Tetris (2023)
Mogelijk dat ik ietwat te ‘gewend’ ben aan meer slick Amerikaanse vertellingen, maar deze Britse film van Jon S. – Stan & Ollie, Filth – Baird – over hoe de uitgeefrechten van het in de Sovjet-Unie gemaakte Tetris uiteindelijk in onder andere Nintendo-handen kwam – liet me wat ‘mwah-ig’ achter. Mogelijk was ik meer onder de indruk geweest als ik wél bij de SXSW-première in Austin was geweest (waar de echte maker van het spelletje bijvoorbeeld ook aanwezig was!), maar ik denk toch dat het toegevoegde KGB-complot-verhaallijntje het verhaal iets té veel wilde laten samenvallen met de val van het communisme onder Gorbatsjov (en daarmee ook wat ‘gezocht’ aanvoelde). En als je ‘m dan legt naast het qua-verhaal-behoorlijk-vergelijkbare Air, dan ‘wint’ dat meer gelikte Amerikaanse sportsuccesverhaal toch vrij eenvoudig van dit veel grauwere Russisch-Britse verhaal. Hoe hard ik ook ooit verslaafd was aan dat spel (ik speel ’t nog wel eens trouwens!), en hoe redelijk goed het verhaal toch wel blijft hangen…
Het verhaal
Tetris draait eigenlijk volledig om de van oorsprong Nederlandse game-ontwikkelaar turned -handelaar Henk Rogers (Taron – Rocketman, Kingsman: The Secret Service – Egerton), die op een consumentenelektronicabeurs in Las Vegas in 1988 voor ’t eerst dat spelletje speelt. Het lukt hem de Japanse rechten te kopen (althans: dat denkt hij), en dan legt hij contact met Nintendo. Toevalligerwijs zijn die net bezig met een soort gameconsole die je nóg makkelijker in je hand kunt houden dan die Donkey Kong-consoles die ikzelf in 1982 al had, en als je de naam “Game Boy” hoort, dan weet je wel hoe ‘groots’ die onthulling in de film bedoeld is. Rogers overtuigt Nintendo ervan om niet Mario Bros., maar juist Tetris gratis mee te leveren met de Game Boy, maar dan moeten nog wel even die ‘handheld’-rechten worden geregeld.
In een parallelle verhaallijn hebben we al gezien hoe de obscure-gamemarkt-afstruiner Robert Stein (Toby Jones) dan wel heeft verteld aan het Britse Mirrorsoft (van mega-miljardair Robert Maxwell) dat hij alle rechten heeft, maar zo duidelijk lijkt dat contract met het Sovjet-staatsbedrijf ELORG helemaal niet. Kansen alom, en als niet alleen Rogers en Stein, maar ook Maxwells irritante nepo baby Kevin naar Moskou durft te vliegen – weet dat je in die tijd niet zomaar zaken mocht doen met iets of iemand in die communistische heilstaat – dan ontbrandt natuurlijk een spannende race die zeker entertaining is, maar waarvan de ‘spannendste’ (en ook wel beetje meest verwesterde) verhaallijn dus nogal wat ‘creatieve vrijheden’ genomen blijkt te hebben…
Interessant verhaal, rare keuzes
Even een knuppel in ’t hoenderhok: ik denk dat ik ‘m beter had gevonden als ie door een Amerikaanse regisseur was gemaakt. Niet alleen omdat ‘zij’ erg goed zijn in succesverhalen vormgeven, maar zeker ook omdat ik het gevoel heb, dat Britten er wel eens iets masochistisch in zien om een wat ‘grauwere’ wereld te creëren. Natuurlijk ‘past’ dat beter bij die minder florissante Sovjetcultuur, waarin zeker de helft van de film zich afspeelt, maar ergens voelde het allemaal wat te ‘gemaakt’ aan. Beetje hetzelfde met de acteerregie, die ik in het begin ook wat ‘raar’ vond, als in: niet zo geloofwaardig. Iets dat wel eens geweldig wordt ingezet om de betrouwbaarheid van een karakter te bevragen, maar hier leek het vooral een foute keuze (als het geen onkunde was). Waardoor ik als kijker dus ook niet zo goed wist wie en wat te ‘vertrouwen’, waardoor