Creed (2015)
Creed is zo’n film die op vele manieren volledig uit de bocht zou kunnen vliegen, maar dat totaal niet doet. Natuurlijk de verdienste van de scenaristen en regisseur Ryan – Fruitvale Station – Coogler, geholpen door het voor het grootste deel sterke acteren van Michael B. Jordan, Tessa Thompson én de Oscargenomineerde Sylvester Stallone. En laat ik direct eerlijk zijn: ik vind het niet helemaal juist dat deze film gebruikt wordt in het afkeuren van de Academy of Motion Pictures Arts & Sciences inzake het niet nomineren van donkere acteurs en/of regisseurs. Maar daarover later meer. Dit soort films werkt bij mij ook altijd behoorlijk goed, zeker met zo’n heerlijk opzwepende trainings- en eindgevecht-montages, en ik vond deze ook een stuk beter dan bijvoorbeeld Warrior.
En ook al is het verhaal nergens vernieuwend, het voelt wel alsof de Rocky-franchise nu een passend afscheid heeft gekregen, terwijl deze film genoeg potentie toont voor een nieuwe Creed-franchise…
Het verhaal
Adonis Johnson (Jordan) is opgegroeid in pleeggezinnen en jeugdgevangenissen, omdat hij z’n vader nooit gekend heeft en z’n moeder al vroeg overleed. Er zit veel woede in dat manneke, dus het is des te mooier dat Mary Ann Creed (Phylicia – Mrs. Huxtable!! – Rashad) zich over hem ontfermd. Inderdaad: de weduwe van Apollo Creed heeft allang geaccepteerd dat haar boksende man ooit een buitenechtelijk kind kreeg en besluit hem in huis te nemen. Daardoor heeft Adonis/Donnie een behoorlijk fijn nestje – iets wat later ook tegen hem gebruikt wordt en wat de film iets doet afwijken van Rocky’s underdog-verhaal – maar het vechtersbloed van z’n vader is nogal sterk aanwezig. Z’n pleegmoeder is daar zeer begrijpelijk niet zo blij mee, dus besluit Donnie om naar Philadelphia af te reizen, omdat daar Apollo’s oude tegenstander-turned-vriend Rocky Balboa woont. Als restauranteigenaar heeft Rocky weinig zin om Donnie te trainen, maar door de link met z’n oude maat raken ze wel bevriend.
Natuurlijk besluit Rocky niet veel later om Donnie toch te helpen. Donnie wil z’n link met Apollo Creed geheim houden, om zo z’n eigen naam op te bouwen. Natuurlijk is dat commercieel niet zo interessant, en als hij vrij onverwacht z’n eerste échte profpartij wint, wordt ie ineens de ideale tegenstander van de in ongenade geraakte wereldkampioen Ricky Conlan (Tony “The Bomber” Bellew). Daarbij moet Donnie dus wel het gevecht met z’n eigen afkomst en jeugdtrauma’s aan gaan. Maar in wie had hij zich dan een betere coach kunnen wensen dan in Rocky Balboa, die als geen ander weet hoe je pijn en demonen juist moet inzetten om ook een tegenstander te verslaan..?
Links met Rocky
Ergens ‘schaam’ ik me nog altijd wel wat dat ik de kracht van Sylvester Stallone en z’n Rocky-films pas voelde toen ik Rocky Balboa zag. Ineens voelde ik dat er veel meer diepgang in die films zat dan ik ooit aangenomen heb. Het vrij simpele plot wordt in die Rocky-films verrijkt met een karakterschets van een underdog, iemand die alles tegen lijkt te hebben zitten, die alle onmogelijkheden overwint en uiteindelijk zegeviert (of heroïsch verliest). En ook Creed heeft een behoorlijk simpele verhaallijn (bij vlagen zo voorspelbaar dat een vriend van me gedurende de film minstens drie keer aan zag komen wat er ging gebeuren), waarin het dus vooral om de karakterontwikkeling van onze held gaat. Daarin lijkt Coogler bewust besloten te hebben om het niet teveel in te vullen, zodat mogelijk meer mensen een link voelen met Donnie, maar hij toont de momenten – waarop je weet dat er in het hoofd van de karakters veel meer omgaat dan wat je zo een-twee-drie in beeld ziet – vrij duidelijk. Dus in dat licht is Coogler mooi ’trouw’ aan de originele franchise. Daarnaast worden er in de musical score af en toe subtiele en af en toe zeer duidelijke links gelegd met de beroemde Rocky-tunes, en dat werkte goed, zeker ook gezien de reactie van het sneak preview-publiek, waarmee ik deze film zag. Daarnaast zijn de bekende Rocky-plekken in Philadelphia duidelijk vertegenwoordigd (zie foto hieronder) en heeft Rocky’s rennen-met-hoody-montage nu een mooie hedendaagse update gekregen, met een paar 12 O’Clock Boys om Donnie heen.
