Bacurau (2019)
Stiekem toch wel één van de verrassendste films die ik afgelopen jaar zag, deze heerlijk aparte Braziliaanse genre-mix met een duidelijk anti-westers-kolonialistisch/imperialistisch thema. En gaaf om een film te zien die uit zo’n duidelijk andere cultuur komt, en die zelfverzekerd een origineel verhaal vertelt, waarin psychotropische drugs, motorrijders in fluoriserende 80-ies trainingspakken, mysterieuze vrijheidsstrijders, waterschaarste, een vreemdelingenleger en heerlijk weirde muziek door elkaar heen gemixt worden. En dat allemaal gezet in die mystieke Zuid-Amerikaanse mix van vrijheid, natuur, folkloristisch drama en lomp geweld, die me mede daardoor ook deed terugdenken aan Lucretia Martels Zama, films van Nacho Vigalondo en het bijna net zo mysterieuze Monos.
En dan ineens zie je, naast talloze niet-professionele acteurs waarbij hun gebrek aan ervaring totaal niet opvalt, ‘veteranen’ Sonia – Kiss of the Spider Woman, The Rookie – Braga en cultheld Udo – Suspiria, Blade – Kier door het beeld lopen, waarbij die laatste nog een heerlijke sneer uitdeelt naar mensen die hem altijd direct tot nazi bombarderen in bad guy-rollen…
Het verhaal
Door de dood van haar oma Carmelita komt Teresa (Bárbara Colen) terug naar haar titulaire geboortedorp voor de begrafenis. Ze krijgt een lift van een vrachtwagenchauffeur die toch water moet leveren in de buurt. De setting is namelijk het Braziliaanse binnenland, maar dan wel gezet in de nabije toekomst, waarin waterschaarste echt een wereldprobleem aan het worden is. Al lijkt dat niet Bacurau’s grootste probleem, want zo rond de traditionele begrafenis van Carmelita valt steeds vaker het mobiele datanetwerk uit, verdwijnt het dorpje ineens van Google Maps en worden wat locals achtervolgd door iets dat toch vooral veel weg heeft van een UFO.
Als niet veel later de paarden van een boerderij net buiten het dorp het dorp in komen gelopen, blijkt er toch wel wat aan de hand. Eerdergenoemde motorrijders zijn niet zo onschuldig als ze zich voordoen, en ineens zien we Michael (Kier), die een groepje buitenlandse huursoldaten aan lijkt te sturen. Als een jong manneke bruut wordt gedood, dan is het Teresa en de lokale tough guy Pacote (Thomas Aquino) wel duidelijk: er komt een lompe strijd aan. Gelukkig kunnen ze de hulp inroepen van de verder mysterieus blijvende guerrillastrijder Lunga (met een vergelijkbaar verwarrende crossdressing–vibe als een paar scènes in True History of the Kelly Gang), want burgemeester en Bolsonaro-achtige opportunist Tony Jr. (Thardelly Lima) is enkel geïnteresseerd in z’n herverkiezing.
Heerlijk zelfverzekerde ratatouille
Ik dien mogelijk als eerste toe te geven, dat Zuid-Amerika wel mijn favoriete vakantie-continent is (al heb ik ze nog niet allemaal bezocht), waar ik niet alleen ooit twee maanden doorheen getrokken ben, maar ik heb bijvoorbeeld ook aardig wat boeken over de geschiedenis van ‘de America’s’ gelezen (wist je bijvoorbeeld, dat er aardig wat historici en biologen denken dat de Amazone voor een groot deel is aangelegd als boomgaard/tuin, of dat er vóór de komst van de Spanjaarden steden waren die qua inwoneraantallen groter waren dan toenmalig Parijs of Londen?). Denk dat mijn fascinatie een mix is van die mysterieuze onbekendheid en een levenswijze die de mens niet bóven maar ín de natuur plaatst, aangevuld met de lompe hardheid van de jungle. Werner Herzog heeft zich hier ook al meerdere keren aan gewaagd, met bijvoorbeeld Fitzcarraldo, Aguirre, der Zorn Gottes en ook My Son, My Son, What Have Ye Done (ik heb ook bewust enkele plekken uit die film bezocht in Peru destijds). En dan zul je begrijpen dat films, die de verneukeratieve invloed tonen van opportunistische kapitalisten op deze van oudsher natuurgemeenschappen, altijd extra aandacht krijgen van mij (denk nu vooral ook aan Pájaros de verano).
