Bring Them Down (2024)
Een film waarin pijn uit alle poriën (b)lijkt te vloeien, maar dan op een wat monotone manier verteld waardoor je initieel vooral zult marvelen door de grootse acteerprestaties van Christopher – Poor Things, Sanctuary, Possessor – Abbott én Barry – Bird, Saltburn – Keoughan, toch wel twee van de besten van het moment. Maar zo in hindsight lijkt deze film nogal wat meer te willen vertellen, mooi strak ‘vormgegeven’ in een scenario dat mede is geschreven door iemand die lesgeeft op een Britse filmscenarioschool.
Maar Bring Them Down is ook zo’n ‘festivalfavoriet’ en het speelfilmdebuut van iemand die sowieso veel op sets te vinden was, in hoedanigheden van clapper loader tot camera-assistent, editor én cameraman…
Het verhaal
In de openingsscène zien we waardoor de volwassen Michael (Abbott) zo met een schuldgevoel achter z’n schapenkudde door de Ierse heuvels loopt. Met z’n aan ouderdomskwaaltjes lijdende pa (Colm – Under Siege, Con Air – Meaney) als enig overgebleven familie doet hij z’n best, maar veel levensvreugde lijkt hij niet te kennen. En dat het halve dorp denkt dat ie al die jaren weg is geweest (veel leren we daar ook niet over), dat komt mogelijk wel doordat hij zichzelf al genoeg tormenteert met die herinnering aan die openingsscène. Daarvoor hoeft hij niet dagelijks het litteken op het gezicht van z’n ex-vriendinnetje Caroline (Nora-Jane – Brooklyn, Doomsday – Noone) te zien.
Caroline is inmiddels ook allang getrouwd met Gary (Paul – The Death of Stalin – Ready) en moeder van Jack (Keoughan), niet toevallig Michaels naburige schaaphoeders. De spreekwoordelijke poep knalt vervolgens tegen de ventilator, als blijkt dat er twee van Michaels rammen schijnbaar op het land van Gary terecht zijn gekomen, en daarna door Jack zouden zijn afgemaakt (omdat ze ziek oogden).
Michael is wat achterdochtig, en dat die onderhuidse spanning continu op springen staat, dat voel je aan alles. Voordat we als kijkers echter een volledig beeld hiervan hebben, springt de film terug in de tijd, en zien we het gehele verhaal ineens vanuit die andere van die “twee van de besten van het moment”. En dat zorgt dat de uiteindelijke thematiek nog wat ‘dieper’ en mysterieuzer verteld wordt…
Festival- en recensentenfavoriet
Yes, Bring Them Down is zo’n film die theoretisch goed in elkaar is gezet, met acteerwerk dat het redelijk zware materiaal met ogenschijnlijk gemak draagt, maar die qua mood wel net wat meer van jou als kijker vraagt. Normaal vind ik dat een fijne uitdaging (mede omdat het toont dat de makers jou als kijker serieus nemen), maar hier werkte het voor mij niet voor 100%. Niet dat ik deze film niet aan wil raden hoor, maar ik begrijp wel dat dit soms wat als literair experiment overkomende verhaal niet iedereen grijpt. Terwijl de onderliggende emoties/trauma’s meer dan afdoende zijn. Juist zó interessant, dat ik ook iets van kritiek zou kunnen hebben op dat de film de invulling hiervan (te?)veel aan ‘ons’ overlaat.
Zoals je ziet: genoeg intrigerende aanknopingspunten, en als je iets van betekenis wilt geven, dan zit dat in de ‘loont wraak ooit?’-boodschap, terwijl ik richting het eind het gevoel kreeg, dat de makers ook willen tonen hoe je in verhalen altijd bewust moet zijn van het perspectief dat getoond wordt. Want toont Bring Them Down niet ook hoe ‘makkelijk’ onze loyaliteit als kijkers kan switchen, zelfs bijna letterlijk..?
Crew & cast
Chris Andrews vervulde al meerdere functies op filmsets voordat hij nu z’n langespeelfilmdebuut mocht maken. Ik heb niet echt veel achtergrondinformatie kunnen vinden (enkel dat Paul – Aftersun, All of Us Strangers, Gladiator II – Mescal en Tom – Only God Forgives, Furiosa, Black Bag – Burke eerst de hoofdrollen zouden spelen), dus in hoeverre dit zijn originele idee was, of dat hij bijvoorbeeld een kans kreeg voor al z’n harde eerdere werk, je ne sais pas. Hij schreef het scenario dus wel zelf, met hulp van Jonathan Hourigan, screenwriting-docent aan de London Film School, wiens ‘enige’ andere grote credit Almost Home uit 1994 is. En die film lijkt op het eerste oog ook over een niet-verwerkt verleden en een daaruit (kunnen) volgende zelfpijniging te gaan. Verder hebben ze beiden enkel wat kortfilmcredits, al lijkt Andrews zeker ook een enthousiaste film-/tv-liefhebber, gezien z’n nogal brede pad op talloze sets richting deze creatieve ‘hoofdfunctie’. In een cynische bui zou je dan ook “Zo’n manusje van alles dat niet het intrinsieke talent (of ambitie) lijkt te hebben om zich direct als ‘maker’ te zetten..?” kunnen schrijven, maar daarbij voel ik ook direct nogal wat projectie ;).
Zolang als ik ze beiden ‘ken’, ben ik al fan van zowel Abbott als Keoghan. En dat ik ze ooit – volledig geloofwaardig – als Ieren zou zien, dat zegt vooral wat over Abbotts dialect-kwaliteiten. Las op IMDb zelfs een Ier verkondigen dat hij het accent echt eng goed onder de knie heeft. Iets dat ik niet kan beoordelen, maar z’n gesprekken met z’n pa werden gelukkigerwijs wel ondertiteld. Mede ook, omdat het zo plat Iers was, dat ook menig Engelstalige dit niet kan verstaan, verwacht ik. Daarnaast is Abbott ook wel erg goed in het spelen van iemand die pijn onderdrukt, terwijl Keoghan alijd al met grote ‘eenvoud’ zo’n walking powder keg weet te spelen. In Bird was ie wat uitgesprokener, in The Banshees in Inisherin wat meelijwekkender, in The Green Knight weer creepily onvoorspelbaar, en hier combineert ie meerdere van die kanten, wederom zonder enige afbreuk aan iets van authenticiteit…
Final credits
Ja, en dat ik Meaney’s en Noone’s rollen uitgebreider zou willen bespreken, dat toont zowel wat kritiek als bewondering: hun verhaallijnen waren mogelijk genoeg geweest voor een eigen film. Vooral de ‘reis’ van Caroline had – mocht Bring Them Down een tiendelige tv-serie zijn geweest – zeker één of twee afleveringen ‘gekregen’, verwacht ik. Al vraag ik me nu ook wel af, wat pa Ray’s verhaal en beleving van dat ongeluk uit de opening zou zijn geweest…
Voel je nu waarom ik hierboven de woorden “literair experiment” en “festivalfavoriet” gebruikte? Al moet je dan weer niet teveel de titel gaan analyseren, want ergens voelt de dubbelheid van de betekenis (letterlijk blijkt het qua familiehistorie iets huge te zijn om de schapen naar beneden te halen van de heuvel, figuurlijk duidt het natuurlijk op het wraak-element in het verhaal) juist weer wat te makkelijk/simpel? Precies; de film balanceert op een wat precair randje…