A Complete Unknown (2024)
Gebaseerd op Elijah Walds boek Dylan Goes Electric vertelt A Complete Unknown precies dát: waarom het zo’n huge issue was toen Bob Dylan ergens in 1965 besloot z’n akoestische folk-gitaar abrupt in te ruilen voor een elektrische. Iets dat hier in Nederland mogelijk helemaal nooit zo’n groots ‘nieuws’ was, maar in die veel grotere Amerikaanse live-music-scene dus wel. Daarnaast is Dylans invloed op de geschiedenis van de (pop)muziek natuurlijk niet te onderschatten, dus muziekliefhebbers zullen ook zéker genieten van deze zeker niet standaard biopic. De titel ‘verklapt’ overigens dat de film niet gaat over het enigma waarachter Robert Zimmerman zich als ‘Bob Dylan’ bewust leek te verschuilen. Iets dat ik wat jammer vond overigens, zeker omdat de Dylan die Timothée Chalamet neerzet ergens ook gewoon een dipshit/klootzak blijkt, die de mensen (en vooral vrouwen) om hem heen vrijwel zonder enig mededogen gebruikt/inzet, zodat hij maar het muzikale genie kan spelen. “Of is hij ‘gewoon’ autistisch?“, schoot ook door m’n hoofd…
Aan de andere kant: de film maakte me wel duidelijk waarom hij mij en anderen ooit live teleurstelde – op nog geen 500 meter hemelsbreed van de Pathé-zaal waarin ik de film zag – doordat hij geen bekende oude nummers wilde spelen. Maar ik blijf het dus wel jammer vinden, dat hij er ooit voor lijkt te hebben gekozen om te acteren alsof hij het maar klote vond dat er überhaupt andere mensen bestonden, waar je daar rekening mee moet houden…
Het verhaal
Bobby Dylan (Chalamet dus) komt als 19-jarig manneke met z’n gitaar op z’n rug aan in het New York van 1961, en vindt z’n weg vrij snel naar een lokale folk-muziek-bar waar Dave Van Ronk (Joe – American Primeval (tv), Monarch: Legacy of Monsters (tv) – Tippett) hem meedeelt dat Bobby’s grote idool – folklegende Woody Guthrie (Scoot – Killing Them Softly, True Detective (tv) – McNairy) – in een ziekenhuis in New Jersey ligt. Eén taxiritje later staat Bobby oog in oog met z’n held, die echter de laatste dertien jaar van z’n leven in het ziekenhuis doorbracht als gevolg van de ziekte van Huntington. Vrijwel enkel nog bijgestaan door één van z’n beste folk-maten – de activistische folk-hippie Pete Seeger (Edward – Fight Club, Asteroid City – Norton) – luistert Woody naar het nummer dat de jonge Bobby speciaal voor hem schreef, en dan is het duidelijk: hier zit misschien een jong manneke, maar getalenteerd is ie zéker..!
Seeger introduceert Bobby in de New Yorkse folk scene, en nadat hij al behoorlijk onder de indruk was van haar uiterlijk en zangtalent, weet Bobby al vrij snel de op dat moment veel bekendere en succesvollere Joan Baez (Monica – Top Gun: Maverick – Barbaro) te imponeren. Deels met z’n muziek, maar ook deels omdat ze die ‘we blijven mysterieus door niet al teveel over onszelf te uiten’-muzikanten-mood in elkaar herkennen. Al is Bobby ondertussen emotioneel allang verbonden met Sylvie Russo (Elle – Super 8, The Neon Demon – Fanning), waaraan hij z’n verleden in het circus verzint, en daarmee dus eigenlijk ook totaal geen fijne basis voor wat voor relatie dan ook legt…
Maar wacht, daar gaat de film eigenlijk ook niet echt over hè (zoals de titel al zegt: hij blijft een onbekende). We volgen namelijk ook hoe Dylan vrij snel wordt ontdekt door manager Albert Grossman (Dan – Balls of Fury, The Walking Dead (tv) – Fogler). Hoe hij zich in het begin dus wél liet sturen (z’n eerste plaat was er één van covers), in tegenstelling tot hoe hij daarna vrij snel niks meer wilde aannemen van niemand buiten Johnny Cash (Boyd – Narcos (tv), The Sandman (tv) – Holbrook) om. En ook hoe hij steeds populairder werd bij jonge tieners, en hoe die populariteit bijna het Newport Folk Festival – waar hij ooit blij was te mogen optreden – ‘vernietigt’. Waar hij dan dus, tegen de uitdrukkelijke wens/eis van de organisatoren in, tóch besluit die elektrische gitaar in te pluggen.
