Talk to Me (2023)

Talk to MeEven ter geruststelling: Talk to Me is lang niet zo eng als je mogelijk verwacht. Althans: voor iemand die vooraf geen trailers kijkt van interessante en/of ‘belangrijke’ films, verwachtte ik iets engs à la Hereditary of The Nun, maar dat viel gelukkig mee.
Talk to Me is echter wel mysterieuzer dan op het eerste gezicht mogelijk lijkt, want het is best bevredigend ná-denken over deze Australische megahitfilm, over een ‘hand’ die door iets te stoer willen doende socialmediajunkies (lees: onzekere tieners) wordt gebruikt om hun nogal verwende verveling te lijf te gaan. Iets dat natúúrlijk mis gaat, maar hoe dan precies..?

Het verhaal
Mia (Sophie Wilde) woont sinds de dood van haar moeder in bij haar beste vriendin Jade (Alexandra Jensen), Jade’s broertje Riley (Joe Bird) en moeder Sue (Miranda – The Lord of the Rings, War of the Worlds – Otto). Haar relatie met haar vader (Marcus Johnson) is er één waarin Mia zijn telefoontjes continu wegdrukt, waardoor wij ook langzaam ‘leren’ dat de dood van haar moeder mogelijk niet het ongeluk was dat haar is verteld.

De film opent overigens met een verontrustende one-shot-happening op een cool tienerfeest, waardoor je wel direct weet: dit is geen horrorthriller die zich in één huis met een stuk of vier karakters afspeelt. Maar het duurt best even voordat duidelijk wordt hoe die openingsscène bij het verhaal hoort. Een verhaal waarin de tieners overigens behoorlijk conservatief lijken qua zowel seks als drugs, zeker in vergelijking tot waar moeder Sue hen allemaal van beticht.
Waardoor ‘ervaren’ filmrotten als ik mogelijk iets te direct gaan zoeken naar hoe de ‘geestenoproepervaring’ (die eerdergenoemde hand biedt) en het daarop volgende horrorverhaal mogelijk wel eens een metafoor kan zijn voor Mia’s onverwerkte verdriet, in combinatie met meer klassiek-horror-achtige thema’s als het gevaar rondom ontluikende seksualiteit en/of het gebruik van drugs. Maar ergens lijkt Talk to Me daar dus enkel/vooral naar te hinten, toch..?

Talk to Me-recensie: misschien wel een nieuwe 'klassieker' voor de nieuwe generatie..?

Teen angst… or stupidity?
Ergens weet Talk to Me dat unheimische tienergevoel perfect te vangen, waarin je misschien wel téveel doet om erbij te willen horen, terwijl je ook op elk moment in je eigen hoofd gevangen lijkt te kunnen raken, en daar dan – als in een depressie – nooit meer uit denkt te kunnen komen. Een herkenbare periode waarnaar het vrij makkelijk ’teruggaan’ is (voor mij althans), en ook direct je betrokkenheid bij de verschillende acties van de karakters vergroot. Waardoor je dus ‘kwaad’ kunt worden vanwege de domheid van sommige beslissingen, terwijl je ook wel voelt dat de ‘stoerheidsdynamiek’ echt wel zo kán werken. Dus ik voelde me ook beetje als zo’n bezorgde volwassene die de kids in de film wilde behoeden voor de gevolgen van hun domme acties, wetende dat ze never nooit niet naar zo’n ouwe lul als ik zullen luisteren (echt geen ervaring mee in m’n directe omgeving hoor, hoezo?).
En daar wordt in de film ook wel mee gespeeld. Want hoe meer de poep tegen de spreekwoordelijke ventilator begint te knallen (en hoe cooler die bezetenheidsscènes lijken te worden), hoe koppiger en/of wanhopiger hun beslissingen worden. Waardoor het gevaar alleen maar groeit, en dus mogelijk precies mis gaat, waar dramatisch aangelegde ouders in hun hoofd juist bang voor zijn.

Cast & crew
En daarin is Sophie Wilde wel echt behoorlijk goed. Aan alles zie je de pijn van het onverwerkte verlies van haar moeder (en kun je dus haar ‘wanhoop’ vrij snel en duidelijk meevoelen), hoe ze er ‘alles’ voor over heeft om antwoorden te krijgen, en in dat proces ook nog eens denkt dat ze rationeel kan ‘winnen’. Terwijl dat proces haar juist afsluit van de rest…
Ja, zoals je ziet blijft dit soort inzichten zich ‘ontwikkelen’ (al is het weer niet zo groots allemaal hoor) tijdens het schrijven van deze recensie, en dat is een compliment aan de makers:  de Grieks-Australische tweelingbroers Danny en Michael Philippou. Ze werkten eerder mee aan onder andere The Babadook (de ‘onklikbaarheid’ van die titel betekent dat ik die dus nog altijd móet zien!), en ze maken hier een geslaagde overstap van YouTube-pranksters naar filmmakers. En die hyperactieve YouTube-vibe voel je in de dynamiek van de film. Talk to Me wordt ook nooit een ‘kleine’ rustige film geschoten op een kleine set, maar blijft best groots. Maar wat misschien wel ’t knapste is: de film wordt nergens echt cynisch. MIsschien wel doordat ze juist zo’n goed beeld hebben van hoe de minds van hun primaire doelgroep in elkaar steken…

Final credits
Talk to MeMaar ondanks dat ik dus niet bij die primaire tiener-tot-jongvolwassene doelgroep behoor, blijft Talk to Me toch wel lekker hangen als één van de meer opmerkelijke horrorfilms die ik dit jaar gezien heb. Nee, geen Ari Aster-achtige creapiness, maar juist een opvallend dynamische Australische film die ontzettend goed in deze tijd past. Daardoor denk ik nu kort ook even aan Halina Reijns Bodies Bodies Bodies, al voelt die in vergelijking nu zelfs wat ‘veilig’ Hollywoods. Bij Australische films blijf ik namelijk toch ook altijd wel ietwat meer op m’n qui-vive vanwege die wat hardere, Australische opstelling ten aanzien van ‘leven’ (in rauwe Australische films voel je dat er in die outback toch net iets andere waarde wordt gehecht aan een individueel leven).
En daarmee is Talk to Me dus commercieel gezien best een top-film, want ik denk dat vrijwel alle (westerse) jongeren ter wereld zich wel hiermee kunnen identificeren, zonder dat de film in de valkuil van het risicoloze valt. Waardoor ik me zelfs kan voorstellen dat eventuele vervolgfilms ook best wel eens creatief interessant kúnnen blijven…

IMDb: https://www.imdb.com/title/tt10638522