Hacksaw Ridge (2016)
Allereerst, Hacksaw Ridge vertelt een werkelijk ongelooflijk verhaal, waarvan het meest opmerkelijke is dat het waargebeurd is. Alleen al om het heroïsme van de hoofdrolspeler is dit een must-see voor iedereen die van oorlogsdrama’s houdt. Ik typte daar bewust ook “oorlog”, want met Mel Gibson aan het roer mag je wel wat heftige gevechten, ontploffingen, afvliegende onderbenen en bebloede lichamen verwachten. Het jammere voor de film is echter dat er dit jaar wel wat betere films zijn uitgebracht (ik noem snel even Snowden, La La Land en Moonlight), dus ik verwacht geen War Horse-achtige taferelen bij de bekendmaking van de Oscarnominaties morgen. Desalniettemin zeker een aanrader hoor, hoe aangezet perfect het eerste uur van de film ook aanvoelt…
Het verhaal
In een zeer uitgebreide introductie leren we over het leven van de jonge Desmond, z’n broertje Hal en z’n ouders. Zoals het jochies betaamt knokken en stoeien ze wat af, maar als Desmond z’n broertje iets te enthousiast tegen het hoofd slaat met een baksteen en deze bijna overlijdt, tekent dat Desmond voor het leven. Althans, schijnbaar, want verderop in de film gebruikt Gibson een flashback om nóg een reden te geven voor Desmonds pacifistische houding, waardoor hij niet wil vechten en zeker geen wapen aan wil raken. Iets wat vrij lastig is, als je weet dat het verhaal zich afspeelt in de jaren 40 van de vorige eeuw, en vanuit veel kleine stadjes in de VS jonge mannen zich aanmelden om het land in verre oorden te gaan verdedigen tegen de Duitse en vooral Japanse agressie. En die drang voelt Desmond ook wel degelijk.
Waar de volwassen Desmond Doss (Andrew Garfield) het tijdens zijn basic training nogal stevig aan de stok krijgt met z’n compagniesergeant Howell (Vince Vaughn) en de stoerste gast van z’n unit: Smitty Ryker (Luke – Point Break – Bracey), vanwege het motivatie-ondermijnende potentieel van z’n pacifistische houding, lukt het hem toch om uiteindelijk z’n roeping/droom na te jagen: ondanks dat je zelf niet wil doden, als medic wel zoveel mogelijk mensen redden op het slagveld. Perfect passend bij die drang van hem worden ze namelijk naar Okinawa gestuurd, waar ze de barbaarse hel van de titulaire rots-/bergkam moeten zien te bedwingen. Maar als je “hacksaw” dan ook nog gaat vertalen, dan begrijp je wel dat dit een vrijwel onbegonnen missie is, want de Japanners lijken over een onuitputtelijke bron zichzelf opofferende soldaten te beschikken. Als na de zoveelste aanval de overlevenden de kam weer afgedaald zijn blijft Doss echter achter om de gewonden te helpen…
Ongelooflijk of toch kunstmatig?
Ja, dat met mij waarschijnlijk velen het waargebeurde verhaal van deze Desmond Doss niet kennen, dat is best opmerkelijk. Zeker voor een land dat zich zo hard op de borst klopt qua heroïsme zou je toch mogen verwachten dat zo iemand veel bekender zou zijn. Dat is echter wel ook het perfecte uitgangspunt om deze indrukwekkende film te gaan zien. En waar ik begrijp dat Gibson de horror van wat er zich op die rotskam afspeelde graag contrasteerde met dat rustige maar rijkgevulde begin, daar voelde dat voor mij juist iets ‘gepoetst’ aan. Ergens lijkt het wel alsof Gibson de jeugd en het verliefd worden van Doss op de prachtige Dorothy (Teresa – Warm Bodies, Triple 9 – Palmer) als een glanzend opgepoetste herinnering in de film heeft willen plaatsen, en als ‘bedenker’ van de uitspraak “memory makes a moment peak” (over hoe onze hersenen het heel verstandig aanpakken qua herinneringen: meestal worden herinneringen mooier in je hoofd, doordat je de mogelijk aanwezige rotgevoelens bij de herinnerde situatie liever/beter vergeet) wil ik in zoiets ook wel graag mee gaan, maar hier besloeg die bijna roze gekleurde herinnering zo’n 40% van de film, en daar wrikte de film dus ietsjes bij me. Niet veel, maar ik vond het overigens begrijpelijke contrast hier iets té kunstmatig. Maar veel verder gaat mijn kritiek op deze film ook niet hoor.
