The Irishman (a.k.a. I Heard You Paint Houses – 2019)
Martin Scorsese is ‘at the top of his game‘ in deze instant classic, die ergens ook wat nostalgisch en/of weemoedig aanvoelt. De film lijkt namelijk ook een beetje een afscheidsfilm van een top-generatie, mede ook omdat één van de hoofdrolspelers speciaal voor deze rol terugkwam van z’n ‘pensioen’. Maar om m’n waardering nog meer te duiden: het enige moment dat ik de lengte van de film voelde, was toen ik ergens halverwege wat honger kreeg. Maar door een geweldige spanningsboog, en meer dan interessante inhoud (mijn beeld over Jimmy Hoffa was grotendeels gevormd door Danny DeVito’s Hoffa uit 1992, met Jack Nicholson in de hoofdrol), weet Scorsese het voor elkaar te krijgen dat ik eigenlijk nul moeite had met die bijna 3,5 uur. En ja, daarin heb ik die inmiddels breed uitgemeten nogal nep uitziende ‘vecht’-scène meegenomen…
Het verhaal
Mijn waardering voor Scorsese is zó groot, dat ik van zijn films zeker geen trailers kijk vooraf. Ik wist dus enkel dat Robert De Niro, Al Pacino en Joe Pesci acte de présence zouden geven, en dat de film over één of andere Ier zou gaan. Maar die Ier is dus Frank Sheeran (De Niro), die vanuit een rolstoel in een verzorgingstehuis vertelt over z’n leven als huurmoordenaar voor de maffia. Maar we leren ook hoe hij één van de beste vrienden van vakbondsleider Hoffa (Pacino) was. Alles gebaseerd op waargebeurde feiten – tussendoor wordt bij vrijwel elk maffiakarakter de plaats en oorzaak van diens (latere) dood vermeld – en het boek I Heard You Paint Houses van Charles Brandt, die claimt/claimde eindelijk het mysterie over Hoffa’s verdwijning te hebben opgelost.
De film volgt Sheerans leven, en de gevolgen van zijn keuzes voor de relatie met z’n eigen dochters. We starten dus als Sheeran nog vrachtwagenchauffeur is, die af en toe wat on the side verdient (zou daar de uitdrukking ‘dat is zeker van de vrachtwagen gevallen?!‘ vandaan komen?). Als hij wordt gesnapt maar verder niemand verlinkt, wordt hij door advocaat Bill Bufalino (Ray Romano) voorgesteld aan z’n meer criminele neef Russell (Pesci). Russell runt de maffia in Noord-Philadelphia, en al snel raakt Frank niet alleen bevriend met Russell, maar wordt hij ook steeds meer z’n henchman en/of muscle.
Zo raakt Frank betrokken bij het vakbondswerk, zeker als blijkt dat leider Jimmy Hoffa nauwe banden onderhoudt (of moet onderhouden) met de georganiseerde misdaad. Het pensioengeld van de Teamsters-vakbond wordt door Hoffa namelijk vrij autoritair uitgeleend voor projecten van maffioso, waarbij duidelijk wordt dat hierin continu machtsspelletjes gespeeld worden. Iets wat een beetje boven Franks pet gaat, al raakt hij dus niet alleen goed bevriend met Russell, maar ook met Hoffa. Vriendschappen die onze protagonist intern niet altijd kan rijmen, en dat brengt hem potentieel in een lastig parket…
Scorsese-clan
Scorsese’s kijk in die wereld is zo geweldig gedetailleerd, dat op gegeven moment de gedachte op kwam: “Zou Scorsese niet al decennia veel te veel weten over de maffia?” Nu wil ik daar geen complottheorie over opzetten, maar zo’n verwevenheid tussen onder- en bovenwereld past wel geweldig bij The Irishman. Wat Scorsese in deze film (wederom) meesterlijk doet, is tonen hoe ‘menselijk’ deze wiseguys zijn, maar ook dat geweldplegers niet altijd om kunnen gaan met de rotzooi die ze veroorzaken. Zeker extern, zoals bij Sheerans dochters. In een scène met één van z’n dochters voel je duidelijk het ‘hart’ van de film, als ze opbiecht hoe zij en haar zusjes hem hun hele leven zagen. Maar ook intern, want in het laatste half uur van de film (waarin ook die scène met z’n dochter zit) voel je opeens waar Scorsese drie uur lang naar toe heeft gewerkt. Waardoor hij met een eindshot, dat qua vorm vrijwel gelijk is aan het beginshot, een behoorlijk stevige punch geeft.
