Son of Saul (a.k.a. Saul fìa – 2015)
Deze kersverse winnaar van de Golden Globe voor Best Foreign Language Film is beklemmend, grof en chaotisch, maar ook prachtig poëtisch en uiteindelijk zelfs ietwat hoopvol, wat gezien de setting – Auschwitz aan het eind van de Tweede Wereldoorlog – nogal verrassend is. En het zeer op-de-huid-zittende camerawerk, wat thematisch gezien overigens perfect logisch is, maakt van deze film niet alleen iets onvergetelijks, het zorgt ook voor een enorme impact, juist omdat het de wereld van onze hoofdpersoon zo ‘voelbaar’ maakt. Het zal echter ook de reden zijn dat minder geduldige en/of openminded kijkers deze arthouse-film niet zullen trekken, verwacht ik…
Het verhaal
Saul Ausländer (Géza Röhrig) werkt in Auschwitz bij de zogenaamde Sonderkommandos, concentratiekampgevangenen die hun leven verlengen door het lompste werk te doen wat er in die kampen te doen was. Wat dat precies is wordt echter pas langzaam duidelijk, omdat we eigenlijk continu met de camera in de buurt van Sauls hoofd blijven en de rest van het beeld vrijwel continu onscherp is. We zien hem echter een groep nieuw gearriveerde gevangenen een kleedkamer in begeleiden, waar ze zich uit dienen te kleden, waarna ze naar een douche worden geleid. Bij de ‘ingelezen’ kijker zullen de koude rillingen dan al over de rug lopen, maar door het juiste (en hier nog licht ingehouden) sound design duurt het niet lang voordat iedereen wel door heeft wat er met deze mensen gebeurt. Na afloop schrobben Saul en z’n kompanen de douche weer helemaal schoon, worden de “stukken” opgeruimd en gaat het proces verder.
In al die gruwelijk grove hectiek ziet Saul echter een kans op iets van verlossing, waar hij alles voor over heeft. Voordat ie het weet is ie daardoor ook verwikkeld in een ontsnappingsplan, maar dat lijkt toch wel ondergeschikt te zijn aan z’n eigen agenda. Wat dan volgt is vooral een staaltje filmmaken waar je u tegen zegt, omdat je namelijk een vrij ingewikkeld en spannend verhaal te zien krijgt, ondanks dus dat zeer beklemmende en voor het overgrote deel zeer ‘beperkte’ beeld.
Beklemmend anti-spectaculair
Natuurlijk is dat zeer beklemmende beeld symbolisch voor het afsluiten van alle gruwelijkheden om hem heen. Mensen kunnen dat werk namelijk nooit doen als ze ook maar iets ‘voelen’, dus hij dient niet alleen z’n gevoel, maar vooral ook z’n zintuigen zo min mogelijk te ‘gebruiken’. Terwijl je aan alles voelt dat het geluid, de beelden en zeker ook de geur die bij Saul binnenkomen ieder normaal mens volledig onderuit zou schoppen. Saul heeft zich daar echter overheen moeten zetten, en ergens is het wel apart om te zien hoe hij zich in al die chaos weet te bewegen, zonder ogenschijnlijk enige angst voor z’n eigen veiligheid. Daarbij is het overigens erg knap hoe groots die ‘andere wereld’ wordt neergezet, waarin bewakers wel degelijk om te kopen zijn, waar een duidelijke hiërarchie onder de gevangenen voelbaar is, et cetera. Terwijl we dus nooit Sauls perspectief verlaten.
En dat iemand op een gegeven moment “We zijn al dood!” zegt, daar lijkt bijna iets bevrijdends in te zitten. Het is voor Saul echter ook de reden waarom hij nog zo amechtig op zoek lijkt naar een laatste mogelijkheid tot iets van verlossing…
Cast & crew
Röhrig speelde zo’n 25 jaar geleden in een paar TV-series, maar maakt hier dus eigenlijk z’n debuut, net zoals regisseur/scenarist László Nemes en co-scenarist Clara Royer. Dat maakt het allemaal nog wat indrukwekkender, als je het mij vraagt. Ik had overigens wel wat ‘last’ van Röhrigs norse blik, die nogal duister en licht afstotend overkomt. Natuurlijk past die blik wel perfect bij Sauls werk, plus dat hij door die norsheid heen toch flink wat emoties toont, of in elk geval de hoop op iets van emoties. De rest van de acteurs zijn net zo onbekend als Röhrig zelf, wat ik thematisch gezien ook wel weer begrijp (buiten het feit dat er mogelijk geen budget was voor bekendere acteurs?), want één van de dingen die in zo’n kamp als eerste afgenomen wordt, dat is je individuele vrijheid. Daarnaast past het thematisch gezien ook wel, dat in tijden van ongelooflijk groot persoonlijk gevaar je juist naar iets van een metafysische ‘bedoeling’, naar iets ‘groters’ gaat zoeken.
En dat lijkt iets wat de makers ook goed door hebben, dat film veel meer te zeggen heeft dan dat wat je ziet. De poëzie van het vertelde kun je mogelijk op meerdere manieren interpreteren, maar het is wel erg mooi om te zien hoe ze een verhaal, gezet in wat ooit één van de allerlompste hellen op aarde was, toch nog ‘groter’ weten te maken. Daarbij wordt Nemes uitstekend bijgestaan door z’n cameraman, want de manier waarop we als kijker in een onvoorstelbare en onbegrijpelijke hel worden gestort, dat is op meerdere niveaus ontzettend knap…
Final credits
Het is geen fijne zit, maar juist door de anti-spectaculaire aanpak van de makers, waarin nergens gratuit de grofheid van de nazi’s getoond wordt, komt de film juist extra hard aan. Juist doordat je in je hoofd continu invult wat er zich in de achtergrond afspeelt verwacht ik dat velen hier kippenvel bij zullen krijgen. Ik vond het daarnaast erg knap dat de film wel ‘gewoon’ ook spannend is, zeker naar het einde toe, waardoor ik dus ook “thriller” heb aangevinkt als genre.
En inderdaad: dat je iets van verrassing voelt in een film over de Tweede Wereldoorlog, dat is sowieso al opmerkelijk. Dat die verrassing gepaard gaat met mooi metafysische poëzie, dat is de reden dat ie bij menig recensent in zijn of haar top 10 van het afgelopen jaar kwam.