En de rest is inderdaad letterlijk geschiedenis…
Muziek als communicator
Ja, de film is het sterkst in hoe het Dylans teksten inzet om het verhaal te vertellen. Het is vrij legendarisch om te zien, hoe hij tijdens de Cuba-crisis het nummer Masters of War schreef en direct op een klein podium uitprobeerde. En dat tijdens een nacht waarop menig New Yorker schijnbaar de stad ontvluchtte, vanuit de angst dat het die nacht écht afgelopen kon zijn in verband met de atoomoorlogdreiging. Ik dacht tijdens de film ook letterlijk: “Toch fijn dat in zulke films muziek een stuk ‘logischer’ wordt ingezet dan in musicals“, al zitten er in A Complete Unknown misschien wel meer liedjes dan in Wicked. Daar excelleert de film, in hoe de muziek wordt neergezet, in hoe hij tot z’n teksten kwam, hoe snel hij sommige wereldhit-teksten schreef, en hoe het publiek reageerde bij de eerste vertolkingen van verschillende (latere) wereldhits. En daarin heeft z’n rebelsheid, desinteresse en/of act wél een functie die ik mogelijk niet direct zag. Misschien wel omdat ik altijd wat getriggerd word door zulke ego-types (ja, dat doet mijn ego dan weer), schreef ik vrij snel na afloop het volgende: “Ja fuck, kan wel kritisch op de persoon zijn, maar als artiest lijkt hij wel echt een genie, misschien wel op eenzelfde level als Brian Wilson…”
En ja, dan vraag ik me af: zat deze persoonlijke trigger mij dan ietwat téveel in de weg, en voelde ik daarom niet echt zijn ‘strijd’ tegen externe invloed op z’n muzikale keuzes, die hij volgens Baez aan het eind van de film heeft gewonnen (dat hij eindelijk de vrijheid heeft gevonden die hij altijd wilde, juist door tegen z’n ‘ontdekkers’ in te gaan)..?
Cast & crew
Chalamet speelt Dylan waarschijnlijk/misschien wel té goed, want die blik – alsof hij in een Obelix-analogie in een vat creatieve wiet-olie is gevallen als baby – kwam op mij eerder stoned over dan als ‘ik zit gewoon volledig en alleen in m’n eigen beleving weer een nieuw pareltje te verzinnen man‘. Maar ik begrijp ook dat het fijn is om te fantaseren over dat als je je volledig ’terugtrekt’ in je eigen beleving van de wereld, en daarmee jouw ‘verhaal’ over de werkelijkheid alsmaar versterkt, dat je steeds minder onzekerheid voelt. Al wringt dat bij mij persoonlijk dus weer enorm, want ik ben van ‘mening’ dat we geen enkel verhaal in ons hoofd teveel als ‘waar’ moeten gaan zien, omdat daar ook vrijwel al ons ‘psychologisch lijden’ door veroorzaakt wordt. Daarnaast voelt het best goed om volledig open te blijven staan voor nieuwe zaken, en dat wordt lastiger als je denkt dat je ‘het’ al allemaal weet/door hebt.
