislukken daarvan ook wat in de montage. Alhoewel regisseur Chris – Home Alone, Mrs. Doubtfire, Harry Potter and the Philosopher’s Stone – Columbus daar zeker ook debet aan is. Dat Monaghan zelfs in zo’n film nog een topper is, dat kan ook aan mijn seksuele geaardheid liggen, in combinatie met m’n smaak, dus daar kun jij mogelijk weinig mee.
Coscenarist Tim Herlihy werkte dus ooit voor Saturday Night Live, maar lijkt daarna één van de vaste schrijvers van productiebedrijf Happy Madison te zijn geworden, want hij werkte eerder al aan onder andere Billy Madison, Happy Gilmore, The Wedding Singer, The Waterboy, Big Daddy, Little Nicky, Mr. Deeds, Bedtime Stories én Grown Ups 2. Schrijfkompaan bij deze film Timothy Dowling heeft ietwat betere films op z’n naam staan met films als This Means War, Just Go with It en Role Models, met een duidelijke nadruk op “ietwat“.
Final credits
Nee, Pixels bevat eigenlijk niets extra’s dat de film boven extreme simpelheid uit tilt. Maar ik moet ook eerlijk toegeven dat ik me nergens echt aan ergerde en er werd om me heen vrij veel gelachen. Toch vind ik dat ik als recensent een stuk kritischer mag of zelfs moet zijn, want waar het vergelijkbaar simpele San Andreas net zo’n ongeloofwaardig groot verhaal vertelt, daar is die Dwayne Johnson-film op persoonlijk vlak wél geloofwaardig, waardoor ik daar wel (lichtjes, maar toch) meeleefde met de karakters en me dus betrokken voelde bij het verhaal. Dat was bij Pixels zeker niet het geval.
Dus ondanks dat ik ook ontzettend veel nostalgie voelde – ik (her)kende bijna alle games, en zelfs Paperboy komt voorbij – blijf ik bij m’n conclusie dat het leuke achterliggende idee niet veel meer dan conceptuele potentie had, wat in een korte film dus waarschijnlijk wél tot z’n recht komt…