Dat Bacurau daarnaast heerlijk magisch-realistisch begint met een gaaf lied rondom Carmelita’s begrafenis, al een aparte sci-fi-vibe heeft voordat je de UFO ziet, en daarna alleen nog maar heerlijker en steeds gedurfder door bochten drift, dat toont makers met genoeg zelfvertrouwen om dat imperialistische Hollywood níet na te willen maken. En dan krijg je dus zo’n fijn originele film…
Crew & cast
Het opvallende van de totstandkoming van deze film, is dat het schrijf- en regieduo Juliano Dornelles en Kleber Mendonça Filho het script van Bacurau zo’n tien jaar op de plank hadden liggen, maar door onder andere de verkiezing Bolsonaro zagen dat ze de film snel moesten maken, omdat anders hun sci-fi-elementen achterhaald zouden zijn. Dornelles is eigenlijk primair production designer, en inderdaad: ondanks het stoffige landschap ziet alles er wel heel vet uit. Al moet ik wederom m’n Zuid-Amerika-reis aanhalen: het is vrij lastig om in dat continent lelijke plaatjes te schieten (ben in Taganga, Colombia hierdoor zelfs ooit echt op zoek geweest naar lelijke plekken, die ik vrijwel niet kon vinden). Mendonça Filho scoorde met z’n vorige film Aquarius ook al erg goed. Daarin werkte hij overigens ook al met Sonia Braga.
Jongere Filmofiel-volgers zullen Braga mogelijk helemaal niet meer kennen, maar mogelijk toont haar voormalige relatie met Robert Redford wel hoe ‘groot’ ze ooit was. Daarnaast is ze de tante van Alice Braga, die doorbrak met Cidade de Deus (City of God), maar recentelijk ook te zien was in Elysium, en binnenkort in de nieuwe The Suicide Squad. Udo Kier beschikt over één van de beste bad guy-koppen ter wereld volgens mij, en ook al noem ik hem nu een cultheld (juist vanwege z’n overduidelijke Duitse accent en de rollen die hij kiest), hij heeft in z’n enorm lange carrière (vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw, waarin ie met z’n vriendje Fassbinder zich schijnbaar een weg ‘hosselde’ door de Duitse gay scene) wel met vrijwel alle grote regisseurs gewerkt. En ook al sneert ie goed iemand af, omdat die hem een “nazi” noemt, het feit dat er in die contreien ook vrij veel blonde mensen rondlopen met Duitse namen (afstammelingen van nazi’s die naar Zuid-Amerika vluchtten aan het eind van de oorlog?), dat geeft zijn karakter nog wel een extra dimensie. Daarnaast herinner ik me vooral de stoere, zelfverzekerde Teresa nog, die in een seksscène met Pacote toont hoe sensueel lekker seks getoond kan worden, als je vrij van preutsheid bent…
Final credits
Misschien zit de aantrekkelijkheid van Bacurau ook wel in het feit, dat de film veel vragen open laat, en daarmee het mysterie van de wereld die je gezien hebt in stand houdt. Want wie is die Lunga eigenlijk echt? Waarom gebruiken ze bijvoorbeeld oude wapens in hun strijd? Heeft dat iets te maken met die overall anti-Hollywood/VS-sfeer, zoals Bertolucci dat zo geweldig liet voelen in The Dreamers?
Zou dat ook de reden zijn, dat ik mijn beleving van deze film – waar ik maanden geleden (nog voor de coronacrisis) al een screener van mocht zien – nog altijd zo levendig terug kan halen, en dit getyp daarom ook afsluit met een glimlach op m’n gezicht..?