War for the Planet of the Apes (2017)
“Ape-ocalypse Now” prijkt er in de openingsscène als graffiti ergens op de muur van een vervallen gebouw. En dat is niet de enige link tussen Matt Reeves’ War for the Planet of the Apes en Francis Ford Coppola’s klassieker, en ook niet de enige reden waarom deze zomerblockbuster/epische oorlogsfilm/westernachtige queeste zo ontzettend goed blijft hangen. Je voelt bijna dat Reeves ontzettend tevreden is met hoe hij ‘zijn’ franchise heeft weten te linken aan die 1968 klassieker waar dit allemaal prequels van zijn, waardoor hij met zelfvertrouwen een opvallende blockbuster heeft gemaakt. En daarin kun je duidelijke metaforen voor Trumps retoriek zien, maar de film is ergens ook behoorlijk hoopvol. Ondanks dat je natuurlijk allang weet hoe de titulaire oorlog voor onze diersoort gaat aflopen…
Het verhaal
De film begint overigens met een duidelijke samenvatting, in een paar zinnen, van de eerste twee delen van deze franchise (Rise of the Planet of the Apes en Dawn of the Planet of the Apes), waardoor je die dus niet per se gezien hoeft te hebben.
Door een virus is de mensheid inmiddels gedecimeerd tot een onbekend aantal overlevenden, die het onderling schijnbaar dan nóg altijd niet eens kunnen worden. De leider van de legereenheid in deze film is iemand die simpelweg “The Colonel” genoemd wordt (Woody Harrelson), en de overeenkomsten met Colonel Walter E. Kurtz (Marlon Brando) uit Apocalypse Now gaan inderdaad best ver, maar zijn vooral interessant op ‘spiritueler’ vlak. The Colonel is met een groepje overlevenden een soort ‘Trumpiaanse’ muur aan het bouwen, maar waartegen is niet direct duidelijk. Dat hij daarvoor de arbeidskracht van flink wat apen nodig heeft, dat zorgt uiteindelijk voor de link met het hoofdverhaal in deze film.
Want de hoofdrol in deze film is voor Caesar (Andy Serkis), de hyperintelligente aap die we in de vorige twee films ook al zagen, en die in deze film een flink aantal worstelingen moet doorstaan die voorheen enkel mensen overkwamen. Helaas, dat is het gevolg van z’n sterk ontwikkelde brein, maar dat geeft de film ook een nuance en grijsheid die op een gegeven moment zelfs bijna too much was, als in: het is uiteindelijk best lastig partij kiezen. Daar zit natuurlijk ook een groot compliment in, maar/want duidelijk is wel dat wij als kijkers (en als mensen dus?) ons net zo goed met deze apen kunnen identificeren, als met die alsmaar wanhopiger wordende mensen. En daar zit wel ergens een mooie hoop in verscholen. Maar Caesars queeste is er óók een van overleven, want hij wil een veiliger plek vinden voor z’n volgelingen, liefst zo ver mogelijk van die mensen af. Maar ja, daar is The Colonel het niet echt mee eens…
Trumpiaanse overleving?
Ik moet eerlijk toegeven dat ik de overlevingsdrang van beide kanten behoorlijk goed voelde. Daarbij is het verhaal dus erg goed geplaatst in ons huidige politieke landschap, want wat Reeves zegt over hoe mensen mogelijk reageren als ze écht voor hun overleving moeten vechten, daar zie je wel wat angst met mensen kan doen. Dat we, om te overleven, een groot deel van onze menselijkheid laten vallen en we ons misschien wel het liefste als zombies laten leiden door mensen die wel weten (lees: “heel goed doen alsof ze wel weten”) wat de juiste richting is. Daarin zijn natuurlijk makkelijk links te maken met populistische politici (compleet met het juist instigeren/aanjagen van die mogelijk wel irreële angst!), en dat werkt goed, want dat creëert uiteindelijk een balans met eerdergenoemde over-nuancering…
Crew & cast
Reeves kreeg bij het schrijven van het scenario hulp van Mark – Unstoppable, Total Recall, Insurgent – Bomback, maar gezien Bombacks oeuvre lijkt dat vooral een studiobeslissing te zijn geweest, mogelijk om alles wat gladder te strijken. Ik ga er namelijk vanuit dat Reeves de leiding had in dezen, al kan het ook goed zijn dat die ogenschijnlijke Bijbels-achtige plaag die de mensheid nog extra over zich heen krijgt, juist door de studio is verzonnen. Zeker omdat die wat lichtjes als cop out aanvoelde, wat plottechnisch eigenlijk de enige dissonant is in het verhaal. Reeves maakte eerder overigens al enorm veel indruk met Let Me In (die zeer fijne remake van het Zweedse Let the Right One In) en maakte ook het vorige deel: Dawn of the Planet of the Apes. En in deze film lijkt ie nogal een genre-mix te maken, want de film bevat dus zeker dat epische gevoel van klassieke oorlogsfilms (zeker niet alleen Apocalypse Now), maar er zit ook wat queeste-achtigs in van de Lord of the Rings-films (met Bad Ape als soort Gollum), en je kunt er zelfs een vleugje western in terugvinden…
Naast Woody Harrelson valt als live action-acteur eigenlijk enkel Amiah Miller op, die als soort van ‘verloren zusje’ van de Dakota-zussen de rol van Nova speelt: een meisje dat een nieuwe mutatie van het virus heeft, dat niet dodelijk is, maar waardoor haar communicatieve capaciteiten steeds primitiever worden. Natuurlijk verdient Andy Serkis alle lof voor z’n motion capture-werk, maar ergens wordt het een beetje herhaling op herhaling om hem hiermee te complimenteren. Leuk is het wel om de stem van Bad Ape terug te halen, en dan dus te ontdekken dat Steve Zahn, normaliter toch van de flauwste komedies, zich in zulke rollen wel aardig in kan houden…
Final credits
Ja, ik ben positief over War for the Planet of the Apes; positiever nog dan ik had verwacht na die vorige twee delen. Ook al zit de symboliek er af en toe wel redelijk dik bovenop. Maar Reeves vertelt het verhaal met voldoende zelfvertrouwen, wat mij dus doet vermoeden dat hij een soort eureka-moment heeft gehad in hoe hij de twee franchises aan elkaar heeft weten te koppelen of zo. Iets wat me erg benieuwd maakt naar de (hopelijk) laatste prequel…
Verder bevat de film dus alle basisingrediënten van een zomerblockbuster, maar doet daar dan dus nog net een schepje bovenop, waardoor hij extra lang en goed bleef hangen. Misschien ook wel omdat er nog altijd iets van een ‘menselijke’ link aanwezig blijft…