Maar hierdoor vind ik het dus ook lastig om Chalamets acteren te beoordelen. Ik vond hem wat gemaakt en als licht-verveelde(-en-vervelende) puber overkomen, maar waarschijnlijk was dat dus ook de bedoeling, want Dylan was zelf purposefully enigmatic. Bij Barbaro is het ‘functioneel’ dat haar schoonheid ons wat verblindt (of mij althans), maar ik vond haar wel goed spelen. Ze adoreert Dylan net zo goed als dat ze hem lijkt te willen ‘haten’, en goed hoe haar karakter ook letterlijk zegt dat hij een eikel is. Iets dat mogelijk al als ‘scherp’/gedurfd gezien kan worden, maar hoe toxic een artiest mag/moet zijn om tot succes te komen, dat is natuurlijk al meer dan genoeg voor een volledige losse film (lees bijvoorbeeld ook hoe ene Pablo Picasso in deze tijd echt niet meer weg was gekomen met hoe hij met z’n vrouwen/muses omging). Volledig het tegenovergestelde van Dylan is Pete Seeger, die door Norton zelfs wat als Mr. Rogers (denk aan A Beautiful Day in the Neighborhood) wordt neergezet, zo ‘lief’ als hij lijkt. Ik voelde in elk geval wel mee met hoe hij z’n eigen kindje – het folkfestival – bedreigd ziet worden doordat z’n grootste ontdekking veel te groot wordt, en dan ook nog rebels ‘móet’ zijn van zichzelf.
James Mangold heeft toch wel een heerlijk diverse, grootse filmcarrière. Hij brak ooit door met het mooie Heavy, imponeerde daarna met Cop Land en Girl, Interrupted, waarna hij het ietwat simpele Kate & Leopold opvolgde met thriller-puzzel Identity. Daarna maakt hij de wél redelijk-standaard biopic Walk the Line, verraste hij me met western 3:10 to Yuma, probeerde hij weer wat populairs met Knight and Day (met Diaz en Cruise) en maakte hij de mislukking The Wolverine vrijwel direct weer goed met Logan. Ford v Ferrari imponeerde ook, terwijl ik die vijfde Indiana Jones-film allang ongeveer 20x mínder goed herinner dan die originele trilogie. En dan komt ie nu met deze voor acht Oscars genomineerde film, waarvan er dus drie voor hemzelf zijn (als producent (Best Film), regisseur en scenarist). En één van die nominaties deelt ie dus met scenarist Jay Cocks, die slechts acht schrijfcredits heeft op IMDb, waarvan er zes ‘normale’ speelfilms zijn, waarvoor hij dus inmiddels maar liefst drie keer voor een Oscar werd genomineerd! Met andere woorden: 50% van zijn verfilmde scenario’s leverde hem een nominatie op: Scorsese’s Age of Innocence en Gangs of War en nu dus deze A Complete Unknown. Daarnaast schreef hij ook Scorsese’s Silence en diens kortfilm Made in Milan. Oftewel: dat is aardige cinema-royalty…
Final credits
Yes, vooral als uitleg bij Dylans controversiële overstap naar de elektrische gitaar is dit een belangrijke film. Sinds ik een paar weken in Texas was in 2023 weet ik hoeveel groter de muziekcultuur daar is (in vergelijking tot hier), vooral ook in de kleinere dorpjes. Dus ik begrijp nu ook wel wat beter, hoe ‘groots’ dit voor velen toentertijd was.
Voor ons nuchtere Nederlanders mogelijk iets minder invoelbaar (er liepen halverwege de film ook twee mensen weg uit de zaal!??), waarbij de film dus ook nergens echt de diepte in wil gaan. Iets dat past bij het hoofdkarakter, wat ook gewoon in de titel zit, maar wat – zeker initieel – toch ook wel wat teleurstellend aanvoelde. Al kan dat dus komen, doordat ik (persoonlijk) teveel getriggerd werd door zijn ‘kijk mij eens cool geen rekening houden met wat jij voelt/wilt/denkt!‘-houding.
Al lijkt dat (gespeeld) enigmatische óók de reden, dat de film een beetje aanvoelt als een af en toe kolkend stromende rivier waarop wij stervelingen ons gewoon heerlijk mogen laten meevoeren in een grote tractorband annex bioscoopstoel..? Wat perfect past bij de inkadering van de film met teksten van niet Dylan zelf, maar van z’n grote held Woody Guthrie. Want eindigt de film niet met “This dusty old dust is gettin’ my home, and I’ve got to be driftin’ along“..??