Babylon (2022)

BabylonBabylon is een nogal opvallende, risicovolle en bombastische terugblik op het Hollywood van bijna 100 (!!) jaar geleden, waarbij sommige kijkers (althans, in de zaal waar ik ‘m zag) volgens mij niet door hadden dat dat exorbitante, flamboyante en mega-decadente gedrag dat Damien – La La Land, Whiplash – Chazelle ons toont wel degelijk gemeengoed was in die tijd. Chazelle schotelt ons – in dit wat lastig balancerende epos – een geweldige poel van verderf voor (voordat de verpreutsing ook toen al toesloeg). Met als thema de ‘individu-overstijgende grootsheid’ van Tinseltown, dat zelfs de grootste sterren keihard op hun vergankelijkheid wees (iets dat vergelijkbare ‘engheid’ bij me opriep als een scène in Blonde), kun je Babylon misschien het beste samenvatten als Once Upon a Time … in Hollywood meets The Artist with a big splash of Caligula and a pinch of… Deadpool?

Het verhaal
In de openingsscène zien we direct hoe Manuel ‘Manny’ Torres (Diego Calva) zich in 1926 als Mexicaanse immigrant keihard op aan het werken is in Hollywood. In de eerste scène tracht hij een olifant te regelen voor het über-decadente feestje van een industry mogul, maar ontmoet hij ook de ‘wannabe party crasher‘ en zelfverzekerde Nellie LaRoy (Margot Robbie). Ze wil geen ster worden, zegt ze, dat ís ze al.
Een paar lijntjes coke verder staat ze als een malle te dansen op de muziek van de zwarte trompettist Sidney Palmer (Jovan – Watchmen (tv), Fences – Adepo), en als een jonge actrice een overdosis neemt, wordt Nellie letterlijk van de bar geplukt om de volgende dag op de set te staan. Oftewel: haar droom wordt direct werkelijkheid…

Ondertussen heeft Manny getoond hoe vindingrijk hij is in ‘lastige situaties’, en als hij de ‘ketszatte’ superster Jack Conrad (Brad Pitt) naar huis heeft gebracht, wordt hij al snel diens personal assistant. Conrads enthousiasme in wat Manny allemaal geregeld krijgt werkt aanstekelijk, en zo werkt hij zich rap op tot studio executive (en zelfs regisseur?).
Ondertussen heeft Nellie’s succes haar dan wel geen windeieren gelegd, haar gok-, drank- en drugsverslaving helpen niet echt mee om langdurig aan de top te staan. Neem daarbij de overgang van stomme naar geluidsfilms mee – waar niet elke grote ster uit die tijd succes mee had – en je voelt dat ‘vergankelijkheidsthema’ waarschijnlijk ook al opkomen.
En net als het verhaal afgerond lijkt, besluit Chazelle om nog even voor een ‘full arthouse blow-out‘ te gaan..!

Babylon-recensie: bombastische terugblik op misschien wel de wildste tijd in Hollywood, met opvallend 'rustig' middenstuk...

“It’s the idea that sticks”
Bovenstaande citaat is van roddeltante Elinor St. John (Jean – The Accountant, Watchmen (tv) – Smart), die aan één van onze sterren prachtig verwoord dat hun leven en carrière dan wel eindig is, maar dat die celluloid-frames voor altijd zijn. Wat bij mij dus een iets te inleefbare scène opleverde; wat ik bij die film over Marilyn Monroe dus ook al voelde.
Maar bovenstaande quote past ook bij het idee van ‘klassiek Hollywood’, weerspiegelt in het ambitieuze “Ergens bij willen horen dat groter is dan ik!“-citaat van Manny. En misschien moeten we dat idee nog wel breder zien, als hommage aan de magie van film. Want die weet Chazelle keihard te vangen. Ondanks dus een opvallend rustig ‘middenstuk’ in deze 3u9m (!!!) durende film. En om even die rare ‘Deadpool‘-verwijzing uit de introalinea te duiden: die Ryan Reynolds-film is het toppunt van zelfspot, en breekt zo vaak door die vierde muur (= ons direct aanspreken in de camera), dat het mij daarin wat tegen ging staan. Nu gaat Chazelle niet letterlijk door die muur, maar er zitten wel een aantal scènes in waarin hij keihard knipoogt naar ons als kijkers. Zoals een scène op het toilet tussen twee studiobazen, die zich afvragen of geluid überhaupt wel een meerwaarde heeft in film; op dat moment stuurt net iemand een number two richting rioolwaterzuivering. Maar ook een opmerking van Sid Palmer tegen Manny, dat ze de camera eigenlijk de verkeerde kant op hebben gedraaid – wat Manny interpreteert als dat hij Sid moet filmen (wat ook een aardig succesvolle franchise oplevert) – dat net zo goed insinueert dat het leven achter de schermen mogelijk nog wel interessanter is. En wacht even: daar kijken wij op dat moment al ruim een uur naar…

