Waar ik direct na afloop nog dacht: “Natuurlijk moet je in een Van Warmerdam-film niet letten op mogelijk overdreven jaren 70-huizen, ouderwetse kapsels en een beetje kneuterigheid in de decors.” Maar toen ik de aftiteling van Nr. 10 zag, bekroop me wel steeds meer het gevoel, dat die wat budgetloos-aandoende kluchtigheid van het eerste deel mogelijk bedoeld is om het tweede deel van de film naar nog grotere epische proporties te contrasteren en/of dramatiseren. Want…