Im Westen nichts Neues (a.k.a. All Quiet on the Western Front – 2022)
Een Duitstalige film over een oorlog die nog 30 jaar ‘ouder’ is dan de Holocaust, waarvan gisteren bekend werd dat een kwart van de NLse jongeren twijfelt of dat überhaupt wel ooit heeft plaatsgevonden, maar die op dezelfde dag dus negen (!!!!) Oscarnominaties in de wacht sleept en gewoon op Netflix te zien is..???
Dat is een omschrijving van Im Westen nichts Neues, die ik gisteravond eigenlijk veel te laat opzette, en dus ook de reden is dat ik vandaag waarschijnlijk de hele dag zo’n vermoeidheidswaas over alles heen voel. Want boy o boy, wat een indrukwekkende film zeg. Aan de ene kant door juist géén politiek te tonen (waardoor velen mogelijk niet doorhebben dat ze meeleven met iemand die eigenlijk bij de ‘fouten’ hoort), aan de andere kant doordat de film de hel van oorlogscynisme toont, waaraan Louis-Ferdinand Céline nogal refereert in z’n opus Voyage au bout de la nuit…
Het verhaal
De film opent met een mooi shot van het ochtendgloren boven een paar beboste heuvels, waarschijnlijk ergens in België. In de verte begint het echter te rommelen, en niet veel later zijn we op het slagveld. Of beter gezegd: “slachtveld”. Overal onherkenbare lijken en een paar verdwaasde overlevenden die rondstrompelen. Het is 1917, het derde oorlogsjaar. En ook het jaar dat de jonge Paul (Felix Kammerer) met z’n klasgenoten op avontuur wil. Daarvoor moet ie wel even z’n vaders handtekening vervalsen, maar niet veel later heeft ie z’n soldatenkloffie te pakken, en gaan de maten op trainingskamp.
Tussendoor zien we ook behoorlijk veel van wat er achter de schermen gebeurt. Zo tuigt de Duitse politicus Matthias Erzberger (Daniel – Rush, Captain America: Civil War – Brühl) een eerste vredesverdrag op, iets waarmee één van de in België gestationeerde generaals het totaal oneens is. Hij en z’n familie zijn al hun hele leven soldaat, dus hij heeft oorlog nodig (klinkt beetje als de voorlopers (?) van het Amerikaanse military industrial complex, gerund door bedrijven die oorlog nodig hebben voor hun winst).
Dus terwijl wij zien hoe Paul en z’n kameraden al lang vóór ze op het slagveld arriveren hun vergissing inzien, zien we hoe op hoog niveau wordt onderhandeld (én -mijnd), waarbij slechts één persoon zich druk lijkt te maken over de tienduizenden doden die er bijna dagelijks vallen…
Bombastische avonturenfilm turns hellish
Door de film grotendeels als vrienden-gaan-op-avontuur-verhaal op te zetten, is het nog makkelijker meeleven met een aantal soldaten dat volgens mijn geschiedenislessen aan de foute kant van de oorlog stond. We zien hoe de jongens zonder hun vriendschap amper iets hebben om op terug te vallen, en dat maakt de film dus ook steeds rauwer. Er vallen namelijk nogal wat vrienden af, en in alles moet ik zeker de geweldige musical score niet vergeten te benoemen. Eerder deze week zag ik Chazelle’s Babylon, die ook al veel coolere/vettere muziek bevatte dan ik verwachtte uit die tijd (Babylon speelt zich wel zo’n 10 jaar later af), maar hier is het een combinatie van muziek en sound design die zowel opzwepend als onheilspellend erg goed werkt…
Terwijl de film ook nog eens vol zit met prachtige symboliek en een inkadering met bijna exact hetzelfde shot, waaruit je mag concluderen dat die hele oorlog zich danwel in die tussenjaren heeft afgespeeld, maar dat het dus werkelijk geen scheet heeft opgeleverd. Iets dat ook letterlijk wordt vermeld, hoe die loopgraven in vier jaar uiteindelijk maar een paar honderd meter opgeschoven zijn. Aan de andere kant: net als in Michael Haneke’s Das weiße Band – Eine deutsche Kindergeschichte (The White Ribbon) is het wel de generatie die de Eerste Wereldoorlog overleeft, die uiteindelijk de basis legt voor de verschrikkingen van die Tweede, zo’n 30 jaar later…