m’n band met het Rogers-karakter ook nooit echt heel stevig werd. Ik had uiteindelijk meer met degene die het spel ooit verzon, maar ook in het zetten van het contrast tussen het ‘vrije’ westen en het onvrije communisme voelde ik af en toe ietwat teveel ‘aangediktheid’. En als je dan achteraf leest dat dat plotlijntje met die corrupte KGB-agent eigenlijk het enige is dat er echt bij is verzonnen (waarin dat aangedikte contrast het opzichtigste voelbaar was), dan groeit m’n teleurstelling bij de gemaakte keuzes des te meer. Terwijl de film dus wel begint met een uitleg van waarom ik ooit verslaafd was aan dat spel (ik stond in de kroeg toen namelijk best vaak nog blokjes te plaatsen in m’n hoofd, zelfs in gesprek met anderen). En hey, heb zojuist op het toilet nog een nieuw record op m’n iPhone-versie behaald. Herinner me overigens ook nog goed hoe ik wel eens pissig was als een slechter/goedkoper uitgevoerde versie van het spel qua gameplay (hoe de controls de blokjes draaien of droppen bijvoorbeeld) nét wat afweek.
Cast & crew
Dus ja, ik heb wel degelijk een sterke band met het onderwerp van de film. Daarom was ik waarschijnlijk ook enthousiaster geweest als ik de echte makers wél gezien had. Ik vond het bijvoorbeeld ook erg leuk om de personen waarop het verhaal gebaseerd is tijdens de aftiteling ook in beeld voorbij te zien komen. Maar ik merkte het in de tv-serie Black Bird al: ik ben niet zo’n fan van Egerton (overigens wel van z’n tegenspeler in Black Bird; Paul Walker Hauser, wiens nieuwste film (Americana) ik wél zag in Austin!!). Misschien is Egerton ook wel de reden dat ik Rocketman nooit heb gezien, want ook z’n Kingsman-optredens deden het niet echt bij me. Toby Jones valt gelukkig nooit tegen, al hoeft ie hier nog geen grammetje van de subtiliteit te tonen die hij onlangs in Empire of Light (in een kwart van de schermtijd) wél toonde. En de acteur die Robert Maxwell speelde (Roger – V for Vendetta, Pirates of the Caribbean: On Stranger Tides – Allam), die vond ik echt bijna ‘dorpstheater-slecht’, als ik eerlijk ben…
Maar mogelijk is dat dus Bairds ‘schuld’. Filth vond ik toentertijd overigens best verrassend (misschien ook wel om McAvoy in zo’n rotte rol te zien, nog vóór Split?), maar die Stan & Ollie-film heb ik paar jaar geleden ook overgeslagen vanwege wat slechte voortekenen (al doet dat IMDb-punt me nu weer afvragen of dat wat voorbarig was?). En de ‘grauwe’ keuzes in dit Tetris-verhaal, dat lijken me toch ook echt wel keuzes van de regisseur. Misschien is dat een cultuurverschil en ben ik meer Amerikaans dan Engels ingesteld/geconditioneerd, maar het beïnvloedde mijn beleving wel degelijk…
Final credits
Want vanaf het begin viel me dus al op dat alles iets te makkelijk en/of overduidelijk werd opgezet, waardoor de film ook direct alle subtiliteit verloor. Terwijl het verhaal zelf behoorlijk interessant en leuk is. Initieel typte ik daar in m’n aantekeningen nog “als ’t waar is” bij, en dat is het dus ook grotendeels wel. De vrij onervaren scenarist Noah – Genius (tv) – Pink schreef het scenario, en ergens lijkt het schrijfproces een soort helikopter-view-controleur gemist te hebben. En het lijkt dat Baird meer met z’n stijlkeuzes bezig is geweest (die voor mij dus ook niet echt goed uitpakten, maar dat is ook deels smaak), dan dat hij degene was die deze view had. Wat toch wel een taak van een topregisseur zou moeten zijn.
Shit, hoe meer ik typ, hoe harder ik zeur. Not the best teken, dus laat ik maar stoppen…