Cast & crew
Niet dat de acteurs op de toppen van hun kunnen (moeten) lopen hier hoor. Garfield heeft volgens mij best een fijne carrière, waarin hij aardig wat verschillende rollen mag spelen. Ben erg benieuwd naar z’n volgende rol in Scorsese’s Silence. Het grote publiek zal hem waarschijnlijk het beste kennen van z’n rol als Peter Parker in The Amazing Spider-Man, maar hij was ook al in ‘onafhankelijkere’ films als Never Let Me Go en het scherpe 99 Homes te zien. Vince Vaugh, bekend van quatschkomedies als Wedding Crashers, The Internship en The Break-Up (die trouwens beter was dan velen volgens mij door hebben), waarin hij eigenlijk altijd de wat ‘stoere’ voorman van een groepje lamballen speelt, kan die rol hier eigenlijk herhalen, zonder dan in komedie te vervallen. Dat gaat hem wel goed af, maar echt excelleren hoeft hij niet in z’n rol. En eigenlijk is dat met alle acteurs in de film het geval: ze staan allen in dienst van het o zo opmerkelijke waargebeurde verhaal van Desmond Doss, en Gibson heeft het aantal zijplotjes zo klein mogelijk gehouden. Alhoewel juist in twee van die plotjes een tweetal acteurs wel opvallen: eerdergenoemde Palmer als perfecte liefje waar Doss naar terug wil (alhoewel Doss’ motivatie eerder uit z’n geloof in god lijkt te komen, dan uit ’n onstopbare wens terug te zijn bij z’n liefje), en Hugo – The Matrix – Weaving als alcoholistische vader met een oorlogstrauma uit die eerdere wereldoorlog.
Toen ik zojuist wat van de nationaliteiten van eerdergenoemde acteurs bekeek, viel me op dat daar nogal wat van Gibsons fellow Aussies tussen zitten (o.a. Palmer, Weaving en Bracey). Of daar een speciale reden voor is weet ik niet (mogelijk gemaakt met Australisch geld, of is het dan iets puur Nederlands dat daar dan ook ‘lokale’ acteurs als tegenprestatie tegenover moeten staan?), maar het viel mij in elk geval wel op. Verder doet Gibson waar hij erg goed in is: een heroïsch verhaal tonen waarin de lompheid van oorlog keihard in your face geklapt wordt. Hier is dat natuurlijk deels functioneel, want zonder die lompheid had Doss niemand te redden, maar als het Gibsons bedoeling was om de ongelooflijke grofheid van oorlog te laten voelen, dan is hem dat bij mij goed gelukt. Ik verwacht dan ook zeker wel wat technische nominaties hoor, zoals voor de montage en sound editing/mixing, maar mogelijk dat D.O.P. Simon Duggan ook wel z’n eerste nominatie gaat krijgen, want ik hoorde in een interview dat Gibson sommige scènes met maar liefst negen camera’s gelijktijdig heeft gedraaid, en dat is wel een prestatie an sich.
Final credits
Ja, Hacksaw Ridge is een zeer degelijk gemaakte oorlogsfilm met daarin één van de meest heroïsche persoonlijke oorlogsverhalen die ik ooit gehoord heb. Dat ie niet 100% in balans voelt door het (te?) grote contrast tussen de overigens goed rustige opbouwfase en het uiteindelijke grove geweld (en afwikkeling daarvan), dat is geen reden om deze film niet aan te raden.
Het is echter wel de reden om nu al te kunnen zeggen dat ik in 2017 in elk geval al betere films gezien heb, als ik zo plat mag zijn om een film als Hacksaw Ridge te vergelijken met iets prachtigs als bijvoorbeeld Moonlight (recensie volgt snel). Maar waar je de film volgens mij in elk geval niet echt van mag betichten, dat is van “overdreven Amerikaans patriottisme“, want daarmee zou je het verhaal van Desmond Doss echt tekort doen…