The Infiltrator (2016)
Nu Netflix de serie Narcos uitzendt kan ik me voorstellen dat een film als The Infiltrator daar zowel profijt als last van kan hebben. Profijt omdat de Colombiaanse drugshandel onder Pablo E. een stukje recente geschiedenis oplevert om iets vets omheen te maken, maar ook last, omdat dit waargebeurde verhaal mogelijk wat te rustig verteld wordt, als je het vergelijkt met Narcos. Aan de andere kant is het zien van The Infiltrator mogelijk ook de reden dat ik het tweede seizoen van Narcos lang niet zo enthousiast en zeker niet zo snel aan het kijken ben, als dat ik het eerste seizoen afraffelde. Al kreeg ik in deze film, mogelijk door de rust in de vertelling, wel meer ruimte om m’n wat cynische gedachten inzake de war on drugs te laten ontstaan. Maar ja, daarin is een veel betere film als Sicario wel weer een stuk scherper.
Het verhaal
Robert Mazur (Bryan Cranston) werkt als undercover-agent voor de Amerikaanse douane, om zo zoveel mogelijk drugs in beslag te nemen van dealertjes die ze aanpakken. Na de zoveelste succesvolle actie krijgt deze Mazur echter het idee om juist het geld te gaan volgen, in plaats van de drugs. Hij krijgt een nieuwe rol als witwasser, en daarin blijkt hij nogal goed te zijn. Samen met z’n wat meer ‘straatse’ partner Emir (John Leguizamo) komen ze al snel in aanraking met Roberto Alcaino’s henchmen. Deze Alcaiono (Benjamin Bratt) is het Amerikaanse contact van het Medèllin-kartel van Escobar, en Mazur weet onder de naam Bob Musella het vertrouwen van Alcaino te winnen. Daarbij heeft hij wel de hulp nodig van een nep-verloofde, maar deze Kathy (Diane Kruger) blijkt haar rol erg goed te spelen. Zo goed zelfs, dat ook Mazurs vrouw stevig begint te twijfelen aan Bobs loyaliteit. Maar waar zoiets in een huwelijk/relatie meestal niet dodelijk afloopt, loopt Mazur natuurlijk wel gevaar als z’n cover verknald wordt bij Alcaino…
Te realistisch?
Terwijl ik de vorige zin typte voelde ik wederom dat deze film meer potentie heeft dan er helaas uit komt. Laat ik vooropstellen dat ik The Infiltrator zeker wel een okay-film vond hoor, maar helaas lijkt de zoon-moeder-relatie tussen regisseur Brad – The Lincoln Lawyer, Runner Runner – Furman en z’n scenarioschrijvende moeder Ellen Sue Brown er ook voor gezorgd te hebben dat ze net niet kritisch genoeg zijn geweest op elkaar. Mogelijk dat ze – logisch natuurlijk – elkaar graag de hand boven het hoofd hielden, of mogelijk is dit ook hun maximale potentie qua kwaliteit, maar de dramatische spanning in de film werkt niet zo ‘stevig’ als ik gehoopt had. Dit kun je mogelijk ook afdoen als “Ja, maar het is een waargebeurd verhaal, mogelijk wilden ze gewoon volledig bij de feiten blijven,” maar ik vond het teleurstellend dat de angst dat het mis zou gaan met de undercoveractie in mijn hoofd groter was dan dat dit gevaar uiteindelijk in de film voelbaar werd gemaakt. Ondanks een paar best lompe scènes.
Aan de andere kant wel goed om te zien hoeveel tijd en geld er in die niet te winnen ‘oorlog’ gestoken wordt, maar jammer dus dat er een minder scherpe maatschappijkritische boodschap achter het verhaal zit dan bij bijvoorbeeld Sicario. Je kunt je namelijk wel afvragen waarom ze in dit verhaal zo vroeg ingrijpen dat ze Escobar zelf nooit kunnen pakken, maar als je dan Sicario gezien hebt, dan bemerk je ineens dat een vergelijkbare scherpte hier helaas ontbreekt.
Cast
Cranston begint toch wel een aardig sterk oeuvre op te bouwen. Hij genoot afgelopen maart nog van z’n eerste Oscarnominatie voor z’n rol in Trumbo, maar is bij het grote publiek natuurlijk het bekendste als Walter White in Breaking Bad. Ik vond ‘m al erg goed in bijvoorbeeld Drive, en zag zojuist pas dat hij eerder met Furman werkte aan The Lincoln Lawyer, een film die mij overigens toen niet zo kon bekoren. Leguizamo is een nogal voorspelbare keuze voor een undercoveragent in Florida natuurlijk, maar hij speelt zulke rollen dan ook met zoveel gemak dat het amper opvalt dat ie acteert, ondanks z’n nogal aanwezige persoonlijkheid. Kruger verraste me wel best aardig, met haar combinatie van een beginnende agente die zich ineens staande weet te houden in de gevaarlijke glitter & glamour-wereld waarin haar ‘verloofde’ zich begeeft. Daar komt ze trouwens de prachtige Elena Anaya tegen, die filmhuisliefhebbers zullen herkennen uit Spaanse arthousefilms als Hable con ella en Lucía y el sexo, al was ze ook te zien in die Franse Mesrine/Public Enemy-films. Qua acteursregie heeft Furman het overigens wel aardig onder de knie, dus op dat vlak is de film wel bovengemiddeld goed hoor…
Final credits
Ik denk dat Furman hier ook wel z’n beste werk aflevert, maar toch had hij beter een andere scenarist gekozen dan z’n moeder, die overigens het boek van de echte Robert Mazur vertaalde naar het witte doek. Want hoe logisch het opzichtige sociale in hun relatie ook is (ik las een interview waarin ze elkaar continu en heel vriendelijk veren tussen de billen staken), in de relatie tussen regisseur en scenarist is iets van afstand om écht eerlijk tegen elkaar te kunnen zijn wel beter.