Okay, helemaal kritiekloos ben ik niet, zoals ik in m’n inleiding al noemde. Doordat het verhaal in totaal bijna 40 jaar beslaat, moesten ze onze hoofdrolspelers digitaal jonger maken. Daar ben je vrij snel aan gewend – al bleven De Niro’s blauw-gemaakte ogen wel wat ‘leeg’ – totdat Sheeran als jonge vader verhaal gaat halen bij iemand, en in een knokpartij terechtkomt. Dan ineens zie je hoe het team, dat wereldwijd en terecht heel veel lof verdiende met geweldige boksscènes in Raging Bull, met een inmiddels bejaarde acteur die scène zó voorzichtig op moest nemen, dat het er enorm fake uit ziet. Ik dacht, serieus, bijna dat het mogelijk een ‘droomparodie’ was of zo…
Crew & cast
Iets dat Scorsese zelf ook moest accepteren, zoals hij in een interview toegaf. Dat het verjongen niet helemaal perfect uit de verf is gekomen. Gelukkig komt de rest wel zó goed uit de verf, dat de film enorm vermakelijk, af en toe ook grappig, soms keihard, en gedurende de hele duur meeslepend is. Daaruit blijkt dat Scorsese nog altijd één van de beste regisseurs ter wereld is, al verdient long time collaborator en editor Thelma Schoonmaker ook erg veel credits. Terwijl Steve – Schindler’s List, American Gangster, Moneyball – Zaillians bewerking van Brandts boek hem waarschijnlijk wel z’n vijfde Oscarnominatie op zal leveren (hij won ‘m al voor Schindler’s List). Gaaf ook hoe het ‘hele’ Kennedy-verhaal vrij naadloos in de film zit…
Daarnaast lijkt het mij 100% zeker dat Joe Pesci genomineerd gaat worden. Pesci kwam speciaal voor deze film terug van z’n pensioen, en hij is volledig geloofwaardig in z’n rol. Zoals eigenlijk iedereen dat meestal wel is in films van Scorsese. Pacino mag helemaal los gaan als de flamboyante en temperamentvolle Hoffa, en straalt een energie uit die ik al heel lang niet gevoeld heb van hem. De Niro heeft als verteller wel wat meer bereik te tonen, al vind ik het lastig te beoordelen hoe ‘goed’ hij hier is. Als in: hij en Scorsese werken al zó lang samen, dat hun samenwerking bijna als soort documentaire/werkelijkheid aanvoelt. Natuurlijk een gruwelijk groot compliment, al weet ik dus niet of dat deels ook gewenning is…
Final credits
Omdat Scorsese hier een waargebeurd verhaal vertelt, en ik als filmfreak in de afgelopen tien jaar natuurlijk zowel Inglourious Basterds als Once Upon a Time in… Hollywood zag, moet ik wel toegeven dat ik even dacht dat Scorsese hier een vergelijkbare retro-fantasie zou hanteren. Dat hij het mysterie rondom de verdwijning en/of dood van Hoffa een eigen ‘vette’ draai wilde geven, waarmee Tarantino keihard scoorde in zijn ‘waargebeurde-verhaal-films’. En ook al is Brandts boek na publicatie wel ietwat in twijfel getrokken, Scorsese blijft natuurlijk wel Scorsese, en hij heeft totaal geen vette-Tarantino-trucs nodig (hoe geweldig die truc in vooral OUaTi…H ook uitpakt).
Ik denk dat we The Irishman direct al een klassieker mogen noemen, maar ik weet zeker dat deze film over een aantal decennia makkelijk in het rijtje The Godfather, Goodfellas, The Godfather: Part II en Casino genoemd wordt. Misschien ook wel omdat de film dus een beetje als een ‘afscheidstour’ aanvoelt, zeker ook met Scorsese’s (overigens behoorlijk terechte) recente kritiek op Marvel-films in m’n achterhoofd…