The Substance (2024)
Ik weet dat ik best wel eens over-enthousiast kan zijn met m’n “holy wauws” en “holy fucks“, maar ik zou ze graag allemaal terugnemen om de impact van de volgende “HOLY FUCK.!!” te vergroten, want ik denk niet dat deze uitspraak eerder zó op z’n plaats was. Deze nieuwe van Coralie – Revenge (!!) – Fargeat is namelijk vlijmscherp, verontrustend, ‘goor’ én mega-vet, en dan ook nog gezet in dromenland: Los Angeles en Hollywood. Waardoor ik The Substance eigenlijk in één zin zou kunnen vangen: Winding Refns The Neon Demon meets Cronenbergs bodyhorror met flink wat gave Kubrick-verwijzingen en een toxic masculinity-filering.
Maar weet ook: het enige dat ík vooraf wist, was dat Demi Moore en Margaret Qualley erin te zien zouden zijn, en dat velen deze film bij de beste van het jaar vinden horen. Maar aan de andere kant: deze film is zo out there, dat sommigen ‘m écht niet zullen trekken. Dus mogelijk is iets van voorkennis wél handig..?
Het verhaal
Elisabeth Sparkle (Moore) won ooit een Oscar, en we zien in de openingsshots hoe haar ster op de Hollywood Walk of Fame wordt geplaatst. Direct gevolgd door een tijdverloop, waarin we de straatster langzaam zien verweren, als teken van het verstrijken van de tijd. Toch ziet Sparkle er nog geweldig uit, als we in de volgende shots zien hoe ze nog altijd een soort Jane Fonda-achtig fitnessprogramma aan het opnemen is in een Hollywoodstudio. Maar ja, ondanks de overduidelijke fillers en botox in haar gezicht, vindt studiobaas Harvey (Dennis – Reagan, Innerspace – Quaid) ongefilterd lomp dat het tijd wordt dat dit “ouwe lijk van TV wordt gehaald“, en vervangen wordt door een jongere versie.
Lullig genoeg hoorde Elisabeth die ouwe-lijk-opmerking per ongeluk al, dus als ze later zit te lunchen met een bijna bestiaals etende Harvey, weet ze allang dat ze aan de kant geschoven gaat worden. Als ze even later door een auto-ongeluk echter in het ziekenhuis belandt, blijkt een wel erg aantrekkelijke jonge arts iets té geïnteresseerd in haar ‘geschiktheid’. Bij het verlaten van het ziekenhuis vindt ze een briefje in haar jaszak, vergezeld van een USB-stick met daarop de titel in kapitalen. Haar toekomst overpeinzend vanuit haar prachtige appartement besluit ze de stick maar eens achterin haar TV te steken, en even later weet ze wat voor disbelief ook zij moet suspenden (net als wij als kijkers, wat mij makkelijk afging, maar wel – SPOILER ALERT), want op de zwarte markt blijkt er dus een stofje te zijn, waardoor je – na een initiële injectie – een jongere, mooiere en ‘verse’ DNA-kopie van jezelf creëert. Aan de procedure zijn echter wel wat voorwaarden verbonden waaraan je je móet houden, al wordt pas later duidelijk wat er gebeurt als je dat niet doet.
Verse DNA-kopie Sue (Qualley) is namelijk direct de hottest new ticket in town, en haar succes staat natuurlijk in schril contrast met Elisabeths leven én lijf, dat nog altijd op die badkamervloer ligt (en een geweldige poster oplevert ja..! – EINDE SPOILER ALERT).
Unapologetic, vlijmscherp én pijnlijk
Haha, zoals je ziet wil ik helemaal niet dat jij al teveel weet. Vandaar hierboven al die spoiler alerts, maar als je dit allemaal leest, dan verwacht ik dat jij de film al gezien hebt, of wél gewoon veel meer wilt weten vooraf. Maar zodra je als kijker dus geaccepteerd hebt dat de procedure met de titulaire substantie ‘kan’ in de filmwerkelijkheid waarin we zitten, dan ‘mag’ de film ook wel wat meer. Waardoor mensen met misofonie (dat je gek wordt van bijvoorbeeld eetgeluiden van anderen) in deze film erkenning zien/voelen, verwacht ik. Sowieso worden alle mannen bijna als parodieën op zichzelf neergezet, echt als simplistisch debiel. En mogelijk komen ‘wij’ zo ook wel over op zelfbewuste vrouwen, zodra we zeggen dat mooie meisjes wel moeten glimlachen hè. De film vól met dit soort objectificaties, en daarin herkende ik wel de onvermurwbare vrouwelijke kracht, die regisseur Fargeat in haar debuutfilm ook al scherp neerzette. Maar nu heeft ze haar scherpte – met ook wel een beter scenario dan het wat rechtlijnigere van Revenge – dus verplaatst naar Hollywood, en het onderwerp veranderd in iets waar waarschijnlijk iedere vrouw zich wel in zal herkennen. En dat ze dan richting het einde echt net zo ver gaat als Peter Jackson in z’n eerste films, dat zal voor velen mogelijk too much zijn, maar ik voelde de glimlach op m’n gezicht alleen maar groeien. En dan is de film niet alleen scherper dan het door mij al stevig geprezen Sorry to Bother You, qua absurdisme durft Fargeat nog wel wat stappen verder te zetten dan Boots Riley al deed…
Cast & crew
“Qualley is de beste van haar generatie.” There, I said it..!