Cast & crew
En als ik dan terugdenk aan die twee vergelijkbare bevelen, die eerst Paul en later een nieuw groentje opgelegd krijgen, dan blijkt de film nog veel meer thema’s te bevatten. Kammerer, die Paul speelt, deed me logischerwijs wel wat denken aan Martijn Lakemeiers rol in Oorlogswinter (en George MacKays in 1917): antihelden die in een verschrikkelijke situatie belanden en vooral veel moeten rennen voor kogels e.d. Dit is zo goed als Kammerers debuutfilm, en dat maakt behoorlijk wat indruk. Verder zit de film natuurlijk boordevol figuranten (het cynisch-genoemde “kanonnenvoer”) en logischerwijs ook een hoop onbekende acteurs; wat de angst dat er iemand van hen in de film sterft iets ‘draaglijker’ maakt? De enigen die opvallen zijn Albrecht Schuch, die Stanislaus ‘Kat’ Katczinsky speelt en Paul uiteindelijk wat bij de hand neemt (zie still hierboven) en natuurlijk Daniel Brühl, de enige internationaal bekende acteur in de film, die ook als producent bij dit opvallende epos betrokken is.
Regisseur en co-scenarist Edward Berger maakte hiervoor vooral tv-films (en -series), en ergens is zo’n door Netflix geproduceerde film natuurlijk ook ‘gewoon’ een tv-film. Maar dan dus wel een film die niet alleen voor Beste Buitenlandse Film opgaat, maar ook voor Beste Film, Muziek, Geluid, Visual fx, Makeup, Cinematografie, Production Design én Aangepaste Scenario. En als ik eerlijk ben: volgens mij zijn die nominaties allemaal behoorlijk verdiend. Ja, ik heb een vrij goede/grote tv, maar die haalt het natuurlijk nooit bij een bioscoopscherm. En toch zag het er allemaal prachtig (en opvallend kleurrijk!!) uit, was de muziek en overall geluid verrassend aanwezig, moet je af en toe inderdaad wegkijken omdat de schotwonden echt ongegeneerd en ongefilterd getoond worden, en voelt ‘alles’ inderdaad gewoon wel kloppend aan. Zoiets komt doordat het script goed in elkaar steekt, en er een regisseur aan het hoofd stond die wist welk verhaal hij wilde vertellen. Berger vertaalde Erich Maria Remarque’s beroemde antioorlogsroman naar een filmscript met schrijversduo (?) Lesley Paterson en Ian Stokell, waarvan ik van beiden niet echt veel eerder werk (her)ken. Wel gaaf om met je eerste ‘grote’ film direct zo’n Oscarnominatie te verdienen…
Final credits
En dat komt waarschijnlijk, doordat de film zo goed als apolitiek is door de bekende kampen juist niet tegen elkaar op te zetten, maar meer die schofterigheid van generaals te tonen. Exact die perverse verlekkering die Céline in z’n wereldberoemde roman gebruikt om de gehele mensheid met een cynische vlammenwerper tot aan onze voetzolen af te branden. Een soort privé-strijd met je eigen demonen/tekortkomingen afwikkelen door die onmacht te projecteren op onschuldige jochies, die vaak ook nog onder kunstmatige voorwendselen (de illusie die “patriottisme” heet) voor jou aan het knokken slaan. En er misschien ook nog wel een strakke plasser van krijgt als hij kan melden hoeveel soldaten hij heeft opgeofferd voor het vaderland…
Tja, laat ik stoppen voordat ik mijn cynisme de overhand laat nemen, want het is ook onze emotionele betrokkenheid waardoor we waarschijnlijk veel vaker voor het ‘goede’ kiezen. Al verloren Paul en z’n kameraden die keuzemogelijkheid op het moment dat Paul z’n vaders handtekening vervalste…