Mile 22 (2018)
Deze vierde samenwerking tussen regisseur Peter Berg en acteur Mark Wahlberg – na Patriot’s Day, Deepwater Horizon en Lone Survivor – is misschien niet hun beste, en marketingtechnisch overigens te plaatsen ergens tussen de betere Ludlum-actiethrillers (de Jason Bourne-verhalen) en het lopendebandwerk van Luc Besson (denk Colombiana, Taken…), maar wel met ervaring, ‘panache’ en de juiste actietiming gemaakt. Helaas dus ook minder interessant dan films waarin het verhaal wel het belangrijkste is, want naar het einde toe wordt Mile 22 steeds generieker en een ‘at this point in the movie we mostly care about its franchise-potential‘-actiefilm, en dat maakt van deze film dus niet meer dan een lekker tussendoortje. Ook niet minder overigens…
Het verhaal
Jimmy Silva (Wahlberg) is de leider van een ultiem cool en undercover infiltratieteam dat voor elke opdracht alle banden met hun daadwerkelijke opdrachtgever – de Amerikaanse overheid – doorsnijdt, om dan als de grootste schoften ter wereld los te mogen gaan in niet-gedefinieerde landen. In de openingsscène zien we hoe zijn team – o.a. bestaande uit Alice (Lauren – The Walking Dead – Cohan) en Sam (MMA-fighter Ronda – The Expendables 3 – Rousey) – een groot huis in zo’n typische Amerikaanse voorstad belaagd, waar al snel een cel van de Russische tegenhanger van Jimmy’s team blijkt te zitten, die vakkundig worden afgeknald. Met deze scène wordt zo’n beetje alles gezet en qua production value weet je dan al dat je naar een top-Hollywoodproductie zit te kijken…
Het grote verhaal in de film gaat echter over verdwenen cesium, iets wat zo hoogradioactief is, dat met een klein beetje van dat spul al een hele stad vernietigd kan worden. We zijn dus in een niet-gedefinieerd land in Zuidoost-Azië, want daar is het schijnbaar verdwenen. Alice’ bron – de lokale agent Li Noor (Iko – The Raid (!) – Uwais) – vlucht de Amerikaanse ambassade in, omdat hij een disk gestolen heeft waarop de locatie van het cesium staat. Probleem is echter: Li wil de ontcijferingscode enkel geven als hij politiek asiel in de VS krijgt, terwijl z’n voormalig collega’s hem graag juist uitgeleverd zien worden vanwege hoogverraad. Aan Silva en z’n team om de titulaire 22 mijl van de ambassade naar het vliegveld te overbruggen, om deze Li veilig op dat vliegtuig te krijgen. En dat allemaal, terwijl er ook een teller op de disk zit, waardoor het ook nog allemaal binnen acht uur geregeld moet zijn. Een kat-en-muis-spel tussen Silva en z’n team, de lokale veiligheidsdienst en de klok volgt, terwijl dat ook nog allemaal gade lijkt te worden geslagen door een Russisch AWACS-vliegtuig…
Vechten belangrijker dan de vijand?
Het kiezen van niet-gedefinieerde locaties kan natuurlijk iets ‘politiek corrects’ zijn, dat je geen landen onnodig wilt schofferen, maar ik heb niet het gevoel dat de VS zich daar al te druk om maakt. Combineer dat namelijk met ook de wat onduidelijke motivaties van alle karakters en kanten in de film, en het lijkt dat Berg met z’n film mogelijk wil stellen dat in de getoonde wereld vijanden minder belangrijk lijken dan vechten. Het continue gebruik van wapens levert bepaalde bedrijven natuurlijk zoveel winst op, dat ze bij elke verkiezing kandidaten kunnen ‘kopen’. Dus een wereld die in vrede leeft is voor flink wat kandidaten helemaal geen doel dat strookt met hun ‘sponsoren’, en dat is ook waar de Amerikaanse president Eisenhower in 1961 al voor waarschuwde: de macht van de ‘military industrial complex’. Natuurlijk zit hier wat projectie mijnerzijds in, maar dat lijkt toch de reden te zijn dat er voor wat onduidelijkheid in dezen is gekozen, dat ‘men’ ook niet meer weet waarom er gevochten moet worden. Iets wat ik de laatste jaren wel vaker terug zie komen in films.