Ze bracht Brad Pitts hoofd al op hol in Tarantino’s Once Upon a Time … in Hollywood, was geweldig in Sanctuary (én ook wel in Poor Things), en hoe hard ze deze status ook trachtte te vernachelen met Drive-Away Dolls, in The Substance is ze bijna perfect. Natuurlijk hoort dat ook letterlijk bij haar rol, maar het gave aan Qualley is ook, dat ze in haar blik ook makkelijk iets psycho’s toont: ze weet met die blik mij in elk geval het gevoel te geven dat er aardig wat duisters in haar schuil kán gaan. Nu past het wel bij mijn ‘rol’ als man, om dan te stellen hoeveel lef Moore toont door zich zo naakt te tonen, maar waar het natuurlijk sowieso altijd al raar is hoe mensen in privésituaties in films toch altijd kleren dragen (vanwege angstige en/of religieus-beïnvloede studiobazen?), werkt het daarom nóg beter dat we zowel met Moore als Qualley meekijken als ze haar eigen lichaam onderzoekt. Maar om Moore sowieso weer eens in een film te zien is best opvallend, want buiten een zeer klein rolletje in die Cage-Pascal-komedie The Unbearable Weight of Massive Talent, had ik haar al járen niet gezien. Iets dat thematisch overigens dan weer perfect past bij de film, want Quaids studiobaas Harvey (wink wink ;)) vindt haar karakter in de film ook allang veel te oud. Waarbij Quaids acteerprestatie perfect culminerend over-the-top gaat. Zoals dus alle mannen in de film er nogal bekaaid vanaf komen, in hoe ze als blije jochies worden neergezet als ze iets moois zien. En daarin neemt Quaid het bíjna overdreven voortouw, maar juist die “bíjna” toont hoe scherp Fargeat het randje opzoekt.
Ik ben erg blij met hoe vrouwelijke regisseurs de laatste jaren hun plek steeds meer toe-eigenen, met films die tonen dat degenen die voor het eerst met de term “snowflake” kwamen, dat waarschijnlijk als soort projectie bedoelden (zoals vrijwel alle lompe oordelen over anderen vaak iets spiegelends hebben?). Misschien is het wat masochistisch, maar ik vind het wel fijn als mijn positie (als witte man van middelbare leeftijd) scherp wordt bekritiseerd. Mijn ‘fobie’ inzake die ‘oiko’ is namelijk niet zo groot, en het is best verfrissend als je je eigen positie in de ‘wereld’ eens vanuit de ogen van minder-geprivilegieerden ziet. Deze mag dus zo in het rijtje Don’t Worry Darling en Blink Twice, maar dan dus wel aangevuld met een bodyhorror waar de familie Cronenberg tijdens een kerstdiner enthousiast over zal praten…
Final credits
Yes, dit is echt zo’n film waar ik nog uren over zou kunnen schrijven, en bij elk citaat van een collega-recensent weer wil denken: “Cool ja, die ‘Audacious, Bloody & Brilliant‘ had ik ook willen/kunnen/moeten verzinnen!“. Want ik ben zéker niet de enige die zo enthousiast is over deze film. Fargeat won namelijk niet alleen de Gouden Palm op het afgelopen filmfestival in Cannes, maar ook de prijs voor het beste scenario. En nu moet ik wederom een keer zeggen dat ik niet 100% zeker weet of Hollywood zo’n scherpe kritiek op haar omgaan met (vrouwelijk) schoon wil accepteren, maar doen ze dat wel, dan zullen we de naam Fargeat waarschijnlijk veelvuldig gaan horen in aanloop naar de Oscars, ergens in maart volgend jaar…