Cast & crew
Nee, vrijwel geen van de karakters uit Babylon heeft echt bestaan (enkel studiobaas Irving Thalberg, gespeeld door Max – The Handmaid’s Tale (tv) – Minghella; of wacht: er komen ook een paar Rothschilds voorbij (van die rijkste familie van de wereld)). Al zijn ze natuurlijk wel (zwaar) geïnspireerd op wel bestaande figuren. Pitts Jack Conrad is gebaseerd op stommefilmheld John Gilbert, Elinor St. John deels op gossip queen Elinor Glyn, terwijl Margot Robbie meerdere actrices als inspiratiebron noemt. Maar wat veel belangrijker is: Robbie speelde niet veel eerder zoveel sterren van de hemel. Wederom een vrouw die net zo goed op mannen weet te leunen als dat ze daardoor bedrogen wordt (deed ze dat niet ook in The Wolf of Wall Street, I, Tonya en Suicide Squad bijvoorbeeld?), al is dat mogelijk het lot van veel vrouwen die door mannen worden verzonnen (in dit geval door scenarist Chazelle). Maar ik zag haar niet eerder zo ‘breed’: van mega-sexy danseres tot miljardairs onderkotsende loeder, en van iemand die precies wist hoe ze mannen gék kon maken tot iemand die gek werd van haar eigen demonen. Terecht dat ze een Golden Globe-nominatie kreeg voor Beste Hoofdrol in een Musical of Komedie (ze ‘verloor’ overigens van Michelle – Everything Everywhere All At Once – Yeoh). Iets dat Diego Calva voor z’n Manny-rol ook voor elkaar bokste (hij verloor – terecht overigens, if you ask me – van Colin Farrell in The Banshees of Inisherin). En eigenlijk speelt hij de échte hoofdrol in Babylon. We volgen zijn verhaal, in hoe hij z’n achtergrond ontkent om er maar bij te kunnen horen, en dus ook z’n eigen authenticiteit/afkomst wegmoffelt om deel te worden van iets ‘groters’. Gaat de film dus ergens ook over identiteit en jezelf aanpassen aan je omgeving..?
Volgens mij heb ik Chazelle al aardig ‘besproken’. Hij schreef én regisseerde de film als een “hate letter to Hollywood, but a love letter to cinema“, en dat verklaart zeker ook die kunstzinnige (en bijna verwarrende) sectie aan het eind van de film. Hij wil meer dan enkel een period piece maken, en dat lukt hem ook deels. Maar gezien de reactie van het publiek in de zaal is deze film of totaal verkeerd gepromoot (volgens mij toont de trailer enkel de grootse feesten, maar niet het drama?), is die eerdergenoemde disbalans voor velen echt té groot, of is het hedendaagse publiek zó ‘ongeïnformeerd’ dat het de hele film vanaf de openingsscène al als onrealistisch interpreteerde..?

Final credits
BabylonHet viel namelijk nogal op, dat we in het midden van een volle rij 1 plaats moesten nemen (die promotie werkt dus wel in het verkopen van kaartjes!), maar toen de laatste scène speelde bleek onze linkerkant vrijwel geheel weggelopen tijdens de film..?
Terwijl ik het uiteindelijk dus een best geweldige film vond over hoe een industrie mensen en/of zielen opslurpt en net zo makkelijk weer uitspuugt. Of in Nellie-stijl: weer keihard uitkotst…
En dan heb ik het nog niet over de Golden Globe-winnende muziek gehad, die groots en bombastisch is, maar af en toe ook té hip voor die tijd lijkt. Is het dus zo dat Chazelle ons wil tonen hoe die tijd mogelijk net zo cool was als het ‘nu’, of past het meer bij het overall thema van die magie van film, waarin creatief gebruik van muziek zeker niet alleen is voorbehouden aan ene Quentin T…?

IMDb: https://www.imdb.com/title/tt10640346