Onduidelijkheid zit er overigens ook in Wahlbergs karakter, maar die lijkt wat bewuster gekozen. Want moeten wij als kijkers daardoor nou denken dat hij zó intelligent is, dat we zijn gedachtegang – die hij in ‘rants‘ uitspuwt – niet kunnen volgen omdat wij minder intelligent zijn, of is hij écht die half-gekke sociopaat, wat ook beter bij z’n karakter lijkt te passen? Waar in dit soort films zulke helden vaak ingetogen hun emoties juist opkroppen en ‘mysterieus stil’ zijn, daar wordt Silva door z’n baas Bishop (John Malkovich!!!) op een gegeven moment via z’n communicatie-oortje terechtgewezen met “Stop monologuing, you bipolar f—k“.
Cast & crew
Ja, de film zit best vol met sterke acteurs. Malkovich kun je vrijwel in elke rol inzetten, maar in de rol van een cynisch-analytische leider van covert operations kan hij z’n scherpte en gevoel voor timing én intonatie zeker goed inzetten. Wahlberg speelt dit soort rollen vrij makkelijk, en z’n ervaring met Berg als regisseur zorgt ervoor dat er vrijwel niets op z’n prestatie aan te merken is. Enkel dan het wat onduidelijke gebabbel hierboven, maar dat is ten eerste de keuze van de makers geweest, en ten tweede past het uiteindelijk dus best goed. Leuk om te zien dat Cohan zich vrij goed staande weet te houden, hoe stevig haar rol als Maggie uit The Walking Dead ook in mijn hoofd zit. Het stoere uit die zombieserie heeft ze in elk geval wel meegenomen. Een stoerheid die Rousey sowieso al meedraagt natuurlijk, met haar verleden als UFC-vechter. De coolste rol is echter die van Iko Uwais, waarbij het probleem natuurlijk wel is dat je weet dat hij z’n pencak silat-vechtcapaciteiten echt wel gaat inzetten. Dat start echter met een gevecht in een ondervragingskamer waar de stoere vonken zo hard vanaf springen, dat ik niet alleen aan die scène uit Mission: Impossible – Fallout moest denken, maar zelfs kort even aan die naakte vechtscène van Viggo Mortensen in het geweldige Eastern Promises.
Berg is nog altijd bekender onder het grote publiek als acteur in Collateral of Smokin’ Aces, al regisseert hij dus ook al meer dan 20 jaar films. Ik ‘ontdek’ nu pas dat hij het best geweldige Very Bad Things als één van z’n eerste films maakte, maar naast eerdergenoemde films zat hij bijvoorbeeld ook achter Will Smiths Hancock. Als regisseur heeft hij vooral goede actietiming, en op dat vlak heeft hij – alleen al met z’n ‘Wahlberg-films’ – al zoveel krediet opgebouwd dat hij daarin best in de top meedraait. Ik denk dat hij ook wel populair is onder Hollywoodstudio’s, want zijn films ontstijgen dat lopendebandwerk van eerdergenoemde Besson en regisseurs als Oliver Megaton en Pierre Morel met gemák. Opvallend overigens dat scenaristen Graham Roland en Lea Carpenter hier zo goed als hun speelfilmdebuut maken, al schreef Roland wel al voor series als Lost en Fringe. Een duidelijke signatuur laten ze echter niet achter…
Final credits
De film laat sowieso niet echt veel ‘achter’. Het is gewoon lekkere actie met goed knokken en veel kogels om je oren, en in de handen van een begenadigd actiethrillerregisseur als Berg komt dat dan wel goed. Ik had toch wel op een iets sterker en ook afgeronder verhaal gehoopt, maar mogelijk komt dat ook wel doordat de film zo’n 85% van z’n tijd op iets afgeronds lijkt, maar naar het eind toe ineens dat ‘Oh ja, we moeten de sequel-opties openhouden‘-gevoel oproept. Maar voor een goede franchise hadden ze mogelijk toch wat beter die Robert Ludlum-boeken gelezen, zodat ze hadden geweten dat het belangrijkste van een franchise is, dat je je kijkers nieuwsgierig maakt naar de karakters en hoe deze zich gaan ontwikkelen. Helaas is die basis niet echt gelegd met Mile 22, waardoor dat geplande maar nog ongetitelde vervolg mijns inziens ook niet heel hard nodig is…