‘Oscar-snub‘
Zoals ik in m’n inleiding al schreef, ik vind het niet kloppen dat men deze film gebruikt om kritiek te uiten op de ‘blankheid’ van de Oscarnominaties van dit jaar. Ik vond Creed zeker een vermakelijk en ook vrij goede film, maar zeker niet één van de 8-10 beste van het jaar (nodig voor een Beste Film-nominatie). Daarnaast is Michael B. Jordan in meer dan de helft van z’n scènes meer dan goed, maar enorm opvallen doet z’n acteerprestatie niet. Ik denk zelfs, dat als hij wel genomineerd was, dat velen zouden zeggen dat het enkel een goedmakertje van Hollywood is, omdat de Oscars anders te ‘wit’ zouden worden. En ik denk niet dat Jordan dáár blij mee zou zijn geweest. Is het probleem niet gewoon dat er niet genoeg goede rollen voor Afro-Amerikaanse acteurs worden geschreven, waar de leden van de Academy enkel indirect iets aan kunnen doen, maar niet op het moment dat ze moeten bepalen wat de beste prestaties van het jaar zijn? En ook Cooglers regie is niet geheel foutloos. Er zitten zeker meerdere mooie scènes in de film die enkel werken vanwege zijn regie, maar het is niet 100% constant gedurende de film. Daarnaast valt het formulematige van het verhaal wel iets teveel op, wat vaak ook weinig goeds doet voor de nominatiekansen voor beste scenario. Dus ook dáár vind ik niet dat deze film ten onrechte is overgeslagen…
Cast & crew
Het is dan natuurlijk wel behoorlijk cynisch, dat de enige nominatie die deze film wél ontving die voor Sylvester Stallone is, in de categorie Beste Mannelijke Bijrol (hij won de Golden Globe overigens al). En juist door die hele Oscar-snub-‘rel’ heb ik het gevoel dat hij alleen daardoor al de grootste kans maakt op die Oscar, iets wat natuurlijk ook niet helemaal ‘correct’ is. Maar ja, dat is het beoordelen en ordenen van creatieve prestaties ook nooit geweest. Terwijl Stallone zeker een paar mooie scènes heeft in de film, waar – mede door de geschiedenis van ‘zijn’ franchise – de tragiek goed en mooi invoelbaar is. En inderdaad: dat is voor een aardig deel de verdienste van zijn acteerkwaliteiten, maar dus niet alleen. Over Michael B. Jordan schreef ik hierboven al wat. Ik vind hem een degelijk tot goede acteur met een fantastisch gespierd lijf, dus dat past zeer goed bij z’n rol. Al blijkt dat flink opgepompte dus helemaal niet zó hard nodig te zijn om een goed bokser te zijn, want z’n tegenstander Conlan lijkt af en toe een net iets te hoog vetpercentage te hebben. Terwijl degene die Conlan speelt, Tony Bellew, vóór Creed helemaal geen acteur was, maar een voormalig bokskampioen. Phylicia Rashads rol is te klein om serieus te beoordelen, maar haar voormalig rol als Mrs. Huxtable in The Cosby Show geeft haar natuurlijk genoeg bagage om een zorgzame (pleeg)moeder neer te zetten. Degene die me misschien wel het meeste opviel, dat was Tessa Thompson in de rol van love interest Bianca. Deels mogelijk door haar fijne uiterlijk en het feit dat ik haar nog niet kende, maar toch…
Door deze film ben ik overigens wel benieuwder geworden naar Fruitvale Station, de vorige film van Coogler, met ook Jordan in de hoofdrol. In Creed heeft hij zich natuurlijk wel wat moeten schikken naar het ‘Rocky-universum’, terwijl dat bij Fruitvale Station ‘enkel’ het waargebeurde verhaal was waar de film op gebaseerd is. Helaas zag ik zojuist op IMDb de plotlijn van die film, en mogelijk heeft dat voor mij wel iets van de eventuele bewondering voor die film verpest, maar soit: ik ga hem zeker nog een keer kijken. En dat het me een paar keer opviel hoe goed het camerawerk in deze film is, dat is mogelijk minder opmerkelijk als je weet dat Maryse Alberti achter de camera stond. Nu zei die naam mij ook niets, maar in een gevecht halverwege de film zien we volgens mij één zeer lang shot tijdens een slagenwisseling, waarbij continu de dynamiek van het gevecht extra voelbaar wordt gemaakt door juist niet te knippen. Iets wat Alberti in The Wrestler volgens mij ook al deed, terwijl hij als director of photography ook betrokken is geweest bij onder andere Todd Solondz’ Happiness, Todd Haynes’ Velvet Goldmine, Richard Linklaters Tape en recenter nog bij M. Night Shyamalans The Visit, naast een paar kritische documentaires als Going Clear: Scientology and the Prison of Belief en Enron: The Smartest Guys in the Room.
Final credits
Natuurlijk zat ik ook mee te bewegen en half te juichen bij elke klap die Donnie liet landen op één van z’n tegenstanders. Als opzwepende boksfilm werkt ie dus ook goed, zeker als je even over het slechte verdedigen van beide boksers in het eindgevecht heen kunt kijken. Daarnaast bevat de film wel zeker de menselijke laag die kenmerkend is voor de Rocky-franchise, die in een paar scènes ook erg goed werkt. Ook werd er om me heen behoorlijk hard gelachen om de voor mij iets te droge en/of makkelijke humor, maar dat is vooral smaak.
Dus probeer die hele ‘Oscar-snub‘-link los te laten en geniet van deze ‘franchise-overdracht-film’, want ik denk dat veel Rocky-fans hun hart vasthielden toen ze over deze film hoorden. Maar Coogler heeft een film gemaakt die verrassend veel méér respect toont voor z’n voorgangers dan men inmiddels mag/moet verwachten van hedendaagse Hollywoodfilms…